Anne-Marie Javouhey, een bijzondere vrouw

Chamblanc 1779 – 1851 Parijs

Anne-Marie Javouhey komt oorspronkelijk uit het noordoosten van de Bourgogne. Later is zij in Cluny gaan wonen om ruimte te geven aan haar idealen.

Anne-Marie richt in 1807 de congregatie soeurs de Saint-Joseph op die haar moederhuis in Cluny krijgt.

Als voorvechter van de bevrijding van de slaven in de Franse koloniën reist Anne-Marie naar Afrika en Latijns-Amerika. Onder de tekst van de profeet Jesaja “om de onrechtvaardige ketenen te doorbreken en onderdrukten vrijheid te geven”, wil zij de Franse regering laten zien dat “de mannen en vrouwen die tot slavernij zijn teruggebracht, in staat zijn om harmonieus te re-integreren in de samenleving.” Anne-Marie Javouhey is bijna een kwart eeuw adviseur van de Franse regering voor onderwijs in de koloniën en de emancipatie van de slaven.

De stad Mana in Frans-Guyana noemt Anne-Marie Javouhey de ‘moeder van de stad’.

"J’en ferais volontiers un général de division" Ik zou haar graag divisiegeneraal maken."


Geen boerderij en geen huwelijk voor Anne-Marie

Haar ouders, Balthazar en Claudine Javouhey, krijgen tien kinderen, waarvan Anne-Marie, roepnaam Nanette, de vijfde en oudste dochter is. Zij wordt geboren op 10 november 1779. Zij is een opvallend meisje met een goed ontwikkelde intelligentie, er worden hoge verwachtingen aan haar toegeschreven.

Balthazar en Claudine Javouhey zijn diep-gelovige boeren met een goede welstand. Anne-Marie zal zich in de loop der jaren gaan onderscheiden van haar broers en zussen door een sterke persoonlijkheid waarmee ze veel menselijk gedrag gaat begrijpen en op inspelen.

Het zijn jaren van politieke, sociale en religieuze onrust. Als Anne-Marie tien jaar is, breekt de Franse Revolutie uit (1789-1799), een antwoord op eeuwen van onrecht en onderdrukking van de lagere sociale klassen. Er heerste veel armoede en hongersnood.
Anne-Marie wordt al snel geconfronteerd met de vervolgingen van de Revolutie.

Anne-Marie leert dat het katholieke geloof niet zonder gevaar te belijden is. Samen met haar ouders helpt Anne-Marie priesters te verbergen die geen eed van trouw aan de staat willen zweren en daarom worden vervolgd. Ook helpt ze priesters in de nacht te vluchten. Soms houdt Anne-Marie de wacht als haar familie in hun eigen kapel is. Anne-Marie moet dan in de gaten houden of er geen autoriteiten komen die een zoektocht houden.

Het verhaal gaat dat zij een monstrans (een houder van de heilige hostie van de katholieke kerk) zou hebben gered uit het brandende château van Chamblanc.

Haar vader heeft een huwelijk voor Anne-Marie voor ogen en het overnemen van een van zijn boerderijen. Dit is echter niet zoals Anne-Marie haar leven wil invullen. Ze wil het klooster in en weet de haar toegewezen huwelijkspartner zo te overtuigen dat deze intreedt bij de Trappisten.

Religieuze roeping

Wanneer Anne-Marie negentien jaar is, voelt ze zich geroepen tot een religieus leven en wil intreden in een klooster. Frankrijk is echter nog in de greep van de Franse Revolutie en alle kerken en kloosters zijn door de regering gesloten. In de nacht van 11 november 1798 legt Anne-Marie in de kleine kapel in de tuin van de familie een persoonlijke gelofte af. Ze doet dit in het geheim onder aanwezigheid van een priester, haar familie en enkele vrienden. Nu moet ze wachten op betere tijden die haar de kans geven haar ideaal te gaan leven.

In 1800 kan Anne-Marie dan toch intreden bij de Dochters van Liefde in Besançon, een apostolische gemeenschap binnen de katholieke kerk

Visioen

Anne-Marie krijgt Besançon een visioen en ziet Teresa van Avila verschijnen. Deze Teresa was een Spaanse edelvrouw die karmelietes werd en bekend geworden is als theoloog, mysticus en religieus hervormer. In dit visioen vertrouwt Teresa vertrouwt Anne-Marie “kinderen van verschillende rassen” toe. Voor Anne-Marie is de betekenis van dit visioen niet direct duidelijk.

Teresa van Avila

Ideaal

In het klooster van Besançon vindt Anne-Marie haar weg niet en ze verlaat Besançon weer. Anne-Marie begint een school voor arme kinderen in de buurt van Chamblanc, dichtbij haar geboorteplaats. Ze heeft een ideaal voor ogen om kinderen die niet naar school gaan onderwijs te geven. Helaas lukt het haar niet dit ideaal te verwezenlijken, ze krijgt niet voldoende financiën bijeen.

Vervolgens wil Anne-Marie terug naar een kloosterleven en treedt in bij het trappistenklooster La Trappe de la Valsainte in Zwitserland en voltooit hier haar noviciaat. Ook in dit klooster heeft Anne-Marie het echter niet gemakkelijk en uiteindelijk keert ze terug naar huis.

Het ideaal van een te stichten school heeft ze al die jaren bij zich blijven dragen.

Het verlangen blijft

Anne-Marie Javouhey blijft verlangen naar een religieus leven en steeds meer vormt zich het plan zelf een nieuwe apostolische congregatie op te richten. Ze wordt hierin bevestigd door paus Pius VII. De paus is in Parijs geweest om bij de kroning van Napoleon tot keizer aanwezig te zijn en brengt de paasdagen door in Chalon-sur-Saône. Het is het jaar 1805. Anne-Marie gaat naar de mis in de Saint-Pierre, waar Pius VII de communie uitreikt. Wanneer Anne-Marie en haar drie zussen aan de paus worden voorgesteld, moedigt hij haar aan dit ideaal verder uit te werken. De paus De paus zegent haar en zegt: “God zal door jou grote dingen doen voor Zijn glorie. 

Anne-Marie gaat vervolgens naar bisschop Imberties van Autun, die haar vraagt een leefregel voor de nieuw te vormen orde te schrijven.

paus Pius VII en Napoleon Bonaparte

De pastoor van Saint-Pierre in Chalon-sur-Saône helpt haar zoveel hij kan. De zusters wonen eerst aan de Place Saint-Pierre; ze maken zich aan de bevolking van de stad echter nog niet als religieuzen bekend. Daarvoor is de vrede nog te kwetsbaar.

église Saint-Pierre Chalon-sur-Saône

Anne-Marie Javouhey sticht een nieuwe congregatie

Steeds meer vrouwen vinden hun weg naar dit klooster en treden in. Op 12 mei 1807 leggen  negen jonge meisjes hun religieuzen geloften af in de kerk Saint-Pierre in Chalon-sur-Saône. Zij doen dit voor de bisschop van Autun. De zusters dragen een herkenbaar blauw habijt met een grote witte kap die tot over de schouders reikte en een breed wit front.

Zo ontstaat de nieuwe congregatie. Drie zussen van Anne-Marie treden als eersten in. De nieuwe congregatie krijgt het prachtige grootseminarie van Autun in gebruik, waar het noviciaat voor de jonge meisjes begint. “Een lang gekoesterde droom komt uit”.

"Conservez la paix qui est le bien le plus précieux que nous puissions posséder en ce monde..."
"Bewaar de vrede, dat is het kostbaarste goed dat we in deze wereld kunnen hebben..."


Saint-Joseph

De priester die de eerste mis opdraagt vraag aan Anne-Marie waarom ze de congregatie niet Saint-Joseph gaat noemen. “De heilige Theresia heeft haar huizen altijd onder de bescherming van Saint-Joseph geplaatst.” Dit herinnert Anne-Marie aan haar openbaring en verschijning van Teresa van Avila. Vanaf dit moment wordt Saint-Joseph de patroonheilige en naamgever. Zijn feestdag is op 19 maart.

afbeelding saint Joseph, Ravenna Italië

Spaanse burgeroorlog

In deze tijd heerst de Spaanse Burgeroorlog die grote getale slachtoffers eist. Veel gewonden komen naar Frankrijk en worden onder andere hier in Autun door Anne-Marie en haar zusters opgevangen en verzorgd. Zo wordt de ziekenzorg een van hun eerste taken.

Naar Cluny

Na vijf jaar wordt het gebouw in Autun te klein en moet Anne-Marie op zoek naar een plek met meer ruimte. De gebouwen waren in slechte staat en Anne-Marie heeft schulden moeten maken om ze te restaureren.

Haar vader, Balthazar Javouhey, biedt financiële hulp en neemt de schulden op zich. Ook koopt hij op 29 mei 1812 van M. Roberjot het voormalige klooster van de Récollets in Cluny. Deze stad is in niets meer te vergelijken met het machtige Cluny dat het ooit was. Het is nu een klein provinciestadje. Hier begint Anne-Marie op 24 juni 1812 de ‘congregatie van Saint-Joseph de Cluny’. Dit klooster in Cluny is tot 1849 hun moederhuis.

Samen met haar zussen opent Anne-Marie nu ook een school en een weeshuis. Hiermee komt het oude ideaal weer tot leven. Om in contact te komen met kinderen die in aanmerking voor de school komen, zoeken de zusters de kinderen op in de straten van Cluny en nodigen hen uit om naar school te komen. Ze zoeken naar kinderen van wie de ouders geen onderwijs kunnen betalen. De school van het klooster groeit gestadig.

Haar onderwijsmethoden respecteren de authentieke menselijke natuur: “We dwingen vrije mensen niet, we overtuigen ze”.

Tevens komt er zorg voor gevangenen en oorlogsweduwen.

nog steeds hebben de zusters hun huis in Cluny
sculpture saint-Joseph boven de voordeur

Ile Bourbon

Na vijf jaar vraagt de gouverneur van Ile Bourbon, een eiland in de Indische Oceaan, aan Anne-Marie om een school te openen op dit eiland. De gouverneur is naar Frankrijk gekomen om leraren te zoeken voor een school. Anne-Marie ziet dit verzoek als een teken en tevens als een kans om haar ideaal van dienstbaarheid te vervullen. 

Op 10 januari 1817 stuurt zij een derde van haar zusters naar Ile Bourbon. Anne-Marie begeleidt de zusters tot Rochefort van waar ze vertrekken. Zelf gaat ze nog niet mee op missie, ze heeft nog te veel te doen in Frankrijk, maar in gedachten volgt ze haar zusters op de voet. Het duurt bijna zes maanden voor de zusters Ile Bourbon hebben bereikt. Wat een reis moet dat zijn geweest!

De zusters komen aan in het voor hen volkomen onbekende exotische land. Hier ontstaat het eerste missiewerk van Saint-Joseph en het begin van de snelle missionaire expansie van de congregatie. Binnen korte tijd hebben de zusters vijf scholen op het eiland en vragen zij moeder-overste Anne-Marie om meer zusters naar Ile Bourbon te sturen.

Wanneer de overste van deze kleine communauteit op Ile Bourbon overlijdt, heeft zij een van de zusters, soeur Thais, aangewezen als haar vervanger. Hier is Anne-Marie het echter niet mee eens, zij stuurt zuster Bathilde als overste naar het eiland. Soeur Thais wil haar plaats niet opgeven en vindt de gouverneur aan haar zijde. Bathilde keert terug naar Frankrijk en brengt verslag uit aan Anne-Marie. Nu stuurt Anne-Marie haar zus Rosalie, die op dat moment in Senegal verblijft, naar Ile Bourbon. Ook haar wacht echter de afwijzing van de groep zusters. Het conflict loopt zo op dat Anne-Marie de aartsbisschoppen van Parijs en Autun vraagt tussenbeide te komen. Dit leidt tot het bevel aan het ‘ministère de la Marine’ de rebellerende zusters naar Frankrijk terug te brengen. Het is een zwarte episode in de geschiedenis van Saint-Joseph de Cluny die bekend is geworden als ‘le schisme de Bourbon’.
Ile Bourbon is het eiland ten oosten van Afrika dat vanaf 1848 Réunion heet.

« Madame Javouhey, quel grand homme ! »

Soers de Saint-Joseph vertellen...


Anne-Marie Javouhey in Senegal

Begin 1822 stapt Anne-Marie zelf op de boot, dit keer gaat de reis naar Senegal. Het land is dan nog een kolonie van Frankrijk. Op deze reis ontmoet ze baron Jacques-François Roger, die benoemd is tot gouverneur van Senegal. Met hem zal ze een levenslange vriendschap onderhouden. Baron Roger is in Senegal verantwoordelijk voor de uitvoering van een beleid voor het herstel en de ontwikkeling van de kolonie.

Op 19 maart 1822 komt Anne-Marie Javouhey na zes weken aan in St. Louis. 
Wanneer Anne-Marie in Senegal aankomt, vertrekt daar de vrouw van de voormalige gouverneur voor terugkeer naar Frankrijk. Deze vrouw laat Anne-Marie haar slaaf na, een klein meisje met de naam Florence. Door Florence ervaart Anne-Marie de slavernij en ziet er de zwarte kanten van.

Anne-Marie vestigt in Senegal een missiepost, net zoals op het eiland Gorée. Op beide plaatsen zet ze zich in voor een hogere kwaliteit van ziekenhuizen. Anne-Marie blijft twee jaar in Senegal en begint hier met succes een boerderij. Op het glooiende land legt zij een vooruitstrevend irrigatiesysteem aan met brak water, wat het land vruchtbaar maakt.

Anne-Marie raakt onder de indruk van de religieuze discipline van de twaalf Marabouts die haar ten dienste staan.
Een maraboet is in de Maghreb en in West-Afrika een ascetisch persoon, die gezien wordt als een soort wijsgeer, maar ook die als een heilige man wordt beschouwd.

Als Anne-Marie getroffen wordt door de hier heersende epidemie, weet Florence haar te genezen door het gebruik van inheemse planten.

Al snel overschrijdt de reputatie van soeur Anne-Marie de grenzen van de Franse kolonie. In Engeland dringt luitenant-kolonel Mac-Carthy, gouveneur van de Engelse koloniën, al meer dan een jaar aan dat ‘de grote dame uit Cluny’ zich met haar zusters gaat ontfermen over het ziekenhuis Saint-Mary van Gambia. Op verzoek van de Britse regering vertrekt Anne-Marie vervolgens naar Gambia.

Ze komt hier terecht op een plaats waar ongeveer 400 slaven uit Moorse schepen worden gehaald. Ze zet zich onvermoeibaar in om de slachtoffers van een pestepidemie in het gebied te helpen. 
Naarmate het aantal zusters blijft groeien, trekken de zusters verder weg, vooral naar de door Frankrijk gekoloniseerde gebieden.

De gouverneur vraagt Anne-Marie om naar Sierra Leone te gaan. Ook nu richt ze zich op het verzorgen van de zieken en gewonden. Na drie maanden ontstaat er een uitbraak van gele koorts. Ook Anne-Marie wordt door de gele koorts getroffen. Ze herstelt hiervan, maar is zo zwak dat ze naar Frankrijk terug moet keren.

Terug in Frankrijk ziet Anne-Marie Javouhey in dat ze niet langer de verantwoordelijkheid over de missie op Ile Bourbon kan dragen en vraagt haar zus Rosalie om de leiding over te nemen. Onder Rosalie breidt het werk zich uit naar de zorg voor geesteszieken. 

Klik hier voor een foto van les soeurs de Saint-Joseph in Afrika (Guinee).

L'amour seul est la clé de toutes choses, le carrefour de toutes les réalités.

L'amour seul donne la liberté, car il nous libère du mal et du désespoir. L'amour, c'est la vie.

India

De zusters van Saint-Joseph van Cluny arriveren in 1827 in Puducherry, aan de zuidoostkust van India. Zij vestigen hier hun eerste missiehuis van India. In de loop der tijden zijn de zusters onder andere ook in New Delhi, Tamil Nadu, West-Bengalen, Goa, Kerala, Andhra Pradesh en Bihar neergestreken.

Klik hier voor een foto van les soeurs de Saint-Joseph in India (Chandernagor).

Zo breidt de orde zich uit over de hele wereld. Na India ook in Frans West-Indië, later in Brits West-Indië, Tahiti en Madagaskar en later de Filippijnen.

levensbeschrijving in 1942 geschreven door Gaëtan Bernoville, Frans journalist en auteur voor katholiek Frankrijk

Anne-Marie Javouhey naar Frans-Guyana

Opnieuw vertrekt mère Anne-Marie naar een heel ander deel van de wereld. Dit keer gaat de reis naar de noordkust van Zuid-Amerika, naar Frans-Guyana, buurland van Suriname. Anne-Marie reist met 36 zusters en 50 emigranten. Frans-Guyana is dan een extreem arm land, 30 jaar na aankomst van Anne-Marie stichten de Fransen er op het beruchte Duivelseiland, een klein eiland voor de kust, een strafkolonie.
De bekendste gevangene op Duivelseiland is de Franse kapitein Alfred Dreyfus. Deze kapitein werd ten onrechte voor spionage veroordeeld en zat van 1895 tot 1899 op Duivelseiland gevangen. Lees hier in het blog over Jacques de Lacretelle het boeiende verhaal van Alfred Dreyfus.

Ook kennen we Duivelseiland van Papillon, waar Henri Charrière in deze autobiografische roman zijn ontsnapping als Papillon beschrijft. 

Op 16 augustus 1828 komt Anne-Marie met 36 zusters van de congregatie en een 50 tal emigranten aan in Cayenne. Ook arriveert een groep van 25 zwarte slaven die uit de ateliers van de koning waren gehaald en door de gouverneur ter beschikking aan de congregatie zijn gesteld.
Later volgt een konvooi van kolonisten, 34 boerenmannen en -vrouwen en elf wezen.

Frans-Guyana is een tropisch land met hoge temperaturen en een vochtig klimaat. Bovendien zijn er veel insecten en slangen. In deze veeleisende omgeving wil Anne-Marie een leefgemeenschap stichten van Franse emigranten, dit zijn vooral boeren en de autochtone bevolking, meest Indianen.

Anne-Marie leidt 600 Guyaanse slaven op om hen in staat te stellen in vrijheid te kunnen leven.

« Tout ceci est pour nos chers Africains qui naîtront à la liberté du sein de l'esclavage » .


video Anne-Marie naar Frans-Guyana


La Nouvelle-Angloulême

Anne-Marie bouwt hiervoor een dorp waarin gastvrijheid hoog in het vaandel staat. Deze gemeenschap in het dorp Mana krijgt de naam la Nouuvelle-Angloulême. Weggelopen slaven en leprapatiënten worden hier verwelkomd. Bij het dorp worden landerijen ontgonnen en gecultiveerd. Honderden slaven krijgen voorbereiding op een leven in “vrijheid en vrede”. Uiteraard ondervindt Anne-Marie hier veel tegenstand en kritiek bij. Ze voelt zich echter gesteund door “de zekerheid het werk van God te doen.” Dit werk doet Anne-Marie mede op verzoek van de Franse regering die een groep Franse slaven wil voorbereiden op hun emancipatie.
In 1794 wordt Frans-Guyana een Frans departement en wordt door de Franse Revolutie de slavernij afgeschaft. Het land wordt nu ook een strafkolonie voor tegenstanders van de Franse Revolutie. In 1802 wordt in Frankrijk de slavernij onder keizer Napoleon I opnieuw ingevoerd en Frans-Guyana weer een kolonie van Frankrijk.

De nederzetting Mana wordt welvarend en roept hiermee de jaloezie van kolonisten die zich aan de monding van de rivier de Acarouany gevestigd hebben, over zich af. De kolonisten smeden een complot om Anne-Marie te doden. Een bootsman moet haar in het door krokodillen geteisterde water laten vallen. De bootsman brengt het echter niet op om dit te doen.

"Ne vous tracassez de rien, allez doucement. Que le bon Dieu soit bien servi, le silence bien observé et tout sera dans la paix."

Terug naar Guyana

In mei 1831 keert Anne-Marie dapper terug naar Mana om zich voor te bereiden op de komst van weeskinderen. Ze schrijft aan haar zus Marie-Josèphe in Bailleul: “Morgen keer ik terug naar onze dierbare eenzaamheid (Mana). Hoe ik hou van het klimaat en de eenzaamheid waarin het zo gemakkelijk zou zijn om perfect te werken.”

Aan haar zus Rosalie, die nog steeds overste op Ile de Bourbon is: Dit alles is voor onze dierbare Afrikanen die vrij uit de boezem van de slavernij zullen worden geboren.”

Tot groot verdriet van Anne-Marie houdt deze leefgemeenschap geen stand en na vijf jaar keert ze teleurgesteld terug naar Frankrijk. Voor ze naar Cluny reist, maakt ze een tussenstop in Chamblanc. Hier heeft ze vijf jaar eerder twee zusters achtergelaten om voor haar bejaarde vader te zorgen. Terug in Cluny roept Anne-Marie het ‘Chapitre général bijeen. De statuten maakten het noodzakelijk tot nieuwe verkiezingen over te gaan. Op 15 oktober 1833 wordt zij unaniem herkozen als overste van Saint-Joseph.

In Frankrijk is in de regering de discussie over de slavernij in volle gang. Ook de publieke opinie bemoeit zich ermee. In een rapport schrijft Anne-Marie Javouhey over het ontoelaatbaar gebruik van mensen voor slavernij en doet zij voorstellen voor afschaffing en emancipatie van de slaven. Ze baseert zich onder andere op haar ervaringen in Mana.

Alphonse de Lamartine

Op 21 juni 1835 brengt Alphonse de Lamartine gunstig verslag uit aan het ‘ministère de la Marine’, dat is belast met de Franse koloniën, over haar werk. De Lamartine is zelf ook een vurig voorstander van afschaffing van de slavernij. Alphonse de Lamartine is dan al een bekend dichter en lid van het Franse parlement.

Hier kun je meer lezen over het leven van Alphonse de Lamartine.

Alphonse de Lamartine
Alphonse de Lamartine

Terug in Parijs

In 1845 keert ze na opnieuw een verblijf in Mana, terug naar Parijs, waar inmiddels het noviciaat voor nieuwe zusters is gevestigd. Vier jaar later zal ook het moederhuis in Parijs, Saint Jacques, gevestigd worden.

Tijdens de Revolutie van 1848 organiseert Javouhey met haar zusters een soort ambulancebrigade om de gewonden van de Revolutie te verzorgen.

Anne-Marie is dan 67 jaar en zeg: “Ik ben oud en kan niet meer schrijven”, maar haar hart is niet ouder geworden, geeft ze toe en “haar verlangen naar heiligheid blijft dat van haar jeugd.”

"Dieu ne se communique que dans la paix : c'est là ma boussole, elle ne trompe jamais." "God communiceert alleen in vrede: dit is mijn kompas, ze bedriegt nooit.”

gebrandschilderd glas in de gotische kathedraal van Senlis


Anne-Marie Javouhey sterft in Parijs

Als Anne-Marie op 15 juli 1851 sterft, heeft haar apostolische congregatie 142 huizen, waaronder 73 in Frankrijk, de overigen liggen verspreid over de vijf continenten. Er zijn dan 1221 zusters van Saint-Joseph de Cluny.

De volgende week wordt de kist met haar lichaam overgebracht naar de kapel van het college van Senlis ,waar het moederhuis van de congregatie is gevestigd. Haar lichaam wordt geplaatst in de crypte van de kapel, en haar hart bewaard als relikwie.

Als Anne-Marie sterft is haar congregatie wereldwijd

Vandaag de dag telt de congregatie van Saint-Joseph de Cluny 2400 zusters verspreid over 56 landen op alle vijf de continenten, met landen als de Verenigde Staten, Canada, India en Ierland. In Frankrijk telt men dan meer dan 30 huizen.

Over het leven van Anne-Marie Javouhey

15 juli, de sterfdag van deze bijzondere vrouw, wordt later haar feestdag op de heiligenagenda.

In de rooms-katholieke kerk wordt Anne-Marie vereerd. Op 15 oktober 1950 is zij zalig verklaard door paus Pius XII. Twee weken later volgt een processie ter ere van haar zaligverklaring. Een herinnering aan haar inzet voor de bevrijding van slaven.

Martinique

In 1902 komen op Martinique drieëndertig zusters om bij de uitbarsting van de Pelée, een actieve vulkaan in het noorden van het eiland Martinique. Bij deze uitbarsting komen bijna 30.000 mensen om het leven.

Journées mémorielles Anne-Marie Javouhey

Op 25 en 26 juni 2021 organiseren de nationale vereniging Route des Abolitions de l’esclavage en de zusters van Saint-Joseph de Cluny een ‘Anne-Marie Javouhey herdenkingsdag’.

Route des Abolitions de l'esclavage

Route des Abolitions de l’esclavage (Route van de afschaffing van de slavernij) is in 2004  gelanceerd en wordt ondersteund door de Verenigde Naties en UNESCO. 
Anne-Marie Javouhey, stichter van de congregatie van de Zusters van Sint-Jozef van Cluny, was een fervent voorvechtster van de afschaffing van de slavernij:

Alle mensen, kinderen van dezelfde God, zijn fundamenteel gelijk. Iemand vrij verklaren betekent op zichzelf nog geen vrijheid. Men moet over vrijheid leren, vooral na het leven in omstandigheden die ons wezen en de mensenrechten op het meest fundamentele niveau vernietigen.

Haar acties zouden de regering het bewijs leveren dat de mannen en vrouwen die tot slaaf waren gemaakt, in staat waren om harmonieus te re-integreren in de samenleving.

Anne-Marie Javouhey heeft met veel landgenoten, zoals de groep inwoners van Champagney, de abt Henri Grégoire of de zwarte leider Toussaint Louverture met Étienne Maynaud de Lavaux gestreden voor de afschaffing van slavernij.

Lees hier meer over de rol van Toussaint Louverture uit de Dominicaanse Republiek en Étienne Maynaud de Lavaux uit Cormatin in de afschaffing van slavernij.

Notre-Dame de Cluny

In de Notre-Dame van Cluny vind je een houten beeldsnijwerk van Anne-Marie Javouhey. Wanneer je de kerk door het hoofdportaal binnenkomt, zie je het op de muur aan je rechterhand.

houten sculpture van Anne-Marie Javouhey
notre dame cluny
Notre-Dame de Cluny

Het is een bijzonder houten beeldhouwwerk, alsof Anne-Marie, met aan haar hand een slavenkind dat bevrijd is, de Notre-Dame komt binnenvaren.

In het artikel Cluny, maar dan anders, lees je meer over de Notre-Dame de Cluny.


bronnen

Saint modernes et contemporains; J. Guillemin
Anne Marie Javouhey; André Merlaud     
https://sj-cluny.org
www.gallica.fr
www.wikipedia.fr
FB : Un jour, Cluny

huis in bourgogne

Huis huren?

Geïnteresseerd in een vakantiehuis in deze omgeving?