In de achttiende eeuw zijn verre ontdekkingsreizen nog uitsluitend voorbehouden aan mannen.
Eén van de eerste vrouwen die deze regel durft te doorbreken, is de botanicus Jeanne Barrret.
Zij gaat mee op een lange expeditie en wordt de eerste vrouw die de wereld rondreist.
Onderweg verzamelt en classificeert ze veel onbekende plantensoorten die in Europa niet voorkwamen.
De expeditie staat onder leiding van Louis Antoine de Bougainville,
een door de Franse regering gesponsorde wereldwijde expeditie die plaatsvindt tussen 1766 en 1769,
voordat ze uiteindelijk op Île de France (Mauritius) aankomen.
Als vrouw was het echter niet mogelijk om aan boord te gaan voor een dergelijke expeditie.
Lees hier het spannende verhaal van Jean Barret,
hoe het haar lukt om toch mee te gaan en grote ontdekkingen doet.
Opnieuw een vrouw uit de Bourgogne die geschiedenis schrijft.
Jeanne Barret gaat in tegen de heersende moraal voor vrouwen door haar eigen passie voor wetenschap en avontuur te volgen.
De jeugd van Jeanne Barret
Jeanne wordt geboren op 27 juli 1740 in La Comelle, een klein dorp ten oosten van Chalon-sur-Saône, in het departement Saône-et-Loire. Ze is de dochter van de Franse arbeiders Jean Baret en Jeanne Pochard.
Een doopregister bevestigt haar geboorte in 1740. Waarschijnlijk is haar vader analfabeet, aangezien de doopakte niet is ondertekend.
Het kleine dorp waar ze opgroeit ligt in de ‘campagne’ van de Bourgogne. Haar toekomst lijkt niet heel rooskleurig vanwege de armoede van haar ouders.
Al op zeer jonge leeftijd verliest Jeanne haar moeder en het is haar vader die haar opvoedt op de kleine boerderij van de familie.
Ergens in haar jeugd leert ze lezen en schrijven. Het is niet duidelijk hoe of van wie zij dit leert, bijna niemand op het platteland kon lezen en schrijven. En zeker voor vrouwen zijn er nauwelijks mogelijkheden voor onderwijs.
Haar handtekening op latere juridische documenten getuigt echter dat Jeanne geen analfabeet was.
Dat Jeanne wel kon lezen en schrijven, is van grote invloed geweest op haar verdere ontwikkeling. Ze is ook buitengewoon geïnteresseerd in alle verschillende kruiden en planten die op het Franse platteland te vinden zijn. Zo raakt ze vertrouwd met het verzamelen en herkennen van planten. Jeanne weet zichzelf te ontwikkelen tot een bekwame ‘herboriste’, een kruidkundige. In de omgeving staat ze bekend als een ‘kruidenvrouw’, bekend met de medicinale werking van planten.
Philibert Commercon
Jeanne is 22 jaar als ook haar vader overlijdt. In hetzelfde jaar, 1762, wordt de in 1727 geboren Philibert Commerson weduwnaar.
Zijn vrouw, Antoinette Vivante Beau, de zus van de parochie priester, sterft kort na de geboorte van hun zoon Antoine-Francoise Archambeau. Commerson woont op dat moment in Toulon-sur-Arroux, zo’n twintig kilometer van het huis van Jeanne.
De jonge Philibert is door zijn vader voorbestemd om het notariskantoor over te nemen. Dit is echter niet wat hij zelf voor ogen heeft en na zijn studie in Bourg-en-Bresse en aan het Benedictijner College in Cluny, gaat hij in 1747 aan de faculteit van Montpellier geneeskunde studeren. Hier promoveert hij zeven jaar later.
In Bourg-en-Bresse is Philibert onder de indruk geraakt van een professor die hem laat kennismaken met de botanische wetenschap. Dit blijft zijn leven lang een fascinatie voor hem. Naast arts wordt Philibert nu ook een gepassioneerd botanicus en reist als zodanig door Frankrijk en andere delen van Europa. Hij bestudeert de flora van de Languedoc, verzamelt planten in de Zwitserse Alpen en in het Centraal Massief.
Jeanne, nu geheel alleen op de wereld, is op zoek naar werk. Ze hoort over de situatie van Commerson en is diep geraakt door zijn verdriet en onvermogen alleen voor het kind te zorgen.
De overeenkomst is snel gesloten; Jeanne gaat zorgen voor de baby en wordt tegelijkertijd zijn secretaresse. In deze tijd bij Commercons krijgt Jeanne ruimschoots de kans om haar botanische talenten te ontplooien.
Tussen Jeanne en Philibert ontwikkelt zich een romantische relatie. De burgelijke familie van Philibert is echter zeer tegen de verbintenis van twee ongetrouwden. Als Jeanne in 1764 zwanger raakt, verhuizen ze naar Parijs om te ontkomen aan de druk en afkeuring van hun omgeving. Ze gaan wonen aan de 13 rue des Boulangers, slechts enige minuten lopen van de ‘Jardin royal des Plantes médicinales’, ook wel ‘ Jardin du Roi’ genoemd. Een in 1635 door koning Louis XIII gestichte botanische tuin met veel geneeskrachtige planten.
Tot groot verdriet sterft hun zoon Jean-Pierre bij de geboorte.
Europese expansie en onderzoek
In de achttiende eeuw neemt de Europese verkenning van de wereld en kolonisatie sterk toe, grote Europese machten willen nieuwe gebieden veroveren.
In 1765 krijgt de ontdekkingsreiziger en wetenschapper Louis Antoine de Bougainville van de Franse regering de opdracht een wereldreis te maken. Het doel van de expeditie is er een van prestige en wetenschap. Niet alleen zou dit de eerste Franse route rond de wereld, ook zou dit een uitgelezen kan zijn om als eerste het begeerde Zuidland te vinden. Daarnaast moet er een nieuwe zeeroute naar China gevonden worden. Een uitgebreide groep wetenschappers gaat mee en de expeditie moet Frankrijk weer op de kaart zetten.
Terra Australis, of voluit Terra australis incognita (het Onbekende Zuidland), is een continent waarvan men sinds het begin van de 16e eeuw dacht dat het op het zuidelijk halfrond te vinden was. Aan het eind van de 16e eeuw tekenen cartografen het land in het zuiden van de wereld (bron: Wikipedia).

Mee op expeditie
De Bougainville bereidt de expeditie met het schip de Étoile voor en vraagt Commerson om als botanist mee te reizen. Commerson zou Jeanne graag mee willen nemen als zijn assistente. Maar er was één probleem: vrouwen zijn in de achttiende eeuw streng verboden op Franse marineschepen. Uitzonderingen worden een enkele keer gemaakt voor passagiers, maar vrouwelijke reizigers zijn er weinig.
Als Commerson ingaat op het voorstel van de Bougainville, wordt zijn zoon aan de zorgen van zijn zwager toevertrouwd. Over het verdere leven van deze zoon is weinig bekend, Commerson zou hem nooit meer zien. Op 1 februari 1767 gaat Philibert in Rochefort aan boord van de Étoile.



De vermomming
Om toch aan boord van de Étoile te kunnen gaan en zo met de expeditie mee te kunnen, neemt Jeanne een ingrijpende beslissing. Ze besluit zich voor te doen als man en hult zich in mannenkleding, wat natuurlijk een gevaarlijke onderneming is. Niet alleen loopt ze het risico te worden ontmaskerd met alle gevolgen van dien, ook was het dragen van mannenkleding door vrouwen destijds bij koninklijke edicten verboden. Ze neemt echter het risico en scheept in als ‘Jean Baré’.
De ontdekking van een bijzondere plant
Het expeditieschip de Étoile vertrekt op 15 november 1766 uit Nantes. Het wordt een reis die jaren zou duren.
Tijdens een tussenstop in Montevideo verzamelen Philibert en Jeanne enkele inheemse planten. De Étoile vaart verder langs de kusten van Brazilië, Patagonië eb vervolgt zijn reis naar de Molukken, Batavia, Java…
Aan boord werkt Jeanne onvermoeibaar mee aan het verzamelen en classificeren van planten. In Brazilië documenteren Barret en Commerson een onbekende klimplant, een plant die ze de naam Bougainvillea geven, genoemd naar de expeditieleider. Waarschijnlijk heeft Jeanne deze plant als eerste ontdekt.
Steeds meer ruimte voor Jeanne als botanicus
Tijdens de reis heeft Commerson veel last van zeeziekte en heeft hij problemen met een ontsteking aan zijn been. Hij zegt dat zijn trouwe ‘knecht’ bij hem in de kajuit moet slapen om hem te verzorgen. Hiermee zou Jeanne’s aanwezigheid in zijn hut verklaard worden. Mede door dit gegeven blijft Jeanne veilig tijdens de loodzware tocht over de Stille Oceaan.
Kapitein de Bougainville staat toe dat Commerson en Barret zijn privévertrekken gebruiken als hun verblijfplaats, wat hen privacy geeft en helpt Barret’s ware identiteit geheim te houden. Waarom hij dit doet, weten we niet. Zit hij mogelijk ook in het complot??
Jeanne verzorgt Commerson, maar deze situatie geeft haar ook een kans om zelf onderzoek uit te voeren. Nu wordt ‘Jean Baré’ hoofdverzamelaar van planten van de expeditie.
De ontmaskering
Ondanks haar overtuigende vermomming beginnen sommige bemanningsleden te vermoeden dat Jean geen man is.
Tienduizenden kilometers van Frankrijk gaat het echt mis. Op Tahiti, herkennen bewoners van dit eiland de vrouwelijkheid van Jean en onthullen haar geheim.
Op 6 april 1768 meert de Étoile aan in Tahiti om voorraden aan te vullen en opnieuw planten te verzamelen. Het schip wordt verwelkomd door de plaatselijke bevolking. De Tahitianen vinden dat ‘Jean’ anders ruikt, mogelijk houden de Tahitianen Jeanne voor een Mahu, een traditionele Tahitiaanse travestiet. De Tahitianen zijn verrast iets van hun eigen cultuur terug te zien op een Franse boot.
De Bougainville en de officieren op het schip zijn verrast. Kapitein de Bougainville neemt het voor haar op. Jeanne wordt niet bestraft. In plaats daarvan wordt ze met respect behandeld, mede dankzij haar belangrijke rol als wetenschappelijk assistente. De Bougainville staat Jeanne toe om aan boord te blijven en beveelt de zeelieden op afstand te blijven.
De kapitein is erg onder de indruk van het eiland Tahiti en noemt het ‘De Tuin van Eden’.

Toch gaat de expeditie verder, nu naar de Indische Oceaan. Voor Jeanne wordt de hele onderneming ondanks de bescherming door de kapitein, steeds riskanter, nu haar geheim ontdekt is. Ze blijft veel in haar kajuit en draagt steeds een pistool bij zich.
Als ze haar kamer verlaat om planten te bestuderen op de eilanden die ze aandoen, is ze continu op haar hoede. Ze moet zich verdedigen tegen handtastelijke opvarenden en inheemsen, als eenzame vrouw is ze een gemakkelijke ‘prooi’.
Commerçon kan haar niet beschermen, hij beweert niets te weten van Barret’s vrouwelijkheid. Het zou hem strafbaar maken als uitkomt dat hij Jeanne bewust als vrouw heeft meegenomen.
Hoe kunnen we in deze onvermoeibare Barré een vrouw herkennen, een botanicus die zeer ervaren is. …. Die midden in de sneeuw en op de ijzige bergen van de Straat van Magellaan … met moed en kracht de natuur onderzoekt.
Uit het reisverslag van Louis-Antoine de Bougainville
Mauritius
Philibert en Jeanne blijven meevaren met de Étoile tot ze in november 1768 Îsle de France, het huidige Mauritius, in de Stille Oceaan bereiken. Dit eiland is destijds een belangrijke Franse handelspost. Mede op aandringen van de kapitein gaan Jeanne en Philibert hier van boord. Ze vestigen zich in Flacq, in het oosten van Mauritius.
Philibert Commercon kent verschillende mensen op Mauritius, waaronder Pierre Poivre uit Lyon. Poivre is vriend en collega-botanist en gouverneur van het eiland. Jeanne en Philibert worden de gasten van Pierre Poivre. Het is voor Jeanne een veilige plek, hier kan ze vrijuit als vrouw leven.
Een van de opdrachten die Pierre Poivre van de koning heeft gekregen, is om kruiden en specerijen aan te planten op Mauritius, om zodoende de Nederlanders voor te zijn met de export naar Europa. Jeanne en Philibert gaan verder met hun wetenschappelijk onderzoek en de classificatie van nieuwe planten en kruiden op Mauritius.
De expeditie van de Bougainville vaart verder, In januari 1768 vaart hij door de Straat van Magellaan. Een jaar later nadert hij Australië, maar hij durft het Groot Barrièrerif (het grootste koraalrif ter wereld) niet over te steken.
Onderzoek op eilanden in de Indische Oceaan
Tijdens hun verblijf op Mauritius brengen Jeanne en Philibert lange periodes door op verschillende eilanden in de Indische Oceaan. Honderden planten worden door hen geïndexeerd. Voor Commerson is het moeilijk om zwaar werk te doen vanwege de problemen met zijn been en zo komt het meeste werk neer op Jeanne.
In 1770 gaat Commerson zonder Barret op verkenning naar Madagaskar en een jaar later naar het eiland Réunion, ten oosten van Madagaskar. La Réunoin is in die tijd Frans koloniaal bezit, in 1649 was het door de Franse koning geclaimd. Commerson is vooral naar dit eiland gegaan om vulkanen te bestuderen, wat inmiddels een nieuwe fascinatie van hem was.
Het is 1773 als Commerson weer terug is op Mauritius. Zijn vriend Poivre is hier inmiddels geen gouverneur meer, deze is terug geroepen naar Parijs. Commerson kan het slecht vinden met de nieuwe gouverneur. Het gaat helaas steeds slechter met de gezondheid van Commerson en hij sterft op 14 maart 1773, op 45-jarige leeftijd in Flacq.
Alleen op Îsle de France
Jeanne Barret blijft alleen achter op het eiland. Om een beter bestaan te kunnen opbouwen, vertrekt ze naar Port-Louis, de hoofdstad van het Mauritius waar ze in lokale apotheken gaat werken en een zeemanskroeg opent.
De maatschappij is in die tijd echter niet gesteld op alleenstaande vrouwen. Jeanne heeft hier een zware tijd, met name de nieuwe gouverneur achtervolgt haar met allerlei verdachtmakingen. Ze krijgt een boete (12 november 1773) omdat ze op zondag alcohol serveert en de beschuldiging dat hierdoor de parochianen dronken in de kerk verschijnen.
Het liefst wil ze het eiland verlaten en terugkeren naar Frankrijk. Nog geen jaar na de dood van Commercon trouwt ze 17 mei 1774 met de Franse officier Jean Dubernat, die afkomstig is uit de Périgord in het zuidwesten van Frankrijk. Ze trouwen in de kathedraal Saint-Louis in Port-Louis. Zou dit huwelijk haar mogelijkheden tot terugkeer naar haar vaderland geven?

Terugkeer en erkenning
Samen met Jean keert ze in 1775 eindelijk terug naar Frankrijk. In haar bagage bevinden zich 32 kisten met manuscripten, planten, schelpen, insecten en schetsen van flora en fauna. Veel hiervan is bestemd voor de botanische tuin Jardin du Roi in Parijs.
Jeanne en Jean Jeanne vestigen zich in Saint-Aulaye in de Dordogne, waar Jeanne een rustig bestaan leidt.
Met haar terugkeer naar Frankrijk voltooit ze haar wereldreis, acht jaar nadat ze deze begonnen is. Hiermee wordt ze, zonder dat het oorspronkelijk de bedoeling was, de eerste vrouw die officieel de wereld rondreist – een mijlpaal in een tijd waarin vrouwen nauwelijks rechten hebben, laat staan toegang tot wetenschappelijke reizen.
Op 3 april 1783 erkent de koning Louis XVI het grote belang van de expeditie voor Frankrijk en hij roemt de inzet van Bougainville. Deze verwijst naar de grote verdiensten van Jeanne Barret als botanicus op deze expeditie. Ze krijgt hiervoor een uitkering van 200 livres.
Twee jaar later krijgt ze opnieuw officiële erkenning voor haar prestaties. In 1785 kent de Franse regering haar een pensioen toe als erkenning voor haar bijdrage aan de wetenschap tijdens de expeditie van Bougainville, een zeldzame eer voor een vrouw uit haar tijd.
Bovendien ontvangt ze nu haar deel van de erfenis van Commerson, wat een aanzienlijk geldbedrag is. Commerson heeft dit bedrag testamentair aan Jeanne nagelaten, maar zij moet hiervoor tot aan de procureur-generaal gaan om te ontvangen waar ze recht op heeft.
Verschillende steden in Frankrijk hebben een straat naar Jeanne Barret vernoemd.

Na deze expeditie publiceert de Bougainville een reisverslag onder de naam
Voyage Autour Du Monde Par La Frégate Du Roi La Boudeuse Et La Flûte L’Etole.
Overlijden en nalatenschap
Het is 5 augustus 1807 als Jeanne in haar woonplaats sterft. Ze laat geen kinderen na en laat haar erfenis na aan de zoon van Commerson. Op het kerkhof van Saint Antoine-de-Breuilh ligt ze begraven.
Wat Jeanne Barret vooral nalaat is een levensverhaal dat eeuwen later nog steeds inspireert. Haar nalatenschap leeft voort in de geschiedenis van de wetenschap en ontdekkingsreizen en in de ontwikkeling van de vrouwen door de eeuwen heen.
Vandaag de dag wordt Jeanne barret erkend als een symbool van moed, doorzettingsvermogen en wetenschappelijke nieuwsgierigheid.
Over haar levensverhaal is in 1982 een prachtig boek geschreven door Fanny Deschamps; La Bougain-villée.
Meer dan zesduizend plantensoorten
Tijdens hun wereldreis hebben Baret en Commerson meer dan zesduizend plantensoorten verzameld en identificeren ze meerdere nieuwe soorten, waaronder een bloeiende klimplant die ze Bougainvillea, naar hun expeditieleider Bougainville noemen.
Veel van de planten die Barret en Commerson verzamelen, zijn geschonken aan de Jardin du Roi en bevinden zich nog steeds het Muséum National d’Histoire Naturelle. Helaas is er inmiddels ook veel materiaal verloren gegaan.
Een aantal van de verzamelde specimens van Baret en Commerson zijn opgenomen in het Franse Nationale Herbarium.
In 2012 wordt een nieuwe nachtschadesoort naar Jeanne Barret vernoemd: Solanum baretiae, als een postuum eerbetoon.
Verschillende namen
Jean Barret staat bekend onder verschillende namen of schrijfwijzen van haar familienaam: we kennen naast Barret ook de namen Baré, Baret, Bare, De Bare, Bonnefoi, Bonnefoy of Bonne-Foi.
bronnen
Aventuriers et explorateurs de Bourgogne; Lucienne Delille
La Bougain-villée; Fanny Deschamps
www.jeanne-barret-tourdumonde.fr
https://isgeschiedenis.nl