Kardinaal de Richelieu voert het tafelmes met afgeronde punt in,
messen met een scherpe punt wil hij niet aan tafel hebben,
hij ervaart dit als te agressief.
Deze bekende kardinaal en staatsman heeft vele hervormingen doorgevoerd,
zowel staatsrechtelijk als op religieus gebied,
zoals in de abdij van Cluny waar hij abt is geweest.
Vanwege zijn rode mantel wordt hij l’Éminence rouge, de Rode Eminentie, genoemd.
Armand de Richelieu
Parijs 9 september 1585 - 1642 Parijs
Armand Jean du Plessis de Richelieu et de Fronsac is een Frans edelman, wordt als geestelijke kardinaal en abt van Cluny, en als staatsman minister van Frankrijk.
De Richelieu wordt beschouwd als een van de belangrijkste grondleggers van de moderne staat in Frankrijk.
Armand Jean du Plessis de Richelieu et de Fronsac wordt op 9 september 1585 in Parijs geboren als derde zoon van Francois du Plessis, Grand Prévôt de France (grootvorst is een belangrijke positie in het koninkrijk Frankrijk) en Suzanne de La Porte, is de dochter van een advocaat in het parlement. De familie is, hoewel niet rijk, van oude adel.
Armand Jean brengt zijn jeugd door in het familiehuis op op het landgoed van zijn familie. Wanneer Armand Jean nog maar vijf jaar is, sterft zijn vader. Hij laat zijn gezin met schulden achter en zijn familie overleeft dankzij koninklijke subsidies.

Van bisschop naar kardinaal
Aanvankelijk is hij voorbestemd tot een militaire carrière. Maar om het bisdom Luçon. in zijn familie te behouden, wordt hij tot een religieuze loopbaan gedwongen. Dit bisdom is ook een bron van inkomsten voor de familie.
In 1605 hij promoveert Richelieu in de theologie en drie jaar later wordt hij al op 22-jarige leeftijd door Henri IV gewijd tot bisschop van Luçon.
In 1584 had de familie du Plessis dit bisdom van koning Henri III gekregen, als dank voor het optreden van vader Francois in de godsdienstoorlogen.
Marie de Medici, de koningin-moeder (zie volgende hoofdstuk) verkrijgt voor hem bij paus Gregorius XV in 1622 de waardigheid van kardinaal, een functie die hij vreedzaam wil invullen. Zo wil hij onder andere een geweldloze discussie met de protestanten. Helaas laat de Richelieu deze tolerante houding al snel varen. Tijdens de opstand van de Hugenoten verlaat hij zijn relatief tolerante politieke houding.
Richelieu is bekend onder de bijnaam l’Éminence rouge (de Rode Eminentie), vanwege de rode tint van zijn ‘Cappa Magna’ (een ceremoniële mantel van bisschoppen en kardinalen).

Politieke carrière
Naast een kerkelijke carrière ambieert de Richelieu ook een politieke loopbaan. Hij stijgt snel in aanzien, zowel in de katholieke kerk als in de Franse regering.
In 1614 is de Richelieu afgevaardigde en woordvoerder van de geestelijkheid in les Etats Genereaux, de Franse Staten-Generaal, hij krijgt deze belangrijke functie dankzij de steun van de privé-secretaris van regentes Marie de Médici. Richelieu wil de koninklijke macht versterken, dit gaat ten koste van de macht van de adel.
Marie de Medici, heeft deze carrière opgemerkt en benoemt hem een jaar later tot ‘grand aumonier’ (groot kapelaan) van koningin Anne van Oostenrijk. In 1616 benoemt Marie de Medici, die dan regentes is voor haar nog minderjarige zoon Louis XIII, de Richelieu tot minister van Oorlog en Buitenlandse Zaken.
In 1624 treedt de Richelieu toe tot het ‘Conseil du Roi’, de Raad van de Koning. Hij wordt de eerste minister van het koninkrijk van koning Louis XIII. Deze positie heeft hij mede te danken aan Marie de Medici, de moeder van de koning, die erg gesteld is op de Richelieu. Het verhaal gaat dat de Richelieu en Marie de Medici een geheime liefde hebben waardoor hij zijn politieke carrière kan beginnen.
Koning en kardinaal delen hun visie over de grenzen van Frankrijk: deze moeten weer samenvallen met de grenzen van het vroegere Gallië.


Hugenotenopstand
Louis XIII wil de Hugenoten voorgoed onderwerpen. Ook de Richelieu zag de Hugenoten als ‘gevaar voor Frankrijk’. Deze protestanten durven weerstand te bieden aan de koning en zijn niet bereid de privileges die zij van Henri IV hebben ontvangen, op te geven. De Richelieu vindt onderwerping van deze Hugenoten “de eerste prioriteit voor het koninkrijk”.
In 1625 richtte Richelieu zich tot de koning in zijn raadsvergadering om hem te waarschuwen:
“... zolang de hugenotenpartij in Frankrijk bestaat, heeft de koning geen absolute macht in zijn koninkrijk”
kardinaal-minister de Richelieu
De Richelieu besluit de opstandige stad La Rochelle In het Beleg van La Rochelle met haar uitzonderlijke vrijheden, definitief te onderwerpen en wordt er een bloedig einde gemaakt aan de hugenotenopstand (1627-1628).
Kardinaal Richelieu is in deze strijd de commandant van de koninklijke troepen wanneer de koning afwezig is.
Château de Cormatin
In de nacht van vijf op zes februari 1629 verblijven koning Louis XIII en kardinaal de Richelieu, als belangrijkste minister van de koning, op het château van Cormatin.
De Richelieu is dan op doorreis naar Italië. Hij wordt op het château ontvangen door Jacques du Blé, le ‘seigneur van Cormatin’. Jacques du Blé is op dat moment eigenaar van het château van Cormatin.

Chambre de Richelieu op château Cormatin
Uiteraard blijft deze kamer van het château voor altijd verbonden met het bezoek van kardinaal de Richelieu. Wanneer je het château bezoekt, zul je deze kamer zeker herkennen.
Politieke programma van Richelieu
Aan Louis XIII die graag koninklijk gezag wil laten gelden, maar zelf daar weinig daadkracht voor heeft, stelt Richelieu het volgende programma voor:
- de politieke macht van het protestantisme in Frankrijk vernietigen;
- de trots en de opstandige geest van de adel te vernietigen en diens macht aanzienlijk te verkleinen;
- geen trouw en steun meer aan het Huis van Habsburg.
Aanvankelijk is de koning wantrouwend, maar uiteindelijk geeft Louis XIII zijn instemming en vertrouwen aan Richelieu.
La Journée des Dupes
Rond 1630 is de sympathie van Marie de Medici voor de kardinaal voorbij. Dit zou te maken kunnen hebben met het einde van hun geheime liefde. Marie de Medici is het echter ook niet eens met het beleid van de Richelieu en probeert bij de koning zijn ontslag te bewerkstelligen. Hoewel het er eerst op lijkt dat de koning meegaat in de eis van zijn moeder, neemt de crisis in november een andere wending.
Op 10 november ontmoeten Marie de Medici en de kardinaal elkaar in het Palais de Luxembourg te Parijs. Ook de koning is hier aanwezig. De koningin-moeder eist het ontslag van de kardinaal en de koning wordt gedwongen te kiezen tussen zijn moeder en de kardinaal.
De vele vijanden die de kardinaal inmiddels heeft, verwachten dat dit ontslag toegekend wordt. Deze dag staat bekend als ‘la journée des Dupes’. De koning trekt zich terug in zijn jachthuis in Versailles om zich te beraden. De spanning hangt in de lucht en de koning neemt de tijd om tot een besluit te komen.
Uiteindelijk beslist de koning en kiest voor de kardinaal. Marie de Medici wordt verbannen naar Compiègne.
‘La Journée des Dupes’ verwijst naar de dagen zondag en maandag koning van Frankrijk, Louis XIII onverwachts zijn vertrouwen in zijn minister de Richelieu bevestigt, zijn politieke tegenstanders uitschakelt en de koningin-moeder Marie de Medici tot ballingschap veroordeelt.

De Richelieu is niet geliefd
De kardinaal heeft in zijn leven veel vijanden gemaakt. Zo wordt hij gehaat door de bevolking aan wie hij zware belastingen oplegt.
De broer van de koning, Gaston de Orléans, leidt een samenzwering tegen de kardinaal ten tijde van ‘la journée des Dupes.
Ook de adel ziet hem liever gaan dan komen, de Richelieu hervormt het Franse bestuur ten gunste van de macht van de koning en ten koste van de adel.
Uiteindelijk raakt ook de verhouding met koning Louis XIII ernstig verstoord, de Richelieu had te vaak de macht van de koning overgenomen.
Abt van de abdij van Cluny 1629 - 1642
Kardinaal van ambitieuze hervorming
Het is 3 juli 1629 als abt Vény d’Arbouze, die voelt dat zijn macht over de abdij hem ontglip, zijn zetel ter beschikking stelt en aftreedt. Hij heeft het vertrouwen van koning Louis XIII verloren en daarmee is zijn positie onhoudbaar geworden.
Op 11 augustus volgt de Richelieu hem, met de steun van de koning, op. De Richelieu is de 53e abt van de abdij van Cluny.
Zijn eerste zorg betreft de gebouwen van de abdij die dringend restauratie behoeven.


Terug naar de Regel van Benedictus
De Richelieu zich in voor een goede opleiding voor priesters. Als abt moedigt hij de hervorming van de Benedictijnse Orde aan en hij introduceert de ‘Saint-Maur’ een terugkeer naar de naleving van de benedictijnse Regel, wat een grotere strengheid van het kloosterleven inhoudt. Het is de droom van De Richelieu dat de Franse Benedictijnen zich herenigen, te beginnen met die van Cluny en Saint-Maur.
1 september 1631:
De Richelieu brengt de Orde van Cluny en de nieuwe Orde van Sint-Maur samen in één enkele Orde van Sint-Benedictus (Ordre de Saint-Benoit). Volgens de nieuwe statuten van de Richelieu wordt het oude brevier vervangen door een nieuw brevier, het Breviarium Cluniacence.
Hoewel bedoeld als proces van eenwording, is het in werkelijkheid het begin van een lange affaire waarin aanhangers van de oude naleving van Cluny en aanhangers van de hervorming met elkaar in botsing komen.
De macht en invloed van de abdij neemt in deze periode steeds meer en ook de aristocratische Richelieu kan het opkomende verval van de eens zo machtige abdij niet tegenhouden.

Porte de Richelieu in de abdij
Richelieu laat een monumentale deur in het midden van La Façade du palais du pape Gélase bouwen, een monumentale poort die de ingang van het abdijcomplex moet verfraaien en moderner maken én de macht van de kardinaal-abt te laten gelden.
De versiering is representatief voor de kunst uit de Barok in de 16e eeuw.
In 1873 wordt de poort ontmanteld, architect Charles Laisné heeft het idee de gevel van de poort opnieuw in gotische stijl te brengen. Vervolgens is de poort verdwenen en bijna een eeuw uit het zicht verdwenen. De Porte de Richelieu is in de jaren zestig in een hoek van een kelder teruggevonden.
Aan het begin van de 21e eeuw is dit meesterwerk van de klassieke beeldhouwkunst opnieuw in elkaar gezet op de binnenplaats van de abdij. Voor de herinstallatie moesten de ontbrekende onderdelen worden hersteld.
De hele operatie om dit prachtige gebouw uit het verleden in al zijn glorie te herstellen heeft zes maanden in beslag genomen en € 242.000 gekost. Tot afgelopen december 2011 ontbreekt echter nog een deel van het fries. Dit ontbrekende deel wordt in 2010 bij toeval ontdekt en kan zo opnieuw in de oorspronkelijke gevel worden geplaatst.
"Je suis venu une seule demi-journée à Cluny"
Naast het abbatiaat van Cluny heeft de Richelieu meerdere functies, hij is ook kardinaal én een belangrijk staatsman. Zijn aanwezigheid in Cluny is daardoor geen vanzelfsprekendheid en hij is bekend door zijn veelvuldige afwezigheid.
Abt van Lourdon
Als abt heeft de Richelieu ook de verantwoording over het château van Lourdon.
Dit château is in de geschiedenis vaak een toevluchtsoord voor de monniken van Cluny en dient tevens als schatkamer voor de abdij als deze aangevallen te verduren heeft.
Het kasteel van Lourdon is echter ook een gevaarlijk fort en bedreiging voor de regio. De bisschop van Mâcon ziet de overheersing van Cluny als ongewenst. Zodra Claude de Guise in 1612 sterft, schrijft de bisschop een brief aan de koning:
«... de genoemde sloop is zeer belangrijk voor de dienst van de koning en zeer nuttig voor Bourgondië, temeer daar het genoemde kasteel erg sterk is, en het alleen met een leger en met een kanon te benaderen is ... het kan het hele land verwoesten tussen de rivieren van de Loire en de Saône…»
de bisschop van Mâcon, 1612

Sloop van château Lourdon
In 1632 geeft Richelieu de opdracht tot de sloop van de donjon en het kasteel van Lourdon, dit volgens de voorwaarden van de overeenkomst.
De versterkte delen van het château worden door middel van explosieven opgeblazen. Het sloopcontract bepaalt dat de onversterkte delen zoals het huis van Amboise, de stallen en de baan voor Jeu de paume worden gespaard.
De overblijfselen van het kasteel worden tot aan de Franse Revolutie gebruikt als agrarische gebouwen ten behoeve van de monniken van Cluny.
Hier lees je op zuidbourgogne.nl meer over de geschiedenis van château de Lourdon.
Tegelijkertijd in 1631: de stad Richelieu
In 1621 koopt kardinaal De Richelieu het oude domein Richeloc, dichtbij het familielandgoed. Het eenvoudige kasteel van zijn voorouders beantwoordt niet meer aan zijn nieuwe status en zijn politieke carrière zet hem ertoe aan een ambitieus project te beginnen: hij wil niet onderdoen voor de mooiste kastelen uit die tijd.
In 1631 verleent de koning aan Richelieu het privilege om een kasteel en een nieuwe stad te bouwen.
Kardinaal de Richelieu kiest een plaats uit bij zijn familiedomein op de grens tussen Anjou, Touraine en Poitou. Hij stelt de koninklijke architect Jacques Lemercier aan om het kasteel en de nieuwe stad te ontwerpen.
Het kasteel met zijn prachtige kunstwerken was een van de mooiste kastelen van Europa. et kasteel bevond zich in het hartje van een park dat meerdere hectares beslaat ten zuiden van de huidige stad. Helaas is er vandaag de dag bijna niets meer van over.
Deze nieuwe stad wordt omheind met muren en grachten en krijgt een markthal met vier jaarmarkten en twee weekmarkten hebben. De stad heeft een rechthoekig, romeins grondplan van 620 bij 390 meter. De stadsmuur telt drie poorten en een valse poort die enkel voor de symmetrie wordt gebouwd. Langs de Grande Rue komen stadspaleizen en huizen voor de hovelingen van de kardinaal en edellieden die trouw zijn aan Richelieu. In het noorden en het zuiden van de stad worden pleinen aangelegd. De stad krijgt de naam van de kardinaal: Richelieu.
Tweeduizend arbeiders werden aan het werk gesteld en bij de dood van de kardinaal in 1642 is de bouw bijna klaar. De kardinaal heeft de stad dus nooit voltooid gezien.
Richelieu bleef in het bezit van de familie de Richelieu tot aan de Franse Revolutie. Dan wordt het kasteel in beslag genomen en veel meubilair en kunstcollecties worden gestolen. Een handelaar koopt het kasteel op en laat het vervolgens afbreken en verkoopt het als bouwmateriaal.
Het kasteelpark met de overgebleven bijgebouwen komt later terug in het bezit van de familie de Richelieu. De laatste hertog de Richelieu laat het in 1930 na aan de Sorbonne universiteit.
Van het kasteel is helaas bijna niets meer over, maar maar de stad Richelieu blijft zo goed als ongeschonden en behoudt haar 17de-eeuwse karakter.
Chapelle de la Sorbonne
De rooms-katholieke chapelle de la Sorbonne staat in het Quartier Latin in Parijs.
In 1627 begint een restauratieproject dat tot 1642 zal duren. Kardinaal de Richelieu is degene die hiervoor de opdracht heeft gegeven. De kardinaal heeft de eerste steen mogen leggen.

Académie Française
De Académie Française is een van de oudste academies van Frankrijk. Informeel bestaat ze al vanaf 1570.
De Richelieu is erg gefascineerd door diverse vormen van kunsten, die hij probeert zo goed mogelijk te beschermen. Hij wordt gezien als de oprichter van de Académie Française. In 1635 geeft hij de Académie een officiële status.

De Richelieu sterft in Parijs
In de laatste jaren van zijn leven is Richelieu ernstig ziek, hij lijdt onder meer aan steeds terugkerende koorts, reuma en tuberculose. Op het laast kan hij zich alleen nog in een draagstoel (laten) verplaatsen.
Op 4 december 1642 sterft hij aan pleuritis. Hij heeft dan de leeftijd van 57 jaar.
De Richelieu wordt begraven in de kapel van zijn geliefde Église de la Sorbonne en vervolgens in een grafkelder onder een mausoleum gelegd.
In opdracht van een van zijn erfgenamen, de hertogin van Aiguillon, krijgt het mausoleum een beeeld van Carrara marmer, ontworpen door Le Brun en gebeeldhouwd door Francois Girardon.
Bij zijn overlijden laat Richelieu een fortuin van 20 miljoen pond na, wat verdeeld wordt onder zes erfgenamen en leden van zijn huishouding.


Vreugdevuren bij de bevolking
Zijn dood leidt tot grote vreugde bij de bevolking, velen steken vreugdevuren aan om zijn dood te vieren. De kardinaal-minister was vanwege zijn beleid zeer impopulair bij de bevolking, en uiteraard bij de adel.
Ook de koning, die steeds meer last kreeg van zijn minister, is verheugd, al laat hij dat minder publiekelijk blijken.
Franse Revolutie
plunderen leden van Franse Revolutie het graf van Richelieu. Ondanks de pogingen van Alexandre Lenoir, die alle kunstschatten van in beslag genomen nationale eigendommen moest beschermen en bewaren, graven de Revolutionairen het lichaam van Richelieu op en onthoofden het.
Over wat er daarna met het lichaam is gebeurd, zijn verschillende versies. Het onthoofde lichaam is in de Seine gegooid, of in een van de kelders van de Sorbonne geplaatst die als een gemeenschappelijk graf diende.
Deze onduidelijkheid is de aanleiding voor een welig tierende handel in relikwieën van de kardinaal.
Paus Urbanus VIII over de Richelieu
Wanneer paus Urbanus VIII van de dood van Richelieu hoort, zou over hem hebben gezegd: “
Als God bestaat, zal de kardinaal voor veel dingen aan Hem verantwoording moeten afleggen. Anders, mijn geloof, zal hij goed geslaagd zijn in het leven”.
"Si Dieu existe, le cardinal devra répondre devant Lui de beaucoup de choses. Sinon, ma foi, il aura bien réussi dans la vie".
paus Urbanus VIII
Amours secrettes du cardinal de Richelieu
Er wordt gezegd dat de kardinaal tijdens zijn leven een afkeer van vrouwen zou hebben gehad. Andere beweringen spreken van een tumultueus liefdesleven.
Een document onthult een geheime liefdesrelatie tussen de kardinaal en Marie de Medici en later met Madame de Combalet die hertogin van Aiguillon.
Mater Denis schrijft Amours secrettes du cardinal de Richelieu.




De drie musketiers / Les trois mousquetaires (1844)
De kardinaal heeft in zijn leven zoveel vijanden dat hij dag en nacht door zijn eigen musketiers moet worden bewaakt.
De Richelieu wordt een van de hoofdpersonen in het boek Les Trois Mousquetaires (De drie musketiers) van de Franse schrijver Alexandre Dumas.
De roman speelt zich af rond 1627 en vertelt de avonturen van Athos, Porthos en Aramis. Deze drie musketiers nemen het op tegen kardinaal. De Richelieu wordt beschreven als een machtig heerser, machtiger dan de koning en is de antagonist van het verhaal.
Het verhaal gaat over het complot dat de Richelieu smeedt om de jonge koning en zijn vrouw in diskrediet te brengen. De Richelieu hoopt dat hij de koning hierdoor tot aftreden kan dwingen. Vervolgens kan de Richelieu dan zelf het leger gaan aanvoeren met als doel om de Hugenoten aan te vallen en Engeland de oorlog te verklaren.
Korte delen van het verhaal publiceert Dumas eerst in een Parijse krant.
Alexandre Dumas was ook een graag geziene gast bij de schrijver, dichter en staatsman Alphonse de Lamartine.
"Unus pro omnibus, omnes pro uno" / "Eén voor allen, allen voor één"
les trois mousquetairen
bronnen
www.histoire-pour-tous.fr
www.châteaudecormatin.com
www.gallica.fr
www.wikipedia.org
www-bude–orleans-org
FB: Un jour, Cluny
Le Journal; 13-03-2012