Guillaume I d’Aquitaine, stichter van de abdij van Cluny heeft zelf de eerste abt aangesteld:
Berno, een monnik uit het klooster van Beaume-les-Messieurs.
Guillaume bepaalde ook dat na het overlijden van deze eerste abt
‘de monniken het recht en de vrijheid zullen hebben om een kloosterling van hun orde
als abt te kiezen volgens Gods wil en volgens de Regel van Benedictus.’
Daarmee wordt de monnik Odo, als opvolger van abt Berno,
de eerste gekozen abt van Cluny geworden.
Odo is van 927 tot 942 abt van de abdij.
Voor Cluny, en alle daaruit voortkomende abdijen, is hij een belangrijk kloosterhervormer geweest.
Odo was ook een bekend componist, schrijver en dichter.
Daarnaast is hij de grondlegger van de alfabetische muzieknotatie.
Abt Odo is de patroon van de musici geworden.
Lees hier het artikel over Odo als componist en grondlegger alfabetische muzieknotatie.
Tours 879 - 942 Tours
Het wonder van de geboorte van Odo
Odo wordt in 879 geboren als zoon van Abbo, ‘le seigneur de Déols’, de naam van zijn moeder kennen we niet. Zijn geboortehuis staat aan de grens tussen Maine en Touraine.
De ouders van Berno zijn, tot hun groot verdriet, lang kinderloos. Op een kerstavond bidt vader Abbo tot Onze Lieve Vrouw om het krijgen van een zoon, én, zijn wens gaat in vervulling.
Bij de geboorte wijdt Abbo zijn zoon Odo toe aan de heilige bisschop Martinus van Tours. Later is Abbo deze belofte vergeten, of heeft hem geheim gehouden. Zijn ouders bereiden Odo voor op een leven ‘in de wereld’.
Odo krijgt zijn eerste onderricht aan het hof van Guillaume I d’Aquitaine. Deze Guillaume is de hertog van Aquitanië, een hertogdom in het zuidwesten van Frankrijk. Guillaume is tevens de stichter van de abdij van Cluny.
Voor de ouders van Odo ligt is het de bedoeling dat hij krijgsheer wordt.
De abdij van Cluny is aan het begin van de tiende eeuw gesticht door door Guillaume I d’Aquitaine. Deze hertog van Aquitanië en graaf van Mâcon, vraagt abt Berno (850-927) van het klooster Baume-les-Messieurs om advies bij de stichting van een kleine abdij, waar twaalf monniken in zouden treden. Dit wordt de Abdij van Cluny waar Berno de eerste abt gaat worden.
Opnieuw toewijding aan de heilige Martinus
Als Odo op negentien jarige leeftijd van de afgebroken toewijding van zijn vader aan de heilige Martin de Tours hoort, verlaat hij het hof van Guillaume. Hij wil zijn leven een andere wending geven. Odo gaat opzoek naar de toewijding aan Saint Martin de Tours.
In Parijs neemt de in die tijd beroemde geleerde Remigus van Auxerre, Odo op als leerling.
Odo werkt vanaf 899 tien jaar als kapelzanger en kanunnik in Tours. Hij is dan pas negentien jaar. In die tijd is kanunnik een erebaan bij een belangrijke kerk.
Regel van Benedictus, inspiratie voor Odo
Odo ontdekt de Regel van Benedictus van Nursia en voelt zich hier erg door aangesproken. Odo heeft veel kritiek op de monniken van Tours, hij vindt dat deze monniken door hun rijkdom ver weg gedreven zijn van hun oorspronkelijke roeping.
Teleurgesteld verlaat Odo de monniken van Tours. Hij wil monnik worden in de abdij van Baume-les-Messieurs (in het bisdom Besançon in de Jura). Rond het jaar 909 treedt Odo in bij abdij van Baume-les-Messieurs, hij is dan dertig jaar. Honderd boeken neemt hij mee naar het klooster.
In deze tijd gaat hij ook de koorschool in Baume-les-Messieurs leiden.



Naar Cluny
Abt Berno van de abdij van Baume-les-Messieurs sticht in 910 op verzoek van Guillaume de Aquitaine de Abdij van Cluny. Berno wordt de eerste aabt van Cluny en hij neemt twaalf monniken uit Baume-les-Messieurs mee naar Cluny. Odo is één van hen.
Odo, abt van de abdij Cluny
Als Berno in het jaar 926 overlijdt, moet de monnik Odo hem opvolgen als abt van Cluny, Massay en Déols. Odo weigert echter de benoeming aan te nemen. Bedreigd met excommunicatie, accepteert hij uiteindelijk het abbatiaat en in 927 wordt hij abt over genoemde abdijen. Zijn ambtstermijn als abt leidde tot enkele van de belangrijkste hervormingen in het westerse monnikendom.
Aan het eind van zijn leven schreef abt Berno zijn testament. Hij beschrijft daarin dat na zijn overlijden de kleine verzameling kloosters die onder zijn gezag staan, in twee delen opsplitst moet worden. Odo wordt abt over het deel dat hem testamentair toegewezen is.

Abt Odo is een inspirerend persoon, voor zijn monniken én voor de andere gelovigen.
Hij bouwt bovendien een goede relatie op met de wereldlijke heersers, zoals de Bourgondische vorsten en de West-Frankische koning Rudolf. Daarnaast ontwikkelt Odo een bijzondere relatie met paus Johannes XI. de abt doet een beroep op koningen en pausen om privileges voor Cluny te verkrijgen. Alles vastgelegd in een Chartre de Cluny.
"In één enkele monnik waren de verschillende deugden verenigd die in andere kloosters over meerderen verspreid zijn"
Joannes Italus, biograaf van Odo
Opkomst van Cluny onder Odo
Cluny komt onder abt Odo tot grote bloei. Odo blijft, net als zijn voorganger Berno, trouw aan de Regel van Benedictus. De essentie van deze Regel staat samengevat in Ora et labora. Het is dé opdracht van de monniken: ‘bid en werk’. Met deze levensregel bouwt Odo een kloosterdiscipline op. In het kloosterleven ziet Odo de voortzetting van het leven van de vroege kerk.
Odo vindt strikte naleving van de Regel erg belangrijk. Monniken moeten onophoudelijk bidden en psalmen reciteren. Met deze soberheid is Cluny in de tijd van Odo een uitzondering op bestaande kloosters. Daar was het leven een stuk minder sober, vaak zelfs decadent luxe voor die tijd.
De adel profiteert hiervan door de monniken voor zich te laten bidden.
Ideaal van Cluny
Armoede binnen de abdij is onder Odo opnieuw een kloosterideaal geworden.
De liefdadigheid van Cluny komt voort uit dit ideaal. Meer dan zevenduizend mensen krijgen jaarlijks voedsel uitgedeeld.
Odo staat bekend als een bijzonder, vriendelijk en buitengewoon ontwikkeld mens. Hij heeft de gewoonte kleine kinderen die hij onderweg tegenkomt, te vragen iets te zingen om hen daarna een kleinigheid te geven.
Volgens zijn leerling monnik Johannes von Salerno, die zijn biografie schreef, verspreidde Odo “de vreugde om zich heen waarvan hij vervuld was.”

Betrekking tot de paus
Odo vindt de relatie met de paus erg belangrijk en hij investeert veel in goede betrekkingen. Aangezien de ‘Heilige Stoel’ in Rome ver genoeg weg zat, kon deze weinig invloed hebben op de abdij van Cluny. Hiermee hoopt Odo de plaatselijke bisschoppen en wereldlijke machten buiten spel te zetten. Zo behoudt Odo macht en zelfstandigheid in Cluny.
Opdracht van de paus
Onder Odo krijgt de abdij van Cluny ook het recht om munten te slaan, scholen te openen en een bibliotheek van belang in te richten. Van paus Johannes XI komt het privilege om een monnik uit een ander klooster op te nemen. De monnik moet dan beloven de Regel van Benedictus strikt na te leven. Het was destijds volstrekt ongebruikelijk dat een monnik van klooster veranderde.
In 931 krijgt Odo de opdracht van de paus de hervormingen ook in andere kloosters door te voeren.
De abdij van Cluny wordt een model voor het kloosterleven. Onder het abbatiaat van Odo worden honderden kloosters onder de abdij van Cluny gesteld. Het is een privilege dat door koning Henri le Saxe (Hendrik de Vogelaar) aan Odo is verleend.
Odo brengt deze kloosters terug naar de essentie van de Regel van Benedictus. De Regel gaat over veel verschillende gebieden van het kloosterleven: stilte, gebed, armoede, celibatair leven, voeding en clausuur. De abdijen van Fleury en Romainmôtier zijn hier voorbeelden van.
De abdij van Fleury in Saint-Benoît-sur-Loire was een van de belangrijkste benedictijner abdijen in Frankrijk. Voor vanwege de relikwieën van Benedictus die in deze abdij bewaard zouden zijn.

Uitbreiding van de invloed van Cluny
Ook in Italië komen verschillende kloosters onder de abdij van Cluny en daarmee onder leiding en hervorming van Odo te staan. De abt bezoekt Rome meerdere malen in zijn leven, ook bezocht hij Subiaco, Monte Cassino en Salerno.
Cluny krijgt in deze tijd vaak land geschonken en breidt hiermee haar bezit en invloed uit. Tijdens het abbatiaat van Odo krijgt Cluny minstens 82 schenkingen. Waarschijnlijk zijn dit er in werkelijkheid nog veel meer geweest. Odo brengt een aantal kloosters onder zijn gezag. Zo ontstaat een monnikenstaat.
Aan het begin van de 12e eeuw zijn door heel Europa meer als duizend kloosters vanuit Cluny ontstaan. De meeste hiervan liggen in het zuiden van Frankrijk en in Italië. Het geheel werd gezien als een ‘monnikenstaat’.
Voorbeelden van deze kloosters: Romainmôtier (929), Aurillac ( c. 930), Fleury ( c. 930), Sarlat ( c. 930), Saint-Allyre Clermont ( c. 933), Saint-Pierre- le-Vif (Sens) ( ca. 938), Saint Paul in Rome) (936), Montecassino ( ca.940), en Saint-Julien van Tours (942)
Odo als vredestichter
Cluny ligt tussen het Rijk van de Franse koning en het Duitse keizerrijk en krijgt hierdoor een bemiddelende rol tussen beide grootheden. Odo neemt ook bij andere conflicten de rol van vredestichter op zich. Zo bemiddelt hij tussen Alberic II, de prins van Rome en Hugo van Arles, graaf van Arles en koning van Italië, die een conflict over Rome hebben.
Pax et treuga Dei
De abdij van Cluny speelde een belangrijke rol in de beweging Pax et treuga Dei, (Vrede en Godsbestand). Cluny was onafhankelijk van enig wereldlijk gezag, alleen onderworpen aan het pausdom.
De Pax et treuga Dei was een Middeleeuwse beweging onder leiding van de katholieke kerk. Het doel van de beweging was om het geweld in de westelijke helft van het Karolingische Rijk te beperken en vrede te brengen. Een belangrijke pijler was de deelname van het volk, waarbij veel gewone burgers de beweging steunden als een oplossing voor de hongersnoden, het geweld en de ineenstorting van de sociale orde om hen heen. Veel monniken van Cluny kwamen uit dezelfde ridderklasse waarvan ze het geweld probeerden te stoppen.
Pax et treuga Dei werd een van de meest invloedrijke vredesbewegingen in de geschiedenis.
Financiële problemen voor de abdij
Odo blijft zijn hele leven toegewijd aan Martinus van Tours.
Als abt maakt Odo zich zorgen over de financiële problemen van Cluny om de bouw van de abdij te kunnen voltooien. Dan volgt voor Odo een bijzondere ervaring:
Op de feestdag van Martinus van Tours ziet Odo een oude man uitkijken over de onvoltooide abdij. De oude man gaat naar Odo toe en zegt dat hij Martinus is en dat als de monniken volharden, hij voor het geld zal zorgen. Een paar dagen later wordt 3000 solidi goud als geschenk naar Cluny gebracht, aldus de legende.
Solidus is een Romeinse gouden munt die door Constantijn de Grote in 309/310 wordt ingevoerd. De munt blijft in gebruik tot in de 10e eeuw.

Odo sterft in Tours
In de zomer van 942 wordt Odo ziek, hij is op dat moment in Rome. Hij voelde zijn einde naderen en hij staat erop terug te keren naar Tours voor de viering van de feestdag van de heilige Martinus van Tours. Hier aangekomen wordt hij ernstiger ziek en overlijdt op 18 november 942.
Odo wordt begraven in de kerk van Saint Julian. Later zullen de Hugenoten de overblijfselen van zijn lichaam verbranden.
Odo schrijft over Gerald d'Aurillac
Odo schrijft het eerste heiligenleven over een niet-geestelijke, namelijk over graaf Gerald d’Aurillac, de oprichter van de abdij van Cluny.
Gerald d’Aurillac (855-909) is een Franse rooms-katholieke heilige die ook door andere christelijke kerken wordt erkend. Hij wordt geboren als de zoon van de graaf van Aurillac en was erfgenaam van deze titel. De details van zijn leven kennen we hoofdzakelijk uit de geschriften van Odo van Cluny.
Gerald overweegt om bij een religieuze orde in te treden, maar wordt hiervan door de bisschop van Cahors weerhouden. Deze overtuigt hem dat hij met zijn sociale status als leek meer goed voor de wereld kan doen. Desondanks stelt hij zijn leven in dienst van God, geeft hij zijn bezittingen weg, doet een persoonlijke gelofte van kuisheid en bidt elke dag het brevier. De Gerald d’Aurillac wordt beschouwd als een groot voorbeeld van een toegewijde celibataire christelijke aristocraat. Hij is de patroonheilige van graven en vrijgezellen (bron: wikipedia.org).

Abt Odo van Cluny vereert als heilige
In de katholieke en oosters-orthodoxe kerken vereert men Odo als heilige. Zijn naamdag/feestdag is op 18 november.
Het thema van zijn naamdag is “garder l’ancien et créer le nouveau” (bewaar het oude en creëer het nieuwe).
Ook wordt zijn voorspraak ingeroepen voor regen bij droogte.
Na zijn dood volgt Aymard Odo in Cluny op als abt.
Odo als bekend componist en schrijver over muziektheorie
Paus Benedictus XVI over Odo van Cluny
"De heilige Odo is een voorbeeld van vreugde in een samenleving van ondeugden."
Benedictus XVI, Vaticaanstad 2 september 2009
“Hoewel de samenleving in zijn tijd gevuld was met een “onmetelijkheid van ondeugden”, was Saint Odo in staat om de gelovigen aan te moedigen het geloof met vreugde te leven”, zei paus Benedictus vandaag tegen het grote publiek terwijl hij zijn reeks leringen over de middeleeuwse heiligen voortzette.
Klik hier als je verder wilt lezen wat paus Benedictus over Ode vertelt.
Boeken om te lezen
bronnen
The early history of the Monastery of Cluny, Smith, Lucy Margaret Smith, Oxford University 1920
Herbouwd Verleden, Terlingen / Engelbregt
https://quad-raad.nl/blog/9-blog/20-de-geschiedenis-van-het-notenschrift-deel-1
www.worldwidebase.com/componisten/odo_van_cluny.shtml
www.imkejellevandam.nl/componisten-800-1089-85.html#odo
www.rkdocumenten.nl
www.britannica.com
https://catholicsaints.info/saint-odo-of-novara
www.wikipedia.org