Pierre Vénérable, de Franse naam van Petrus Venerabilis, is een benedictijnse monnik, theoloog en negende abt van Cluny.
Petrus is een van de meest invloedrijke abten van Cluny en raadgever van koningen en prinsen.
Hij staat bekend als vredestichter en een zachtmoedig, evenwichtig en ontwikkeld man.
Opvallend is dan zijn fanatisme tegen joden en moslims.
Peter de Eerbiedwaardige verdedigt Abélard, een belangrijke meester van de ‘Écoles de Paris’
en een van de grootste denkers van die tijd.
Petrus Venerablis ook wel Petrus de eerbiedwaardige genoemd,
is de laatste ‘grote abt” van Cluny
en heeft belangrijke hervormingen doorgevoerd in het kloosterleven.
Pierre-Maurice de Montboissier
Montboissier 1092 - 1156 Cluny
In 1092 (of 1094) wordt Pierre-Maurice geboren in Montboissier, een dorp in de Auvergne. De ouders van Pierre zijn edelen met een château in Condat-lès-Montboissier.
Pierre-Maurice stamt uit twee belangrijke geslachten: familie de Montboissiers en familie Semur.
Beide families hebben een sleutelrol in de geschiedenis van de orde van Cluny en Vézelay.
Via de lijn van zijn moeder is Pierre-Maurice de achterneef van Hugues I van Cluny, de zesde abt van Cluny en neef van Hugh II van Semur die later tot de achtste abt van Cluny zou benoemd worden.
Ouders van Pierre
Pierre-Maurice is de zoon van Hugues Maurice de Montboissier en Raingarde de Semur.
De vader van Pierre vocht mee in de Eerste Kruistocht om Jeruzalem terug te heroveren op de moslims. Aan het eind van zijn leven treedt vader Maurice in het klooster van Sauxillanges in.
Ad succurrendum is de gewoonte dat weldoeners van een klooster tegen het eind van hun leven, vlak voor het sterven, het ordekleed mogen aannemen.
Na het overlijden van zijn vader (mei 1115) trekt zijn moeder zich terug in het klooster van Marcigny en legt hier haar geloften af. Het klooster in Marcigny, een plaats ten zuiden van Anzy-le-Duc, was het eerste cluniacenzer nonnenklooster. Raingarde krijgt in Marcigny de taak van cellarius, keldermeester. Ze kreeg toestemming van haar man om naar het klooster te gaan, wanneer hij overleden was en de kinderen volwassen zouden zijn. Raingarde sterft op 8 juli 1134 in het klooster. Pierre is tot zijn verdriet niet op tijd terug van zijn reis naar Pisa om haar nog te zien.
De monniken van Cluny zullen Raingarde later ‘gezegend’ noemen.
Broers van Pierre
Pierre heeft vijf broers die, evenals hij zelf, allemaal een belangrijke rol in de geschiedenis van de kerk gaan krijgen:
– Héraclius, gaat de aartsbisschop van Lyon worden.
– Ponce wordt abt van de bekande Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay.
– Jordan wordt abt van de abdij van Chaise-Dieu, een benedictijner abdij in de Auvergne.
– Armand wordt abt van de oude abdij van Manglieu, nabij Puy-de-Dôme.
– Eustache de abt van de abdij Saint-Pierre-et-Saint-Caprais de Mozac.
Alleen de oudste zoon treedt niet in dienst van kerk of abdij, want hij is de erfgenaam van Montboissier. De broers krijgen een religieuze opvoeding en ervaren al vroeg de verbondenheid met kerk en kloosters.
Kloosteropleiding
Aangezien de familie van Pierre-Maurice nauw verbonden is aan de benedictijner abdij van Cluny, wordt Pierre al voor zijn geboorte ‘beloofd’ aan het klooster van Cluny. Pierre gaat rond zijn zevende levensjaar naar het nabijgelegen klooster van Sauxillanges, een priorij van Cluny. Hier ontvangt hij zijn opleiding en voorbereiding op het kloosterleven.
Hij is, zoals geschreven, als oblaat door zijn ouders afgestaan aan deze abdij. Een gewoonte die in deze tijd vaker voorkomt.
Sauxillanges is een kleine plaats in de Auvergne, ten zuid-oosten van Clermont Ferrand. In 944 vestigen hier monniken van de abdij van Cluny. Een deel van deze abdij bestaat nog steeds.
Intrede in de abdij van Cluny
Rond zijn 16e jaar legt Pierre zijn professie af. Hij doet dit bij de Benedictijnen van Cluny. Abt Hugo is dan de zesde abt van Cluny. Pierre wordt monnik Petrus.
In 1116 vindt abt Pontius dat monnik Petrus prior van Vézelay moet worden. Petrus is dan ongeveer 25 (!) jaar. In Vézelay krijgt hij tevens zijn verdere opleiding. Vier jaar later wordt hij prior van de priorij van Domène in de Auvergne.
In 1122 komen er klachten tegen abt Pontius van Cluny. Pontius moet uit Cluny vertrekken.
De abdij kiest nu een bejaarde monnik, Hugo II, als nieuw abt. Enkele maanden na het begin van zijn abbatiaat overlijdt Hugo II al. Nu kiest de abdij Petrus als abt. In augustus 1122 komt hij aan in Cluny. Petrus is dan pas dertig jaar.
Later betwist Pontius zijn afzetting en wil hij de macht, zo nodig met geweld, heroveren. Paus Honorius II roept Pontius naar Rome en veroordeelt hem tot excommunicatie. Petrus blijft de abt van Cluny.
Abt van Cluny 1122-1156
Petrus is op 22 augustus 1122 verkozen tot abt van Cluny. Hij volgt hiermee zijn oom Hugues II de Semur op. Van Anséri, de aartsbisschop van Besançon ontvangt Petrus de ‘abdijzegen’. Hij wordt bekend als abt Petrus.
Paus Callistus stuurt hem een brief om hem te feliciteren met zijn verkiezing als abt.
Als abt hervormt Petrus de abdij van Cluny. De abdij leeft in deze tijd in een financiële en morele crisis. De monniken leven in een overdadige weelde wat het moraal niet altijd ten goede komt. Daarnaast leven er nog aanhangers van abt Pontius in de abdij, de sfeer is hierdoor soms gespannen. De taak van Petrus is om rust, vrede en stabiliteit te brengen. Met daarbij een financieel stabiele situatie. Een niet geringe opdracht.
Abt Petrus laat de abdij weer een rol van betekenis spelen. Deze abt staat bekend als de laatste grote abt van Cluny. Petrus zelf krijgt intussen steeds meer invloed in de wereld van de muziek en de liturgie, de schilderkunst en architectuur.
Een veel gebruikte term voor de rijkdom van Cluny is ‘decor et nicor’, wat staat voor decorum en pracht. Dit heeft vooral te maken met de rijke liturgie van Cluny.
Kritiek op Cluny
Onder het abbatiaat van Petrus neemt de kritiek op de overdadige levensstijl van de monniken toe. De abdijen van Citeaux en Clairvaux leven soberder, verrichten meer arbeid en zeggen dichter bij de Regel van Benedictus te leven.
Hoewel Petrus zich fel verdedigt tegen deze kritiek, gaat hij toch over op enkele aanpassingen van het kloosterleven in Cluny, hij herstelt de discipline, de maaltijden worden soberder en hij verlengt het noviciaat van een week naar een maand.
Cluny III
De abdij komt tot grote bloei, zowel theologisch als economisch. Er moet een nieuwe kerk komen die de Romaanse kerk uit de 10e eeuw vervangt.
Onder abt Hugues I is de bouw van de église Saint-Pierre-et-Saint-Paul in 1088 begonnen. De eerste steen wordt op 30 september gelegd. Zeven jaar later zijn de vijf altaren van het koor gereed. Paus Urbanus II komt op 25 oktober 1095 naar Cluny voor de consecratie (inwijding) van het hoofdaltaar. Voordat Urbanus II paus is, leeft hij als monnik Odo in Cluny.
In 1130 voltooien de bouwmeesters de grote abdijkerk, ‘Cluny III’. Het is de grootste kerk die in de Middeleeuwen is gebouwd. De église Saint-Pierre-et-Saint-Paul blijft de grootste kerk tot aan de bouw van de Sint-Pieter in Rome, vijf eeuwen later. De abdijkerk van Cluny krijgt de titel Maior Ecclesia, ‘de grootste kerk’.
De kerkwijding is een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van Cluny én in het leven van abt Petrus. De kerk wordt ingewijd op 25 oktober (!) door paus Innocentius II. Meer dan 1000 monniken zijn hierbij aanwezig. Er is een belofte van aflaten voor alle bezoekers aan het klooster op deze dag.
De kerk krijgt een lengte van 177 meter en een middenschip meteen 30 meter hoog gewelf. Vier zijschepen, twee van 17 meter hoog en twee van 10 meter hoog, lopen parallel aan het middenschip en maken de kerk majestueus. De abdijkerk heeft een prachtig voorportaal en een narthex. Op de kerk worden acht torens neergezet waarvan vijf klokkentoren zijn.
Op 20 maart 1132 trekt een processie van twaalfhonderd monniken en twaalf abten door de nieuwe gebouwen.
Zo moet de abdij van Cluny er volgens de maquette uitgezien hebben.
Franse Revolutie
Helaas heeft deze laatste abdijkerk van Cluny de Franse Revolutie niet overleefd. De kunstwerken van de abdij zijn geroofd of vernietigd. Van de abdij is slechts een tiende deel bewaard gebleven.
Een groots kapittel georganiseerd door Petrus Venerabilis
Petrus Venerabilis roept in 1132 een groot kapittel bijeen en spreekt over de nieuwe rol van de abdij en alle dochter-abdijen.
Tweehonderd abten en priors, waaronder een aantal uit Engeland en Italië en meer dan duizend tweehonderd religieuzen komen samen in Cluny.
Petrus doet op dit kapittel ingrijpende bezuinigingsvoorstellen: eenvoudiger kleding, minder verlichting, vervanging van betaalde lekendienaren door lekenbroeders, minder salaris voor geestelijken en minder productie op de beeldhouwwerkplaats. Kort samengevat moet de abdij meer gaan opbrengen en de monniken meer arbeid gaan verrichten in plaats van alleen aandacht aan liturgie en geestelijke zaken te geven.
Op voorstel van Petrus neemt het kapittel dit hervormingsplan aan, hoewel er ook hevige protesten te horen zijn.
Dit plan wordt pas vijftien jaar later bekrachtigd in de vorm van statuten Statuta Cluniacensia en gepubliceerd in 1146-1147.
Het mysterie van de Transfiguratie
Petrus is geboeid door de christelijke mysteries. Met name de Transfiguratie boeit hem eindeloos, Hij ziet hier een verwijzing naar de Verrijzenis in.
Hij voert het feest van de Transfiguratie op de berg in het klooster van Cluny is en schrijft hier een speciaal getijdegebed voor, gloriosa facies.
Het verhaal van de Transfiguratie:
…ongeveer acht dagen nadat Jezus dit gezegd had ging Hij met Petrus, Johannes en Jakobus de berg op om te bidden. Terwijl Hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding stralend wit. Opeens stonden daar twee mannen met Hem te praten: het waren Mozes en Elia, die in hemelse luister verschenen waren. Ze spraken over het levenseinde van Jezus in Jeruzalem...uit het Evangelie van Lucas
Château Lourdon
Onder Petrus Venerabilis wordt het château de Lourdon de belangrijkste leverancier van tarwe en wijn voor de abdij.
Zo zorgt abt Petrus ervoor dat de levensstandaard van de monniken veilig wordt gesteld.
Petrus Venerabilis / Petrus de Eerbiedwaardige
De bijnaam Venerabilis / le Vénérable / de Eerbiedwaardige krijgt abt Petrus van keizer Frederik I Barbarossa, keizer van het Heilige Roomse Rijk.
Hij krijgt deze naam als verwijzing naar zijn ideaal van evenwicht en gematigdheid.
Hoewel abt Petrus nooit heilig is verklaard, wordt hij binnen de orde van Cluny wel beschouwd als een heilige.
Het ligt in mijn natuur ten diepste geneigd te zijn tot inschikkelijkheid; dat stimuleert mijn gewoonte om te vergeven. Ik heb de gewoonte te verdragen en te vergeven”
Petrus Venerabilis
Reizen door Europa
Als abt reist Petrus veel, hij doorkruist grote delen van Frankrijk, ook bezoekt hij Italië, Spanje en Engeland.
We weten van zijn biograaf dat het hem vaak zwaar valt de rust en het kloosterritme van de abdij te verlaten.
Petrus wil tijdens zijn abbatiaat de kloosters van Cluny, ook die buiten Frankrijk, bezoeken.
Op een van zijn eerste reizen naar Spanje, ontvangt hij een uitnodiging van Alfonso VII, de koning van Galicië, Castilla en León. Abt Petrus gaat graag op zijn uitnodiging in, want hij hoopt dat deze Alfonso hem kan helpen de grote financiële problemen van Cluny op te lossen.
Eerder in de geschiedenis deed koning Fernando I van León en Castilla in zijn regeerperiode (1037-1065) ook al een jaarlijkse schenking aan de abdij. Tussen het koninkrijk en de abdij waren destijds politieke, economische en religieuze banden. Ook had Cluny liturgische invloed op het koninkrijk. De abt ontvangt inderdaad financiële steun van koning Alfonso.
Tijdens een van zijn Spaanse reizen, heeft Petrus mogelijk ook een bedevaart gemaakt naar Santiago de Compostela. Hij refereert hieraan in een van zijn brieven.
Onderweg naar Toledo bezoekt Petrus het klooster van Cuixa in de Pyreneeën.
Reis naar Toledo
Tussen de stad Toledo en de monniken van Cluny bestond in de tijd van Petrus de Eerbiedwaardige al een lange geschiedenis.
Zo bezet de Castiliaanse koning Alfons VI in 1085 Toledo, destijds de hoofdstad van het Visgotische Rijk. Als concessie mogen de moslims in Toledo blijven en bleven de moskeeën gespaard.
Bernard de la Sauvetat is monnik van Cluny en wordt vanuit deze abdij de abt van de Spaanse abdij van Sahagun. Deze koninklijke abdij was door Alfonso VI, koning van Castilië aan Cluny geschonken. Het is in de tijd van abt Hugo de Semur, de neef van Petrus. Bernard vraagt monniken uit Cluny om bij hem in de Spaanse abdij te komen wonen.
Ook in Toledo zijn monniken uit Cluny neergestreken toen de stad veroverd was op de moslims. De aartsbisschop van Toledo was afkomstig van de abdij van Cluny. Abt Petrus die de kloosters van Cluny bezoekt, brengt ook een bezoek aan de monniken in Toledo.
Conflicten tussen Bernard de Clairvaux en abt Petrus van Cluny
In de tijd van Petrus speelt de controverse tussen de Cluniacensers en de Cisterciënsers.
Bernard de Clairvaux, die toegetreden was tot de Cisterciënsers in Citeaux, richt een nieuwe abdij op in Clairvaux. Hiermee neemt Bernard het op tegen de overdaad en weelde van Cluny. Bernard wordt gezien als kloosterhervormer.
De contacten tussen Petrus en Bernard verlopen meestal vriendschappelijk, maar soms ook gespannen. Deze spanning loopt op in 1138. In Langres moet een nieuwe bisschop benoemd worden. Bijna was een monnik uit Cluny benoemd, maar onder druk van Bernard wordt op het allerlaatste moment toch een Cisterciënzer benoemd. Dit uiteraard tot groot ongenoegen van abt Petrus.
Conflict over monnik Robert
Opnieuw komt Bernard in conflict met Cluny. Zijn jonge neef Robert is door zijn ouders aan de abdij van Cluny ‘toegezegd’. Maar Robert gaat met Bernard mee naar Clairvaux. Robert heeft het als monnik moeilijk in Clairvaux. Wanneer abt Petrus hem uitnodigt monnik van Cluny te worden, gaat Robert hier graag op in. Het gebeurt op het moment dat Bernard niet in Clairvaux aanwezig is. Dit alles uiteraard zeer tot ongenoegen van Bernard, die het Petrus dan ook zeer kwalijk neemt. Bernard probeert zijn neef nog te overreden terug te keren, maar Robert blijft in Cluny.
Bernard schrijft een woedende bief aan Petrus en hekelt “de weelde in Cluny”. “Zo kun je gemakkelijk monniken in je abdij krijgen. Ze krijgen mooie kleding, overdadige maaltijden en verrichten geen lichamelijke arbeid. Waar blijft het Ora et Labora?”. Als laatste verwijt Bernard Petrus dat de monniken in Cluny slechts een noviciaat van een week hebben, in plaats van een jaar.
Abt Petrus verdedigt Cluny
Petrus verdedigt het leven in zijn abdij in zijn 28e brief (1130):
“Hard werken en zeer sober eten staat nergens als verplichting in de Regel van Benedictus.
“Christus gaf zijn apostelen toch ook niet eerst een noviciaat van een jaar?”
“Maria zat aan de voeten van Jezus, terwijl haar zus Martha aan het werk was. Is dat dan afkeuringswaardig?”
“In Cluny bidden en studeren we”. Evenzo belangrijk als lichamelijke arbeid.”
Verder noemt Petrus Bernard een farizeeër. Bernard laat dit er op zijn beurt niet bij zitten en antwoordt met een Apologia (geloofsverdediging).
In zijn 111e brief rond 1144 komt Petrus nog eens terug op de beschuldigingen van Bernard en beschrijft helder de spiritualiteit van de ‘Cluniasenzers’.
Toch hervormt Petrus het kloosterleven in zijn abdij en gaat de Regel van Benedictus in Cluny strenger handhaven: de maaltijden worden soberder, strengere regelgeving over het gebruik van voedsel, kleding en beddengoed. Het noviciaat gaat een maand duren.
Na deze laatste botsing in komen beide abten nader tot elkaar en worden zelfs vrienden.
Vredestichter
Abt Petrus krijgt bekendheid als vredestichter en wordt geroemd om zijn geweldloos handelen. Vaak speelt hij een belangrijke diplomatieke rol.
Petrus Venerabilius is een belangrijk raadgever van koningen en prinsen. Hij onderhoudt een uitstekende relatie met abt Suger van de abdij van Saint-Denis (een voorstad van Parijs). Deze is ook raadgever van de Franse koning Lodewijk VI.
Tijdens de pauselijke verkiezingen in 1130 erkent Petrus paus Innocentius tegen de antipaus Anaclet II.
Daarnaast heeft Petrus vele diepe vriendschapsbanden, zoals met Pierre de Poitiers, die ook zijn secretaris wordt. Deze Pierre is monnik van Cluny en vergezelt Petrus op zijn reizen door Spanje.
Theoloog en filosoof Abélard in conflict met Barnard de Clairvaux
Abt Petrus speelt ook een belangrijke rol in het conflict tussen Abélard en de Bernard de Clairvaux. Petrus is dan zowel met Bernardus als met Abélard bevriend. Hoewel hij de relatie met Bernard wel heeft moeten ‘bevechten’. Bernard had zich eerder nogal kritisch uitgelaten over Cluny.
De beroemde Parijse geleerde Abélard komt in aanvaring met Bernard de Clairvaux. Hij zou te vooruitstrevende ideeën hebben. Ook met de paus komt Abélard in aanvaring. Abélard is een middeleeuwse Franse theoloog.
Abélard wil zich in de theologie verdiepen om zich te meten met theologen, die beweren dat hun wetenschap, de godgeleerdheid, boven alles verheven is. Hij gaat naar Laon om in de leer te gaan bij Anselmus, ‘de vermaardste theoloog van zijn dagen’. Ook Anselmus valt hij hevig aan. Abélard vergelijkt hem met ‘de vijgenboom die door de Heer vervloekt werd’. Om te bewijzen dat hij zelf beter kan onderwijzen komt hij voor de dag met een commentaar op de profetieën van Ezechiël. Om dit commentaar, dat enthousiast wordt ontvangen, te vervolgen, keert hij terug naar Parijs. Daar neemt hij Heloïse, een 17-jarig meisje dat al in heel Frankrijk geroemd werd om haar kennis, aan als zijn leerlinge.
Abélard en Bernard de Clairvaux
Abélard gaat rond 1136 terug naar Parijs om filosofie en theologie te onderrichten. Hij heeft een aanvaring met Bernard de Clairvaux, die niets verderfelijker vond dan zijn onderwijs. Bernard weet Abélard en zijn studenten niet op andere gedachten te brengen en gaat over op een andere tactiek: een campagne, waarin Abélard in woord en geschrift van alle kanten met venijnige aanvallen wordt bestookt. Abélards werk zou immers ketters zijn.
Abélard wil de strijd met Bernard aangaan de dag na de opening van een tentoonstelling van relekwieën in Sens op 2 juni 1140. Abélard zou er zijn stellingen uiteenzetten en Bernard werd uitgenodigd deze te weerleggen. Bernard, die een openlijke discussie niet aandurft, wil een succesvol optreden van zijn tegenstander onmogelijk maken en stelt in de nacht van 2 op 3 juni een lijst met 19 ‘verwerpelijke’ stellingen samen met de aanwezige prelaten, waarvoor Abélard zich de volgende dag moet verantwoorden. Opeens moet Abélard zich tegen de beschuldiging van ketterij verdedigen en hij weigert dan ook maar één woord aan de zaak te verspillen. De kwestie moet maar aan paus Innocentius II in Rome worden voorgelegd. Bernard schrijft brieven aan de paus en aan drie kardinalen en gaat zelfs zelf met de groep mee, die naar Rome trok (bron: Wikipedia).
Abélard onderweg naar Rome
Op eigen gelegenheid trekt Abélard naar Rome om zich te verdedigen. Onderweg stopt hij, op 9 juni, bij de abdij van Cluny om te rusten en om Petrus Venerabilis te ontmoeten. Abt Petrus geeft hem een groots ontvangst.
De paus veroordeelt de ‘verdorven leerstellingen’ van Abélard en hem zelf. Abélard krijgt ‘een eeuwig stilzwijgen’ opgelegd: hij mag nooit meer spreken of schrijven over de kerkelijke geloofsleer. Alle boeken van Abélard worden aangemerkt als een bedreiging voor het katholieke geloof en moeten vernietigd worden. De schrijver ervan moest in een geschikt klooster worden opgesloten. Zijn boeken worden symbolisch verbrand in de Sint Pieter in Rome (bron: Wikipedia).
Abélard blijft in Cluny
Abt Petrus looft het voornemen van Abélard om zich tot de paus te wenden, maar nog belangrijker vindt hij een verzoening met Bernard. De tiende juli komt de abt Rainard van Cîteaux naar Cluny om Abélard te bezoeken. Vervolgens trekken Rainard en Abélard samen naar Bernard in Clairvaux, waar een vreedzaam gesprek plaatsvindt. Abélard is bereid enkele formuleringen in zijn laatste theologisch werk volgens de wensen van Bernard aan te passen. Op dringend verzoek van abt Petrus ziet Abélard af van zijn reis naar Rome en hij besluit in Cluny in te treden. Hij gaat wonen in de Clunicaanse abdij Saint-Marcel-lès-Chalon, dichtbij Chalon-sur-Saône.
Abélard mag in Cluny weer onderwijs geven en publiceren.
Begin 1142 wordt Abélard ziek en twee dagen na Pasen sterft hij in de priorij van Saint-Marcel. Hij heeft dan slechts twee jaar in Cluny geleefd.
Petrus Venerabilis tegen de moslims
Petrus Venerabilis is een fanatiek tegenstander van de Islam. Hij verzet zich tegen moslims en met name tegen de Saracenen. Petrus schrijft een “Samenvatting van de complete ketterij en duivelse dwaalleer van de Saracenen”.
Saracenen zijn een Noord-Arabisch volk dat zich lange tijd verzette tegen de Oost-Romeinse keizers en zich al in de 8e eeuw bekeerde tot de Islam.
In de loop van de Middeleeuwen werd de term Saracenen uitgebreid naar alle moslims en later alle tegenstanders van de christenen, of ze nu Arabisch, Perzisch of Turks waren. De Saracenen waren in de Middeleeuwen in Europa berucht als piraten en plunderaars. Vele stadswallen rond steden langs de Middellandse Zee werden gebouwd om de inwoners van die steden tegen de aanvallen van de Saracenen te beschermen.
Pierre heeft door de verhalen van zijn vader, die mee gegaan was op de Eerste Kruistocht, de strijd tegen de moslims van nabij meegemaakt.
Petrus Venerabilis en de geschriften van de moslims
Tijdens zijn reis naar Toledo (zie boven) komt Petrus verder in aanraking met moslims en met hun geschriften. Met name de Koran wordt door Petrus van belang ervaren. In 1143 laat hij de Koran in het Latijn vertalen, onder andere door Engelse geleerde Robert van Ketton.
Tegelijkertijd schrijft Petrus fanatiek tegen de Islam. Petrus schrijft veel documenten en geschriften om de ‘islamitische doctrines te weerleggen.” Zijn bekendste boek hierover is Summa totius haeresis Saracenorum.
Vertaling van de Koran
De Corpus toledanum is een verzameling van Latijnse vertalingen van de islamitische teksten, waaronder de Koran. Het gaat hier om de zogenaamde ‘Toledan collectie’. Deze vertalingen zijn gemaakt door een groep vertalers samengesteld door Petrus Venerabilis (1142). De Engelse geleerde Robert van Ketton was één van hen. Anderen die meewerkten zijn: Hermann de Dalmatiër en de gedoopte Joodse geleerde Peter van Toledo. Deze drie mannen waren christenen. Voor de zuiverheid van de vertalingen vraagt Petrus ook een Saraceen om mee te werken: Mahomet.
'Dus ging ik op zoek naar specialisten in de Arabische taal waardoor dit dodelijke gif meer dan de helft van de wereld kon besmetten. Ik overtuigde hen door middel van gebeden en geld om de geschiedenis en de leer van deze ongelukkige man en zijn wet die de Koran wordt genoemd, uit het Arabisch in het Latijn te vertalen. Zodat de getrouwheid van de vertaling volledig is en dat geen enkele fout de volledigheid van ons begrip verstoort, heb ik voor de christelijke vertalers een Saraceen toegevoegd. ... Dit werk werd gedaan in het jaar dat ik naar Spanje ging en een interview had met heer Alfonso, de zegevierende keizer van Spanje.
(bron: Jacques le Goff, Les Intellectuels au Moyen Age).Petrus Venerabilis 1141
Wanneer de vertaling van de Koran definitief is, stuurt Petrus een exemplaar naar Bernard de Clairvaux. De vertaling van de Koran werd uiteraard met de hand geschreven. Maar in 1543 wordt deze vertaling in Basel gedrukt door Theodore Bibliander, een Zwitsers, protestant theoloog en humanist. Dit gebeurde op initiatief van Maarten Luther.
De vertaling was populair en er zijn nog steeds “meer dan 25 exemplaren van middeleeuwse manuscripten bewaard gebleven.
Ondanks de onnauwkeurigheden bleef de vertaling van Ketton vier eeuwen lang de standaard Latijnse vertaling.
Een deel van de Toledan collectie is onder de naam Collectio apologetica sive documenta ad legem et historiam Sarracenorum spectantia, Petre venerabilis jussu collecta bewaard gebleven in de Bibliothèque nationale de France.
Begrip tussen christenen en moslims?
Dankzij deze vertalingen van Petrus konden christenen vanaf de tweede helft van de twaalfde eeuw een beter begrip krijgen van de leerstellingen van de Islam. Petrus wordt gezien als de initiator van islamitische studies in het Westen.
Hij wil de Islam bestrijden, maar niet een een gewelddadige manier, maar “door de kracht van het woord”.
In een brief aan koning Lodewijk VII schrijft hij: “God wil geen koelbloedige moord of slachting.”
Ondanks al zijn geschriften tegen de Islam raadt Petrus Venerabilis aan
“om discussies te voeren met theologen van andere religies, in plaats van kruistochten te houden.”
"Ik benader u niet met wapens, maar met woorden''
"niet met geweld, maar met rede, niet met haat, maar met liefde"Petrus Vénérabilis tegen de moslims
Antisemitisme
In 1143 schrijft Petrus Venerabilis Adversus Judaeorum inveteratam duritiem. Het is een vernietigend werk tegen de Joden.
Niet eerder was er zo aanvallend geschreven over het joodse geloof. Ook dit boek schrijft hij naar aanleiding van zijn reis door Spanje. In dit boek beweert Petrus dat “de Joden erger zijn dan de Saracenen”. Hij heeft het over de ‘onverbeterlijke hardnekkigheid’ van de Joden. De Joden zijn voor Petrus ‘de vijanden van Christus’, een denken dat in onze dagen helaas ook nog te horen is.
Vierendertig manuscripten van dit werk (waarvan sommige vertalingen) zijn bewaard gebleven.
Petrus bestudeert de Talmoed, wat na de Tenach het belangrijkste boek voor de Joden is. Hij probeert hiermee het Joodse denken te begrijpen. Het leidt echter niet tot begrip of respect. Petrus schrijft over “dwaasheid en waanzin” van de Talmoed en de Midrasj teksten.
Binnen het christelijk geloof is Petrus de eerste die de Talmoed probeert te weerleggen. Hiermee wil hij christenen behoeden voor joodse invloed.
Tweede kruistocht
In 1145 veroveren de moslims Edessa, een stad in het zuid-oosten van het huidige Turkije. Wanneer paus Eugenius dit hoort, stuurt hij een brief aan Louis VII, koning van Frankrijk. In deze brief vraagt hij om een tweede kruistocht. Het was de eerste kruistocht die door Europese koningen werd geleid.
Aan de vooravond van de Tweede Kruistocht (1145-1149) geeft Petrus Venerabilis het advies aan koning Lodewijk VII om harde maatregelen tegen de Joden te nemen. Wanneer in 1146 een speciale belasting ingevoerd wordt om deze Tweede Kruistocht te financieren, zegt Petrus: “Het zou niet goed zijn om tegen de Saracenen in te gaan zolang de Joden, de echte vijanden van Christus, in ons midden worden gespaard.”
Abt Bernard moet eraan te pas komen. Terwijl Bernard eerst op 31 maart 1146 in Vézelay heeft opgeroepen tot de Tweede Kruistocht, neemt hij hier na het uitbeken van pogroms in het Duitse Rijnland, de Joden in bescherming. Bernard schrijft een brief aan Henrius, de bisschop van Mainz, en verzoekt hem ‘een einde te maken aan de oproepen tot jodenmoord door de monnik Radulfus.
“Triomfeert de kerk niet veeleer, dag na dag, door de Joden te overtuigen of te bekeren, dan door ze eens en voor altijd te doden met het zwaard?”
Bernard de Clairvaux
De Joden zijn Bernard dankbaar voor zijn ingrijpen. De joodse arts en historicus uit Avignon, Joseph ben Joshua ben Meïr schrijft:
“De Heer stuurde Bernardus, van Clairvaux in Frankrijk, die hen opriep met de woorden:
Laten wij opgaan naar Sion, naar het Graf van onze Heiland,
maar spreekt noch ten goede noch ten kwade tot de Joden,
want hen aanraken is de oogappel van de Heer aanraken,
zij zijn immers Zijn gebeente en Zijn vlees”.
Petrus Venerabilis als schrijver
Abt Petrus is een veelzijdig dichter en schrijver.
Deze abt heeft onwaarschijnlijk veel boeken geschreven, zo schrijft hij onder andere over de Maagd Maria en over de eucharistie. Ook laat hij een uitgebreide brievencollectie na waarin we veel kunnen lezen over het leven in het klooster en over relaties en vriendschappen die Petrus heeft.
De Miraculis Libri Duo / Livre des merveilles de Dieu
Een boek dat veel bekendheid krijgt, is het Livre des merveilles de Dieu. In dit ‘Livre des Miracles’ brengt Petrus een grote collectie wondervehalen bijeen. Met name over de wonderen van God. Een ander thema in dit boek is ‘de duivel in de wereld’.
Legende d'Elsene
Eén van de verhalen in Livre des merveilles de Dieu gaat over Bernard Gros, seigneur van Brancion. Bernard Gros was één van de meest meedogenloze tegenstanders van Cluny. Deze seigneur heeft veel gewelddadigheden op zijn naam staan. Wandaden waarover hij berouw kreeg, vergiffenis vroeg aan de abt van Cluny, om vervolgens verder te gaan met zijn schrikbewind in de regio.
Rond 1050 bouwt Bernard de versterkte vesting van Uxelles, ‘Castro Uscela’. Bernard vergroot hiermee zijn macht over de regio. Vanuit Uxelles vertrekken veel manschappen om de regio te verwoesten. Vervolgens plunderen zij de domeinen van Cluny.
Pelgrims en reizigers die door de vallei van de Grosne reizen, zijn vol angst voor deze Bernard Gros.
In het wonderverhaal van Petrus wordt Bernard in het hiernamaals nog steeds gekweld door de bouw van het château van Uxelles.
Enkele jaren later na de dood van Bernard Gros komt abt Hugues, volgens de legende, op een tocht door het bos van Elsene plotseling Bernard tegen, rijdend op een ezel. Bernard geeft toe dat hij verschrikkelijke dingen heeft gedaan en vraagt de abt om gratie.
Hier lees je meer over Bernard Gros en de andere seigneurs van Brancion.
Andere bekende werken van Petrus Venerabilis zijn:
Contra Petrobrusianos hereticos
Adversus Iudeorum inveteratam duritiem
Liber contra sectam sive haeresim Sarracenorum
Summa totius haeresis Saracenorum
Petrus leent graag boeken van de abdij uit aan andere abdijen.
Hij is hier echter zeer voorzichtig mee en vraagt een borgsom van de abdij die het boek wil lenen.
Zo schrijft hij aan de monniken van de abdij van Grande Chartreuse, een Kartuizer abdij nabij Grenoble:
“Geef aan de brenger dezes, of aan een ander betrouwbaar iemand een onderpand mee voor de boeken die ik heb gestuurd. Niet als toezegging dat men ze in goede staat zal behouden, maar zodat de voorschriften van onze abt Hugues betreffende dergelijke leningen in acht genomen worden” (bron: Kloosterleven in de Middeleeuwen).
Petrus Venerabilis als componist
Petrus Venerabilis is ook componist. Hij schrijft muziekstukken als Het office van de Transfiguratie, die ook in onze tijd nog worden uitgevoerd. Petrus was erg geboeid door het mysterie van de Transfiguratie (zie hierboven).
Op de website van muziekweb kun je enkele fragmenten van dit werk horen:
https://www.muziekweb.nl/Link/DJX0560/Cluny-La-transfiguration?WorkID=U00000610816
Nog steeds kun je cd’s kopen met muziekwerken van zijn hand. Op ‘Festivals voor oude muziek’, zoals in Utrecht of Maastricht, kun je nog geregeld werken van Petrus Venerabilis horen.
Mortis Portis Fractis Fortis
Zie, de poorten van de dood zijn doorbroken
De poorten van de dood zijn doorbroken,
degene die sterker is dan kracht verdraagt geweld
….
Petrus Venerabilis sterft
Wanneer Petrus voelt dat zijn dood nadert, maakt hij zich zorgen over het voortbestaan van Cluny. Zullen de monniken de Regel van Benedictus trouw blijven?
Kerstdag 1156 sterft abt Petrus in zijn geliefde abdij in Cluny.
Volgens de legende ontdekken de monniken op kerstochtend dat “het lijk zuiverder is geworden dan glas en witter dan sneeuw”.
Petrus is tot aan zijn dood abt van Cluny gebleven. Na zijn dood volgt Robert III le Gros van Brancion hem op. Deze is echter al op leeftijd als hij abt wordt en zal voor zijn dood al aftreden als abt.
Na de dood van Petrus raakt de orde van Cluny haar macht en invloed kwijt. De opkomende Cisterciënzers gaan een grotere rol spelen in de geschiedenis.
Bernard de Cluny
Aan het begin van de 12e eeuw, nog tijdens het abbatinaat van Pontius, treedt de monnik Bernard in de abdij van Cluny in. Hij wordt bekend als Bernard de Cluny. Deze Bernard schrijft De contemptu mundi (over minachting voor de wereld ), een gedicht in het Latijn van 2996 verzen. Een felle satire gericht tegen het geestelijk leven in zijn tijd. Bernard haalt uit naar priesters en bisschoppen, naar Rome, naar monniken en nonnen.
Bernard draagt De contemptu mundi op aan Petrus Venerabilis.
Urbs Syon Aurea is een deel van dit grote werk. Tegenover de dwalingen die hij om zich heen ziet, plaatst Bernard een lofzang op het nieuwe Jeruzalem. In het Nederlands bekend onder lied 261 van het Liedboek van de kerken: Sion mijn vaderstad:
Sion mijn vaderland
land aan de overkant
vol melk en honing.
Stad in het gouden licht
glanzende opgericht,
stad van mijn koning.
Boeken over Petrus Venerabilis
Over Petrus Venerabilis zijn veel boeken geschreven.
Een mooi boek om te lezen is In het teken van Verzoening, van Raoul Bauer.
Meer boeken zijn:
– Ou, La Vie Et L’Influence Monastiques Au Douzieme Siecle, door Maurice Demimuid
– Peter the Venerable and Islam, door James Kritzeck
– Against the inveterate obduracy of the Jews, door Irven M. Resnick
– Pierre le Vénérable, abbé de Cluny, door Jacques Hourlier
Andere boeken om te lezen
bronnen
De abdij van Cluny, Salveque, Jean-denis
In het teken van Verzoening; Raoul Bauer
Kloosters in de Middeleeuwen, C.H. Lawrence. Pearson
Herbouwd Verleden, J.B.A. Trelingen
Christelijke oorsprong van racistische jodenhaat, dr. Hans Jansen
Bernardus, Thomas Merton
Mythen, Karen Armstrong
www.gallica.fr
www.britannica.com/biography
www.jewishvirtuallibrary.org
www.rkdocumenten.nl
https://ppsimons.com/2018/08/27/petrus-venerabilis/
www.wikipedia.fr