De plaques de cocher ontstaan in 1835 wanneer in Frankrijk een initiatief tot de bewegwijzering wordt geïntroduceerd.
Oorspronkelijk worden deze platen voor bewegwijzering tableaux indicateurs of de poteaux indicateurs genoemd.
De term ‘plaques de cocher’ doet pas in het jaar 2000 zijn intrede, wanneer er hernieuwde belangstelling is voor dit erfgoed.
De plaques de cocher, koetsiersplaten, zijn oorspronkelijk van gietijzer gemaakt.
In 1865 komen er ook platen van gewalst zink.
Volgens een Franse wet uit de 18e eeuw moesten deze platen op kruispunten worden geplaatst,
vaak op kruisen, obelisken of aan een muur bevestigd.
Geschiedenis plaques de cocher
In 1835 komt er een initiatief van het ‘Conseiller d’État chargé de l’administration des Ponts et Chaussée et des Mines’ om bewegwijzering in Frankrijk aan te leggen. Baptiste Legrand is hierin de grote intiatiefnemer.
Vanaf dit jaar worden de plaques de cocher overal in Frankrijk aangebracht, maar het zal tot 1930 duren voor het hele wegennet is voorzien.
Het verbeteren van de bewegwijzering was nodig vanwege de uitbreidende handel en daarmee de behoefte aan transport.
Tijdens de Franse Revolutie zijn veel gebouwen verwoest en daarmee verdwenen ook de plaques de cocher. Na de oorlogen van 1870 en 1914-1918 worden beschadigde of ontbrekende platen vervangen, nu vaak geplaatst op ijzeren palen.


La circulaire du 15 avril 1835
De circulaire du 15 avril 1835 schrijft voor dat:
- er gietijzeren of zinken platen gebruikt moeten worden;
- de letters geverfd of geperst mogen worden;
- de hoek van de borden overeen moeten komen met die van de kruisende wegen;
- de platen in twee delen aan elkaar moeten worden geschroefd, waarbij het bovenste deel het paneel moet ondersteunen;
- de indicaties van afstand en plaatsen die van de dichtsbij zijnde en/of belangrijkste steden moeten zijn;
- de palen 2,50 m hoog moeten zijn, zodat ze goed leesbaar zijn voor de koetsiers.
(bron fr.wikipedia.org)


Opeenvolgende gebruikte materialen
Vanaf 1845 gebruikt men gietijzeren platen met letters, in 1866 komen de gewalste zinkplaten, en nog later de geëmailleerde lavaplaten. Deze verschillende materialen worden wisselend gebruikt in de tijdperken.
Hoe was de bewegwijzering vóór 1835?
Vanaf de Romeinse tijd worden mijlpalen, de ‘milliaires balisaient’ gebruikt als aanwijzing voor de reizigers, koetsiers en soldaten.
In de 16e eeuw ontstaan de ‘routes de la poste à cheval’ als belangrijke berichten per paard en ruiter overgebracht worden. Op deze routes wordt bewegwijzering geplaatst, steeds met een afstand tussen de twee rusttijden van een paard.
De verordening van 1669 bepaalt dat de bewegwijzering in steden en bossen op palen of piramides geplaatst moeten zijn.
"Niemand mag deze borden vernietigen of meenemen, op straffe van een boete van 300 pond.
Ordonnance 'Sur le fait des Eaux et Forêts'
Wil je meer te weten komen over de plaques de cocher, de geschiedenis en restauratie, dan is dit een interessante website:
https://plaquedecocher.fr/histoire-des-plaques-de-cocher


Hernieuwde belangstelling
De laatste jaren is er hernieuwde belangstelling voor deze plaques de cocher gekomen.
Enthousiaste vrijwilligers helpen deze panelen in kaart te brengen.
Inmiddels zijn er 10.000 gedocumenteerd.



In Cluny vind je op de hoek van de Porte de Paris en Rue de la Levee op beide muren een plaques de cocher
Op de website https://plaquedecocher.fr/saone-et-loire-maconnais/
vind je alle in kaart gebrachte plaque de cochers in deze regio:

In Saint-Bonnet-des-Joux vind je op de weg Chemin de Grande Communication, bij de splitsing van de D379 en de D79, dit goed bewaarde plaque de cocher.
De weg naar La Clayette draagt nog altijd de naam N79 en telt ook nog steeds 28 km.

bronnen
www.plaquedecocher.fr
fr.wikipedia.org


Twee verschillende plaques de cochers in Givry, tegenover de Halle Ronde.