Vanaf de D17 rijd je richting Collanges, je volgt de wegwijzers ‘fours à chaux’ en plotseling,
na een van de vele bochten, ontwaar je drie rode schoorstenen van meer dan 20 meter hoog.
Het zijn een van de weinige kalkovens in Frankrijk die bewaard zijn gebleven,
stille getuigen van een rijk industrieel verleden en voor onze tijd indrukwekkend industrieel erfgoed.
Oorspronkelijk stonden hier net buiten de stad Charolles vier kalkovens en torenden er dus vier schoorstenen boven het landschap uit.
De kalkovens zijn tussen 1879 en 1881 gebouwd door de ‘Compagnie des Fours à Chaux des Dombes’
en zijn nu verheven tot ‘Monument historique’.
Steengroeves en kalkovens (fours à chaux)
In het gebied rond de stad Charrolles liggen veel steengroeves, van Ballore in het noorden van de Saône-et-Loire tot de grens van de Brionnais in het zuiden. Hierdoor waren er ook veel ‘fours à Chaux’ (kalkovens) in gebruik.
De kalkoven van de ‘Guide des Savry’ (gemeente Ballore) is het langst in gebruik geweest. Deze is in 1982 stopgezet.
Loi Chemin de Fer d'Intérêt Local
Op 12 juli 1865 vaardigt de Franse staat de wet Chemin de Fer d’Intérêt Local (CFIL) uit.
Hier kun je de hele loi CFIL lezen.
Deze wet CFIL staat de departementen toe om een spoorlijn op te richten.
Lazare Mangini
De Italiaanse emigrant en industrieel uit Lyon, Lazare Mangini heeft een kapitaal van 4 miljoen frank beschikbaar om de ‘Compagnie Mangini et Fils’ op te richten. Hij werkt hier samen met zijn twee zonen: Félix en Lucien.
Met zijn compagnie legt Mangine een spoorlijn tussen Paray-le-Monial en Mâcon aan, een traject dat door Vendenesse-Lès-Charolles loopt.
Calcaire à gryphées bij Vendenesse-les-Charolles
Tijdens het aanleggen van deze spoorlijn, in 1870, ontdekt Lazare Mangini bij de stad Vendenesse, een grote, blauwgrijze kalksteenafzetting genaamd ‘calcaire à gryphées’, die van goede kwaliteit is. Deze calcaire à gryphées’ dateert uit het tijdperk Senemurien.
Daarnaast heeft Mangini gezien dat in het nabije Blanzy/Monceau-les-Mines steenkool uit de mijnen komt.
Deze gunstige factoren bij elkaar opgeteld, goede kwaliteit kalk als grondstof, steenkool uit de mijnen van Blanzy/Monceau-les-Mines als brandstof en een spoorlijn om aan grondstof en brandstof aan te voeren en de geproduceerde gebluste kalk weer af te voeren, gaven Mangini het idee om hier kalk te gaan produceren.
In dit tijdperk van industriële bloei in de 19e eeuw waarin kalk essentieel bestanddeel voor de industrie.
Quatre Fours à Chaux
Mangini bouwt vier kalkovens met bakstenen schoorstenen van 24 meter hoog. De ovens worden gebouwd naar een model van de kalkovens van Montlucon.
Steengroeve blauwgrijze kalksteen
In de nabij gelegen steengroeve gebruikt men dynamiet om de kalksteen los te splijten. Dan worden de brokken ter plaatse gebroken om middelgrote stenen te verkrijgen. Bij dit proces komen talrijke fossielen tevoorschijn, hierdoor kan men het geologisch tijdperk van het ontstaan vaststellen, namelijk het Senemurien, een deel van de Vroeg-Jura, zo’n 200 miljoen jaar geleden!
De gehouwen kalksteen wordt met door paarden getrokken wagens over de rails naar de ovens vervoerd. De spoorlijn loopt tot aan de voet van de steengroeve.
Achter dit rotsblok ligt op 30 meter de steengroeve van kalksteen.
Van steengroeve naar gebluste kalk
De arbeiders werken in ploegendiensten van vier maanden waarbij ze afwisselend de kalksteen uit de steengroeven moeten houwen en bij de kalkovens werkzaam zijn. Er was een ‘campagne’ van december tot februari en een van juni tot september.
In emmers worden kalksteen en steenkolen aan de buitenzijde van de oven naar boven getakeld tot aan de houten deuren, de gueulards, aan de voet van de schoorstenen. Hier vullen de arbeiders de ovens door afwisselend kalksteen (1 meter) en steenkool (20 centimeter) in de ventilatieopeningen te gooien.
Wanneer deze opeenstapeling een hoogte van tien meter heeft bereikt, wordt de stapel in brand gestoken. Het vuur wordt tot zo’n 1000 graden Celsius opgestookt. De binnenkant van de ovens is bekleed met vuurvaste stenen.
De kalksteen wordt bij de verbranding omgezet in ongebluste kalk, dit blijft op de bodem van de ovens achter en de ongebluste kalk wordt met metalen staven van de bodem gehaald. Dan volgt het proces waarbij water wordt toegevoegd aan de kalk uit de ovens en de brokken ongebluste kalk uiteen vallen als poeder, de gebluste kalk.
De waterput om het benodigde water uit te halen, staat dicht bij de kalkovens. De kalkovens waren uitgerust met een metalen liftsysteem. Een loopbrug maakte het mogelijk om van de ene oven naar de andere te gaan. Een metalen reling beschermde de arbeiders tegen vallen.
De kalkovens produceerden in de twee ‘campagnes’ van vier maanden 1000 ton kalk per jaar.
Waarvoor dient de gebluste kalk van de Four à Chaux?
Deze gebluste kalk die verkocht wordt en met de spoorlijn vervoerd naar de afnemers in de industrie. Ook landbouwers hebben kalk nodig om hun landbouwgrond te verbeteren, de kalk neutraliseert de zure bodem. Boeren uit de wijde omgeving gebruiken de kalk om hun huizen, putten, schuren en kippenhokken mee te ontsmetten.
Verkoop van de kalkovens
Na zeven jaar ondernemen verkoopt Mangini de onderneming aan de industriëlen les Duvernes, uit Monceau-les-Mines, deze familie gaat door met het produceren van kalk.
In het begin van de 20e eeuw is er al minder behoefte aan deze kalk en wordt oven 4 volledig ontmanteld.
In de jaren dertig eeuw koopt de familie Merle de onderneming. Maar de behoefte aan kalk neemt door de komst van cement af en de onderneming wordt minder rendabel. Eén oven wordt afgebroken, een andere gaat dienst doen als graansilo, de twee overgebleven ovens worden gehalveerd door het openen van nieuwe ventilatieopeningen. In deze jaren gaat een elektrisch systeem het handmatige proces vervangen.
Einde van de spoorlijn
In 1953 wordt de spoorlijn ontmanteld, de onderneming is niet meer rendabel. In 1962 is de onderneming niet meer winstgevend en worden de kalkovens definitief verlaten. Hierna verslechtert de staat van de ovens met hun schoorstenen snel, vegetatie die zich aan de schoorstenen hecht, doen de schoorstenen bijna instorten.
Four à Chaux: Monument historique
In 1998 worden de drie overgebleven kalkovens ‘monument historique’.
Dankzij deze classificatie kan de restauratie beginnen en blijven de ‘four à chaux’ als industrieel erfgoed behouden voor toekomstige generaties.
De Fours à chaux zijn Patrimoine classé Patrimoine industriel.
In 2002 gaat de site open voor het publiek. Het terrein blijft in prive bezit.
L’association de sauvegarde des fours à chaux en de gemeente zijn voor de komende 50 jaar erfpachthouder van de kalkovens.
Bezoek aan de Fours à chaux in Vendenesse-les-Charolles
Je kunt het terrein van 1 juni tot 31 oktober vrij bezoeken. Het terrein is geopend van 10.00 uur tot 19.00 uur.
Hoewel het privé bezit is, wordt geen entreegeld gevraagd. Het is indrukwekkend om deze ovens te bezoeken, de hoge schoorstenen te zien en je in te beelden hoe zwaar het werk voor de arbeiders geweest moet zijn. Voor een rondleiding met een gids moet je op de website vooraf reserveren.
Panelen bij de verschillende onderdelen geven je een goede uitleg over de geschiedenis en het gebruik van de kalkovens.
Wandelroutes
Op het terrein is een wandelroute uitgezet van 4,6 km, het gaat door een prachtig natuurgeebied en door het stadje Collanges. Informatieborden onderweg vertellen over de verschillende geologische tijdperken en de vondsten die bij het delven gedaan zijn.
Je kunt ook de langere route van 6 km lopen, je maakt dan een stop bij het Maison du Charolais, een museum over de Charolais.
De allerlaatste kalkovens in de Bourgogne
De laatste nog werkende kalkovens van de Bourgogne kun je vinden in Ternant. Hier stond een bedrijf dat in 1835 is opgestart en nog steeds in handen is van dezelfde familie. Hier kun je er meer over lezen: https://chaux-de-ternant.com/
bronnen
https://foursachaux71120.fr
www.vendenesse-les-charolles.fr/associations/fours-a-chaux