Mâcon, kleine stad aan de Saône

In het uiterste zuiden van de Bourgogne ligt op de grens van de heuvels van de Beaujolais en de Mâconnais de oude stad Mâcon. Het is een kleine, maar verrassende stad met een prachtig historisch centrum, grote pleinen en verborgen binnenplaatsen.

De rivier de Saône speelt een grote rol in het ontstaan en het leven van de stad. Aan de bekende Quai Lamartine is veel levendigheid en een scala van gekleurde huizen te vinden. Achter de kade vind je enkele winkelstraten waar je de meest uiteenlopende winkels tegenkomt.

Mâcon is ook de geboortestad van de dichter Alphonse de Lamartine. Veel in deze stad herinnert aan hem, de kade langs de Saône is naar hem vernoemd, standbeelden en een museum houden de herinnering aan hem in ere.

De Saône

De rivier Saône ontspringt in de Vogezen en mondt na 480 km in Lyon uit in de Rhône.
Aan het begin van onze jaartelling draagt de rivier de naam Arar. De naam Saône is mogelijk gestoeld op de naam van de godin Sauconna van het Gallische volk dat deze streek destijds bewoont. Of, volgens een andere verklaring, de naam is afkomstig van een heilige bron, Sauc-Onna, 
in Chalon-sur-Saône. Waarna Romeinse legionairs de naam aan de hele rivier gegeven hebben.

De Saône is een meanderende rivier, dus met veel lussen en bochten, die traag stroomt en door de afwezigheid van dijken en sluizen regelmatig buiten haar oevers treedt, zoals in de geschiedenis van de stad herhaaldelijk gebeurd is.

De Saône stroomt zo langzaam dat je niet kunt zien welke kant hij op stroomt.

De steden Chalon-sur-Saône, Tournus, Mâcon en Lyon liggen aan de Saône. Langs deze rivier kun je, ook in Mâcon, prachtig fietsen over de Voie BleueHier vind je op zuidbougogne.nl meer over de rivier Saône.

Macon
hoog water in de Saône, Mâcon 1920

Geschiedenis van Mâcon

Al in de 3e eeuw voor Christus ontstaat aan de oevers van de Saône de nederzetting Matisco.
Tijdens de Romeinse verovering van Gallië, het gebied wordt dan bewoond door de Keltische stam Haedui, richten de Romeinen hier een legerkamp in. In deze Romeinse tijd ontstaat de stad als een kruispunt van verbindingswegen over land en water.

Steden als Lyon, Mâcon, Tournus , Chalon-sur-Saône en Dijon liggen aan de Via Agrippa, aan de rivier de Sâone, op gelijkmatige afstanden van elkaar. Romeinse legers trokken hierlangs naar het noorden. Een soldaat kon per dag ongeveer 25 km marcheren. Dus elke 25 km bouwden de Romeinen een legerplaats, een versterkt fort, een Castrum Romanum. Op strategische plaatsen, waar later moderne steden verrijzen. 

In de 6e eeuw veroveren de Franken deze regio. In 536 wordt Mâcon een bisschopszetel, in 585 vind de Tweede Synode van Mâcon plaats. Een synode op initiatief van koning Gontran van Bourgondië en met de bisschop van Lyon, Priscus, als voorzitter.
In de Middeleeuwen is Mâcon het centrum van het graafschap Mâcon, dat hoort bij het hertogdom Bourgondië.

Mâcon komt tot bloei

Mâcon komt, net als veel andere aan een rivier gelegen steden, in de Middeleeuwen tot bloei. Dit mede dankzij de door de stad ingevoerde tolrechten. Tijdens de Honderdjarige oorlog (een lange rij van oorlogen tussen 1337 en 1453),wordt een groot deel van Mâcon verwoest.

Tot in de 17e eeuw worden de tolgelden geheven en gebruikt voor het onderhoud van de brug. IJzeren kettingen tussen de bogen gespannen verhinderen de doorvaart van schepen die het tolgeld niet betalen. Deze tolgelden werden ‘droit de chaînes’ genoemd, ‘het recht van de kettingen’.

Mâcon ligt dan op de grens van het Franse Koninkrijk en Duitse Rijk, het ‘Heilige Roomse Rijk’. Door de brug Saint-Laurent is er communicatie tussen het koninkrijk Frankrijk en het Roomse rijk en kan er handel gedreven worden.
Tussen de 16e en 18e eeuw breidt de stad zich uit en wordt veel huizen langs de kades van de rivier gebouwd. In 1790 wordt Mâcon uitgeroepen tot hoofdstad van het departement Saône-et-Loire.

De Saône wordt een belangrijke communicatieroute die zelfs door de koningen gebruikt wordt om zich te verplaatsen. Zo stopt Lodewijk XIII verschillende keren in Mâcon tijdens zijn reizen tussen Mâcon en Lyon. In 1629 trotseert hij hiervoor zelfs de razende watervloed.

19e eeuw

In de 19e eeuw ontwikkelt het riviertransport zich snel, dit maakt het mogelijk om onder andere de Mâconnais wijnen naar de andere Franse provincies te verschepen. Deze route wordt eveneens gebruikt om de steenkool uit de mijnen van Blanzy (ten noorden van Montceau-les-Mines) te transporteren. Ook voor het transport van hout gebruikt men de rivier, er worden meren aangelegd om dit transport te verbeteren.

In 1839 varen hier de eerste twee ijzeren boten, deze zijn gemaakt in de staalfabriek van Chalon-sur-Saône. Rond 1840 wordt de Saône jaarlijks bevaren door zo’n tienduizend vrachtboten. Deze periode gaat gepaard met technologische ontwikkelingen: de houten boten die de rivier oversteken worden vervangen; stoomnavigatie gaat wijdverbreid worden. 

Ook het reizen per passagiersboten wordt populair. Er varen al zeventien passagiersboten op de Saône, die bijna 450.000 passagiers per jaar vervoeren. De komst van de spoorlijn maakt een einde aan het grootschalig gebruik van de passagiersboten (bron: Bourgogne Magazine 1996).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Mâcon een centrum van het verzet (La Resistance), het is de eerste stad in de vrije zone tussen Parijs en Lyon.

De stad Mâcon

rue Macon (Medium)

Mâcon is een stad met een klein en overzichtelijk centrum. Toch een stad waar, gepland of onverwachts, veel te zien is. Hieronder beschrijf ik een aantal bezienswaardigheden waar je uit kunt kiezen, óf die je allemaal via de uitgezette stadswandeling kunt bekijken. 

Stadswandeling door Mâcon

Door het maken van een door het Office de Tourisme uitgegeven stadswandeling, kom je langs de meesten van de hier beschreven bezienswaardigheden van Mâcon en krijg je een mooi beeld van deze bijzondere stad.
De route wordt aangegeven door koperen afbeelding van een schrijfveer in de straten of trottoirs. Deze ’trace-de-la-plume’, de schrijfveer, is natuurlijk een verwijzing naar de voor Mâcon zo belangrijke schrijver, dichter en staatsman Alphonse de Lamartine.

Quai Lamartine

Wanneer je in Mâcon een restaurant voor een goede lunch of heerlijk diner zoekt, loop dan naar de Quai Lamartine. Hier vind je een ruime keuze van restaurants, bistro’s en brasserieën. Je kunt in alle prijsklassen wel iets vinden. Vaak kun je buiten zitten en heb je prachtig uitzicht over de Saône en op Saint-Laurent-sur-Saône, het kleine stadje aan de overkant van de rivier. Onze favoriete lunchplek ligt echter aan de Place Saint-Pierre.

Esplanade Lamartine

In het wandelgebied Esplanade Lamartine staan dichtregels van deze grote dichter in de stenen van het trottoir gegraveerd. Dit deel van de kade krijgt na de Eerste Wereldoorlog de naam Quai Lamartine. In de zomer vinden hier veel evenementen zoals de wijnfeesten van Mâcon, plaats.

Op een paneel lees je in verschillende talen de eerste dichtregels van één van Lamartines bekendste gedichten Le Lac.

de Lamartine
standbeeld de Lamartine
Esplanade Lamartine
Le Lac van de Lamartine weergegeven op de Esplanade.

Dominerend over de Quai Lamartine staat de dichter zelf als standbeeld vereeuwigd.

Een drankje op een dakterras met uitzicht over Mâcon en verre omstreken

Voor een heel bijzondere ervaring ga je naar Panorama 360. Vanaf twee dakterrassen biedt deze ‘SKYBAR’ een uniek en panoramisch uitzicht over de stad Mâcon, de Saône en op een heldere dag zelfs op de Mont-Blanc. Je kunt hier een allerlei drankjes en kleine hapjes bestellen.

De SKYBAR “LE 360” is elke dag open vanaf 17.00 uur.
www.hotelmacon-panorama360.com

Parkeren

In parkeergarage Lamartine aan de Quai Lamartine kun je goed en voordelig parkeren en boven gekomen loop je zo het stadscentrum in.

Pont Saint-Laurent Mâcon

pont Saint-Laurent met zicht op Saint Laurent

Lang voordat de stad de naam Mâcon krijgt, is op deze plaats al een doorwaadbare plaats in de Saône.
Tijdens de verovering van Gallië bouwen de Romeinse legioenen een houten brug. Deze brug wordt pas in de 11e eeuw vervangen door een stenen brug met zes bogen. Het vermoeden is dat de eerste brug loopt tot het midden van de rivier en men vervolgens de Saône verder moet doorwaden. De eerste vermelding van de brug stamt uit 1077.
In 1221 laat bisschop Aymond de brug versterken en plaatst deze onder bescherming van Saint-Nicolas, de patroonheilige van de schippers. In het midden van de brug was een kleine kapel, gewijd aan Saint-Nicolas.

Een overstroming in 1423 spoelt de derde boog weg en moeten verschillende palen de brug ondersteunen. In de tweede helft van de 15e eeuw wordt de Saint-Laurent verlengd met zes nieuwe bogen om de loop van de Saône naar Bresse om te leiden, dit om de overstromingen die de stad teisteren te verminderen. De brug krijgt een lengte van 215 meter en het is nu mogelijk de gehele rivier over te steken.

Deze pont Saint-Laurent verbindt nu de stad Mâcon met het stadje Saint-Laurent-sur-Saône en het departement Ain.

Tijdens de godsdienstoorlogen vinden bij deze rivier verschrikkelijke gebeurtenissen plaats.
De gouverneur van Mâcon, Guillaume de Saint-Point, jaagt gevangen genomen Hugenoten de rivier in en velen van hen verdrinken. Guillaume de Saint-Point is een gewelddadige en wrede ‘seigneur’ van Saint-Point. Hij is fel gekant tegen alle personen die beschuldigd of verdacht worden van het protestantisme. Guillaume laat de gevangenen genomen Hugenoten vanaf de bruggen in de Saône springen. Voor hem is het de attractie geworden die hij aan het einde van de maaltijden laat plaatsvinden. Hij nodigt de dames van de stad uit en vraagt hen om te beoordelen welke van de Hugenoten de lichtste en meest alert is tijdens zijn val.

Wanneer in de tweede helft van de 18e eeuw de stadpoorten verdwijnen, worden in 1787 aan het westelijke uiteinde van de brug twee ’tourelles de l’ octroi’ gebouwd, bedoeld voor de inning van de gemeentelijke belasting. Een van deze torentjes was bestemd als wachthuis, de ander om de portier te huisvesten. Ze worden in 1930 afgebroken tijdens werkzaamheden aan de ingang van de brug.

Macon
vrouwen in feestkostuum, Mâcon 1920


Beschadigingen van de brug Saint-Laurent

In de Tweede Wereldoorlog worden veel bruggen, zoals de brug in Tournus, vernietigd door Duitse troepen. Om de opmars van de geallieerden te vertragen, probeert het Duitse leger in september 1944 ook de Saint-Laurent in Mâcon te vernietigen. Dit is gelukkig niet gelukt, wel raakt een boog van de brug beschadigd omdat een van de pijlers werd opgeblazen.
Op 19 augustus 1944 werpt verzetsstrijder Maurice Chevrolat zich vanaf de top van de 5e boog om aan zijn executie te ontkomen. Een gedenkplaat herinnert hieraan.

In de jaren zeventig vaart het schip ‘La Renaissance’ tegen een van de in de oorlog beschadigde pijlers waardoor de brug bijna in de Saône stort. Tussen 1983 en 1988 worden daarom grote restauratiewerken uitgevoerd en zijn de houten palen waarop de pijlers steunen verstevigd met beton..

Vanaf de pont Saint-Laurent heb je een mooi uitzicht op de oude stad en herken je de kenmerkende torens van de drie kathedralen. In de avond is de brug sfeervol verlicht en zie je hem prachtig weerspiegeld in de Saône.

Mâcon
pont Saint-Laurent in Mâcon


Saint-Laurent-sur-Saône

Vanaf de Quai Lamartine geeft Mâcon zicht op het aan de andere over van de Saône gelegen Saint-Laurent-sur-Saône. Aangezien de Saône de grens is van het departement Saône-et-Loire ligt Saint-Laurent-sur-Saône in een ander departement, namelijk Ain. Saint-Laurent-sur-Saône is de kleinste stad in dit departement. Het gemeentelijk grondgebied is zo klein dat veel woningen in dit stadje op het grondgebied van buurgemeenten staan.

De eerste verwijzing naar Saint-Laurent-sur-Saône dateert van het jaar 888 en staat beschreven in het cartularium van Saint-Vincent-lès-Mâcon onder de naam Sancii Laurentii. In 1194 heet het dorp Sancto Laurentio.

Na de ondertekening van de wapenstilstand van 22 juni 1940 ligt dit stadje in ‘la zone libre de l’ État français’. Van tot de zomer van 1944 is het onder Duitse bezetting. 

Bij overstromingen van de rivieren lopen veel van de huizen deels onder. Omdat bij een hoge waterstand veel boten niet meer onder de bogen van de pont Saint-Laurent door konden varen, is in het begin van de jaren ’80 een kanaal gegraven om Saint-Laurent-sur-Saône heen. Hiermee werd het stadje een eiland dat met bruggen verbonden is met Mâcon en in het oosten met de stad Bourg-en-Bresse.

In 1987 wordt deze brug een ‘Monument Historique’.

Mâcon
zicht op Saint-Laurent-sur-Saône
Mâcon
église Saint-Laurent


Hôtel de Ville Mâcon

hôtel de ville Mâcon

Tussen 1746 en 1751 bouwt Abel-Michel Chesnard de Layé dit immense herenhuis. Zestien jaar later koopt de veertiende en laatste graaf van Montrevel, Florent-Alexandre-Melchior de La Baume het huis en verfraait het door twee vleugels toe te voegen. Hij laat de grote zaal van de Comédie (nu de zaal van de gemeenteraad) bouwen, met daarin een parterre, een orkest en een podium omringd door twee rijen loges.

In 1792 koopt de stad Mâcon het van de eigenaar en maakte er het stadhuis van en als zodanig wordt het nog steeds gebruikt door de stad Mâcon.

In 1880 laat François Martin, burgemeester van Mâcon, twee andere vleugels bouwen, aan de kant van de Rue Carnot. De binnenplaats die nu ontstaat, kijkt uit op de Place Saint-Pierre. Het stadhuis is sinds 1941 een ‘Monument Historique’.

De grote kerken van Mâcon

Le vieux Saint-Vincent

Mâcon

Mâcon heeft twee Saint-Vincent kathedralen: de oorspronkelijke kathedraal, de Vieux Saint-Vincent en de nieuwe Saint-Vincent. De oude kathedraal stamt al uit de 6e eeuw.

De Vieux Saint-Vincent aan de Rue des Ursulines wordt in de 10e en 16e eeuw herhaaldelijk geteisterd door branden.
Vandaag de dag zie je nog de restanten van de toegangspoort en twee torens overeind. In de entree is een museum gevestigd. Op sommige dagen is een van de torens te beklimmen en heb je een geweldig uitzicht op Mâcon en de Mâconnais.

Wanneer aan een nieuwe kathedraal ook de naam Saint-Vincent gegeven wordt, krijgt de oude kathedraal een toevoeging aan zijn naam en gaat de Vieux Saint-Vincent heten. Lees hier meer over de Vieux Saint-Vincent.

Kathedraal Saint-Pierre

In 1860 verrijst in het quartier van het Hôtel de Ville, de Église Saint-Pierre.

De Neoromaanse kerk heeft een gevel van drie verdiepingen. Drie halfronde tympanen boven de toegangsdeuren zijn zeer de moeite waard om even bij stil te staan. Een van deze tympanen verbeeldt Het Laatste Oordeel. Dominant zijn de twee klokkentorens met een hoge spits, die je bijna vanuit heel Mâcon kunt ontwaren. Lees meer over de kathedraal Saint-Pierre.

Kathedraal Saint-Vincent

Mâcon

Deze Saint-Vincent wordt gebouwd als vervanging van de gotische Vieux Saint-Vincent die tijdens de Franse Revolutie is vernietigd. Hij is gebouwd op de plaats van een van de oudste kerken van Mâcon, de collegiale kerk Saint-Pierre die aan het eind van de 18e eeuw is verwoest. Nog eerder stond op deze plaats een Romeinse tempel. Twee grote vierkanten torens domineren het gezicht van de kerk.

De Saint-Vincent wordt gebouwd volgens het plan van een basiliek: het hoofdschip met twee zijbeuken en in het zuiden een halfronde apsis.
De vele gebrandschilderde ramen stonden eerste instantie niet in het ontwerp.

Sinds 1994 is de kathedraal geclassificeerd als ‘Monument historique’. De gevel is in 2007 door de stad Mâcon gerestaureerd.
Lees meer over de kathedraal Saint-Vincent.

Begrafenis van Alphonse de Lamartine in de kathedraal Saint-Vincent Mâcon

De in Mâcon geboren dichter, schrijver en politicus Alphonse de Lamartine sterft op 28 februari 1869 in Parijs. 

De familie van de Lamartine weigert het keizerlijke aanbod om een nationale begrafenis voor hem te organiseren.
De begrafenis zal in Mâcon plaatsvinden. Op 4 maart om 7.00 uur arriveert de kist met het lichaam van de Lamartine per trein in Mâcon en wordt naar de kathedraal Saint-Vincent gebrachtEen enorme menigte verzamelt zich in de kerk en op de Place d’Armes.

De begrafenis zal plaatsvinden in Saint-Point. Rond 9 uur vertrekt de stoet naar Saint Point, waar deze om half twaalf aankomt. Alphonse de Lamartine wordt begraven aan het einde van het park van zijn zo geliefde château Saint-Point..
Hier lees je het levensverhaal van Alphonse de Lamartine.

Hôtel-Dieu Mâcon

Dit voormalige ziekenhuis wordt in 1761 door de beroemde architect van Louis XV Jacques Germain Soufflot, zijn leerling uit Lyon Melchior Munet en de Mâconnais Michel Minoya gebouwd. Het valt op door zijn indrukwekkende breedte en hoogte van de koepel. Hieronder bevonden zich een kapel en een apotheek met elementen uit het Louis XV-tijdperk. In een decor van 18e-eeuws houtwerk staat een bijzondere verzameling apotheekpotten, waarvan sommige waarschijnlijk afkomstig zijn uit de faiencefabriek Rey, opgericht in Mâcon in de 18e eeuw.

Het Hôtel-Dieu is helaas alleen tijdens de Europese Monumentendagen te bezoeken. Een ander en bekender Hôtel-Dieu staat in Beane, dit is wel het hele jaar door te bezoeken.  In Cluny is nog een klein Hôtel-Dieu te bezoeken.


Maison de Bois

Dit houten huis vind je op de hoek van de Rue Dombey en de Place aux Herbes. Het is tussen 1490 en 1510 gebouwd en is het oudste en ongetwijfeld het beroemdste huis van Mâcon. De bijzondere gevel is gebouwd van hout en bevat een veelheid aan houtsnijwerk waaronder in de balken allerlei opvallende figuren. Mensen met maskers, apen en mytische wezens komen in allerlei gedaanten voorbij.
In het Maison de Bois is nu een restaurant gevestigd.

Mâcon
hoek Rue Dombey en Place aux Herbes
Mâcon
maison de bois
maison de bois


Alphonse de Lamartine en Mâcon

Alphonse Marie Louis de Prat de Lamartine wordt op 21 oktober 1790 in Mâcon geboren in een katholieke, royalistische en adellijke familie. Hij brengt zijn jeugd door in Milly, een dorp aan de Saône tussen Cluny en Mâcon.

Deze beroemd geworden dichter en schrijver van romans en toneelstukken wordt gezien als de vader van de Franse Romantiek. Ook als staatsman heeft hij een belangrijke rol gespeeld en zich onder andere ingezet voor de afschaffing van de slavernij.

De heuvels van het zuidelijk deel van de Bourgogne met haar bijzondere landschap, hebben de Lamartine vaak geïnspireerd in zijn werk. Daarnaast waren zijn verschillende liefdesrelaties met vrouwen een grote inspiratiebron voor zijn poëzie. Alphonse was lid van de Académie de Mâcon.

Mâcon
loop even door de 'Jardin romantique' op de Esplanade Lamartine om een gedicht van Lamartine te beleven


François Mitterrand en Alphonse de Lamartine

Op 12 oktober 1990 is de toenmalige president François Mitterrand in Mâcon voor de viering van de tweehonderdste geboortedag van Alphonse de Lamartine. Mitterrand is een groot bewonderaar van de dichter en houdt een toespraak bij de opening van dit evenement.

In dit blog schrijf ik meer over François Mitterrand en de Bourgogne.

Alphonse de Lamartine
Alphonse de Lamartine
mozaiek 'le Gouvernement provisoire'

Het indrukwekkende mozaiek van ‘le Gouvernement provisoire‘, vind je aan de Qaui Lamartine.

Lees hier het hele levensverhaal van de dichter, schrijver en staatsman Alphonse de Lamartine.

Musée des Ursulines

In het hart van de stad Mâcon is in het voormalig klooster van de zusters Ursulinen het musée des Ursulines gevestigd. De Ursulinen werden in 1615 door bisschop Gaspard Dinet naar Mâcon geroepen. Zij leidden de opvoeding van de plaatselijke adel en bourgeoisie.

Na het vertrek van de Ursulines werd deze plaats een gevangenis. Nu is het een museum met een permanente collectie van kunstwerken van de oudheid tot aan moderne kunst. Ook vind je hier Hollandse en Vlaamse meesters. Minder bekend zijn waarschijnlijk de schilders uit de Bourgogne, maar ook hun schilderijen zijn zeer de moeite waard.

Sinds de sluiting in 2016 van het museum Lamartine in Mâcon bewaart het Mesée des Ursulines de collectie. Het geeft een permanente expositie over het leven en werken van Alphonse de Lamartine, met veel uitleg over zijn leven en zijn belang voor Frankrijk, zowel als dichter als politicus.

Ook werken van de in Cormatin geboren schilder Armand Bernard zijn in dit museum te zien. Bernard schilderde voornamelijk historische landschappen.

Een bezoek aan het museum kost €4,50 voor een volwassenen. Voor een tijdelijke tentoonstelling moet je iets bij betalen. Je loopt ongeveer 2 uur rond om alles te kunnen bekijken.

Musée des Ursulines
5 Rue de la Préfecture
71000 Mâcon
musée des Ursulines

Vierge à l'Enfant
Mâcon


Hôtel Senecé

Gebouwd in het begin van de 18e eeuw door de familie Delaporte de Marnay komt het enkele tientallen jaren later in het bezit van Jean Salomon Bernard de Chatenay, seigneur van Senecé. In de daarop volgende eeuw is Jean Etienne de seigneur van Senecé en hij laat de binnenplaats omheinen en een halfronde boog optrekken boven de toegangspoort. Hij duidt zijn eigendom voortaan aan met de naam Hôtel Senecé.

In 1896 wordt Hôtel Senecé eigendom en hoofdkantoor van de Académie de Mâcon.
Op woensdag kun je met een rondleiding mee door dit imposante gebouw (6€ per persoon).

Mâcon
Vergane glorie in Mâcon
het oude postkantoor van Mâcon


Académie de Mâcon

De Academie de Mâcon, Société des Sciences, Arts et Belles-Lettres, wordt in 1805 opgericht op een besluit van Napoleon.
De Academie 
heeft tot doel “werk en publicaties aan te moedigen op het gebied van literatuur, wetenschap, kunst, geschiedenis, archeologie en andere intellectuele en culturele gebieden.” Zodanig organiseert het conferenties, tentoonstellingen, concerten en bundelt het zijn krachten met de stad Mâcon en andere verenigingen van Mâcon voor de organisatie van culturele evenementen.

In heel Frankrijk bestaan deze academies, zij hebben vaak een lange geschiedenis en veel Franse wetenschappers en kunsternaars zijn er lid van geweest. In 1829 erkent koning Charles X de Académie de Mâcon. In 1896 koopt de Academie de Mâcon het Hotel Senecé en vestigt zich hier tot aan de dag van vandaag.

De Academie van Mâcon is sinds 1947 ook de eigenaar van de ‘Chapelle des Moins in Berzé-la-Ville, die haar dat jaar geschonken werd door Miss Evans, een Britse archeoloog en historicus van Middeleeuwse kunst, die het in 1947 had gekocht.

Bekende leden van de Académie de Mâcon:
Alphonse de Lamartine (1790-1869)
Pierre-Henri de Lacretelle, president van de Académie, dichter, schrijver van romans en toneelstukken (1815-1899) de dichter, schrijver van r
Henry Testot-Ferry, herontdekker van de Roche de Solutré (1826-1869)
Léon-Vivant Moissenet, een van de grondleggers van de geologische kaart van Frankrijk (1831-1906)
Émile Chateau, botanicus en vader van de fytosociologie
Gabriel Jeanton, historicus en etnograaf van Bourgogne-du-sud (1881-1943)
Émile Magnien, oprichter van het Lamartine Museum in Mâcon, conservator van de musea van Mâcon en Tournus
Raymond Oursel, historicus van Romaanse kunst (1921-2008)

Mâcon
zicht op Mâcon vanaf Saint-Laurent. Rechts zie je de torens van de Vieux-Vincent


Office de Tourisme

Loop even binnen bij het Office du Tourisme aan de Place Saint Pierre.
Als je hier de plattegrond met de stadswandeling haalt, heb je een goede leidraad voor een stadswandeling. In twee uur kom je langs alle grote bezienswaardigheden in het historisch centrum van de stad.


bronnen

Saône-et-Loire; Philippe Ménager
Office du Tourisme
Bourgogne Magazine 1996
informatiepaneel bij de pont Saint-Laurent
Images de Saône-et-Loire
www.hotelmacon-panorama360.com
www.academiedemacon.fr
www.wikipedia.fr

Mâcon
huis in bourgogne

Huis huren?

Geïnteresseerd in een vakantiehuis in deze omgeving?