Berzé-la-Ville

Chapelle des Moines, Berzé-la-Ville, priorij van Hugues de Semur

Wat de Chapelle des Moines bijzonder maakt, zijn de prachtige muurschilderingen uit de 12e eeuw

De schilderingen zijn opvallend goed bewaard gebleven
en verbeelden scènes uit het Nieuwe Testament en uit de levens van heiligen.
Een verborgen juweel in de geschiedenis van de abdij van Cluny,
dat tevens de macht en rijkdom van Cluny in die tijd toont.

De kapel met de romaanse fresco’s hoorde bij de abdij van Cluny.
Deze muurschilderingen worden beschouwd als een van de belangrijkste overgebleven werken van romaanse kunst in Europa.
Ze bieden een zeldzaam inzicht in de religieuze kunst en symboliek van de Middeleeuwen.

Berzé-la-Ville: een historische parel in het zuiden van de Bourgogne

Berzé-la-Ville

Op een rotsachtige uitloper van de Mâconnais ligt tussen de glooiende heuvels en uitgestrekte wijngaarden het kleine dorp Berzé-la-Ville.
Dit pittoreske dorp draagt een grote culture en historische betekenis met zich mee, want lange tijd maakte een middeleeuwse priorij deel uit van Berzé-la-Ville. De kapel is het enige zichtbare overblijfsel van deze priorij.

Vanuit Berzé-la-Ville was Cluny goed te bereiken, er loopt een pad langs de heuvel, eerst omhoog richting Barzé-le-Châtel, dan de bergkam overstekend om vervolgens af te dalen naar de vallei van de rivier de Grosne.

Kleine geschiedenis van Berzé-la-Ville

Berzé-la-Ville kent een lange geschiedenis die teruggaat tot in de Vroege Middeleeuwen. Het dorp ontstaat in de 10e eeuw als een klein agrarisch centrum, maar groeit al snel uit tot een belangrijk religieus en cultureel knooppunt dankzij de nabijheid van de abdij van Cluny. In de Middeleeuwen is Cluny een van de grootste en meest invloedrijke kloosters in Europa.

De naam Berzé-la-Ville komt in 1042 al voor in tekstbronnen van de abdij, een kleine nederzetting in de vallei van de Saône.

Het is in het midden van de 11e eeuw, 1062, dat de heren van Montmerle uit Lyon een deel van hun land aan de abdij van Cluny schenken. Hugues de Semur is in deze tijd de abt van Cluny. Dit land lag in de ‘Villa de Berziaco’ en op de weg van Mâcon naar de abdij van Cluny. Een weg waarop het in de Middeleeuwen van belang is een controlepunt te hebben voor het transport van goederen. 

Aanvankelijk maakt de kapel van Berzé-la-Ville deel uit van de priorij van de slotzusters van Marcigny-en-Brionnais, een priorij in 1055 opgericht door Hugues de Semur. Deze vrouwenpriorij, vooral voor dames van adel of met koninklijk bloed, is de enige priorij van Cluny met nonnen geweest. Abt Hugues installeert zijn zus als eerste priorin.

In 1100 verwerft de abdij van Cluny na talrijke uitwisselingen, de volledige eigendom van de priorij in Berzé-la-Ville. Abt Hugues is sterk betrokken bij de onderhandelingen. Vervolgens worden de priorij en de beroemde Chapelle des Moines (kapel van de monniken) gebouwd.

Het dekenaat Berzé-la-Ville speelt van de 11e eeuw tot aan de Revolutie samen met het dekenaat van Mazille een belangrijke rol in de heerschappij van Cluny over de Mâconais. Het kleine decanaat van Berzé-la-Ville geniet een bijzondere status, het wordt rechtstreeks bestuurd door de abdij.

Berzé-la-Ville

Waarom was het voor Cluny zo belangrijk veel nederzettingen te hebben?

Vanaf de tweede helft van de 11e eeuw kopen en krijgen de monniken van Cluny veel grond rondom de abdij, om hier priorijen, obedientias en doyennes te stichten. Zo ontstaat er een heel netwerk rondom Cluny. Veel van deze ‘nederzettingen’ doen dienst als voedselvoorziening voor de monniken en dienen voor bescherming van de abdij. De gevormde enclave was belangrijk te midden van de landen van de bisschop van Mâcon en de seigneur van Berzé: Cluny wilde zowel de route vanuit het zuiden (Mâcon) als vanuit het oosten, de Bresse en de Alpen, controleren.


Hugues de Semur, abt van Cluny van 1049 - 1109

Hugues de Semur was als zesde abt van de abdij van Cluny een van de meest bekende en invloedrijke abten in de Middeleeuwen.

In zijn drukke bestaan heeft abt Hugues behoefte aan een plek van stilte en afzondering. Berzé-la-Ville wordt een belangrijke plek voor hem, Hugues trekt zich hier vaak terug om even uit het intensieve leven als abt in Cluny te kunnen stappen. Historische bronnen uit 1103 verhalen over ‘de abt die hier rust en contemplatie zoekt.’

Deze plek dient tevens voor de ontvangst van voorname religieuze en lekengasten, zo ontvangt hij in 1106 paus Paschalis II, en voor gerechtelijke vergaderingen.

Aan het eind van zijn leven is deze abt bijna altijd in Berzé-la-Ville te vinden. Hugues blijft tot aan zijn dood abt van Cluny.
Wanneer Hugues de Semur in 1109 sterft, zijn de muurschilderingen in de kapel nog niet voltooid, hij heeft dit meesterwerk dus nooit in definitieve versie gezien. Het is onder zijn opvolger, Ponce de Melgueil, dat de schilderingen worden voltooid.

Berzé-la-Ville


Spiritueel testament van Hugues de Semur

Tijdens de vastentijd van 1109 schrijft abt Hugues de Semur zijn ‘spiritueel testament’. Hierin komt zijn gehechtheid aan Berzé-la-Ville duidelijk naar voren.

"In mijn onwetendheid over het moment van mijn dood, heb ik gekozen voor een kleine 'obedience', genaamd Berzé, zodat daar, wanneer het einde van mijn sterfelijke loop is aangebroken, overvloedig eten en voldoende drinken zal worden uitgedeeld in eeuwigheid, volgens de actualiteit van de tijden, op mijn verjaardag, aan al mijn broeders die in het klooster van Cluny wonen en die mij, een arme visser, herinneren ..."

De inkomsten uit het decanaat besteedde Hugues de Semur aan herdenkingen van begrafenissen  van zijn familie, aan de seigneurs van Semur, en een deel van het geld gaat op aan de viering van zijn eigen verjaardag in Cluny. Abt Hugues bepaalt tevens dat ieder jaar na zijn dood op zijn naamdag een maaltijd voor de armen moet worden bereid.


2024: 1000 jaar geleden geboren op 13 mei 1024

Dit jaar wordt er op verschillende plekken in en rond Cluny aandacht besteed aan de 1000e geboortedag van Hugues de Semur. 

Zo is er in het Palais de Jean de Bourbon, vlakbij de abdij, tot 29 september 2024 een tentoonstelling over de abten van Cluny vanaf Hugues de Semur.

Berzé-la-Ville
Hugues de Semur met enkele monniken van Cluny

Stormen en brand in Berzé-la-Ville

De priorij wordt een aantal malen zwaar beschadigd door hevige stormen en in 1104 wordt de kapel door de bliksem getroffen met als gevolg een grote uitslaande brand.
Twee tijdgenoten en biografen van abt Hugues de Semur, de monnik Gilon en Hidebert de Lavardin, vertellen over een gedenkwaardige brand die tussen 1105 en 1108 in Berzé-la-Ville plaatsvond. 

Het verslag van Gilon (geschreven tussen 1113 en 1114) vertelt de feiten als volgt: 

“De pater (Hugues) lag te slapen in een kamer naast de kapel toen de storm plotseling zo hevig opstak, met het geluid van donder, stenen en hagel, dat het kapelgebouw leek te willen instorten. Te midden van het lawaai slaat een angstaanjagende bliksemflits in, de vlammen likken de kapel, de muren kraken… en de heilige rust midden in het vuur. Het vuur groeide, omsingelde het bed en bijna het hele huis ging in vlammen op.”

Het verslag van Hildebert de Lavardin (1056-1113) geeft minder details, maar de overeenstemming tussen de teksten blijkt duidelijk: 
“Toen hij in Berzé in slaap was gevallen, stak de storm plotseling met zo’n woede op dat hagel en stenen tegen het huis sloegen, de bliksem door de hemel trok en de bliksem de kamer waar de Vader sliep, grenzend aan de kerk, niet spaarde…”  (bron: www.chapelle-des-moines.fr).

Berzé-la-Ville


Chateau des moines

Het ‘chateau des moines’ dateert uit de 16e eeuw en omsluit met haar bouw de al bestaande kapel.
De monniken worden tijdens de Franse Revolutie uit het château verjaagd. De ‘hoge kapel’ (bovenkapel) wordt omgevormd tot schuur en de ‘lage kapel’ (benedenkapel gaat dienst doen als wijnkelder.
In 1791 wordt de kapel een woonhuis voor een familie, op 3.40 m timmert de bewoner een houten zolder en de fresco’s krijgen een laag kalk, iets wat vaker voorkomt in deze tijd, de historische waarde van fresco’s wordt nog niet zo gezien.

Na de Franse Revolutie wordt het geheel verkocht als nationaal bezit en de bovenkapel omgebouwd tot schuur voor een boerderij en de benedenkapel gebruikt als opslagruimte.

Na de Tweede Wereldoorlog komen alle gebouwen van het Château des Moines, inclusief de kapel, te koop.
Het is aan de  Britse archeologe Joan Evans te danken dat het château de tijd heeft doorstaan. Zij koopt de kapel met eigen geld en schenkt deze vervolgens aan de Académie Mâcon.
Joan Evans is de (half)zus van Arthur John Evans, de Engelse archeoloog die bekend is van de opgraving van het paleis van Knossos en het onderzoek dat hij deed naar de Minoïsche beschaving.

In 2016 komt het Château des Moines in bezit van het ‘Centre des Monuments Nationaux’ en die de kapel opengestelt voor het publiek.

Chapelle des Moines

Deze bijzondere kapel bestaat uit twee verdiepingen, in de bovenste verdieping vind je de beroemde muurschilderingen. Mogelijk is deze kapel in twee verdiepingen verdeeld omdat zij op een oplopende rots is gebouwd.

De kapel wordt tegen de noordenwind beschermd door de hoogten van de Roche-Coche en de Mont de la Fa.
Omdat de kapel op een rots ligt, is er op deze plek een fantastisch uitzicht. Dit in tegenstelling tot de abdij van Cluny die geheel ingesloten in een vallei ligt.

Berzé-la-Ville


de bovenkapel

Via de westelijke geven van de oude priorij kom je de ‘hoge kapel’ binnen. Je staat dan direct oog in oog met de muurschilderingen van de apsis. Deze bovenkapel was een plaats voor meditatie voor de abt en de monniken. De prachtige muurschilderingen maken deze kleine kapel indrukwekkend en geven haar een bekendheid tot ver in Europa en over de wereld.

de benedenkapel

Deze 11e eeuwse kapel binnenlopen geeft je een aparte ervaring, je waant je terug in de tijd van de monniken. Er valt weinig licht binnen in dit deel van de kapel. Het tongewelf gevormd door een halve koepel van de apsis, vertoont nog sporen van 14e eeuwse muurschilderingen in verschillende kleuren, de zogenaamde polychromie.

Je ziet onder andere een fries en een regelmatig motief van okerrode ‘schijnvoegen’  waarbij de tekeningen een steenverband suggereren. De vloer lijkt nooit betegeld te zijn.

De functies van deze kapel blijven nog onduidelijk, vermoed wordt door sommigen dat dit het deel was waar de ‘eenvoudige gelovigen’ van naburige boerderijen en pelgrims mochten komen en de monniken en abten naar de bovenste verdieping kwamen.

De begane grond werd mogelijk ook als crypte gebruikt, onder de crypte is waarschijnlijk een stelsel van schuilgangen. 

Berzé-la-Ville
Berzé-la-Ville


Muurschilderingen van Berzé-la-Ville

Wanneer je de kapel binnenkomt, word je onmiddellijk getroffen door de twaalf fresco’s van de apsis. De fresco’s  in het schip zijn bijna onzichtbaar, maar de beschilderingen van de apsis zijn adembenemend.

De stijl van de schilderingen is kenmerkend voor de Cluniacenzer architectuur en kunst, met een sterke nadruk op symmetrie, harmonie en spirituele symboliek. De hele iconografie getuigt van de invloed van Cluny.
Als we Berzé-la-Ville zien, krijgen we een idee hoe rijkelijk v
ersierd de ‘Maior ecclesi’ van Cluny moet zijn geweest. 

herontdekking van de fresco's

Nadat de fresco’s lange tijd verborgen zijn geweest onder de kalklaag, ontdekt de nieuwe priester van Berzé-la-Ville, Philibert Jolivet (1886-1923) in 1887 bij toeval een fragment van de muurschilderingen in de kapel. Gelukkig realiseert deze priester zich de waarde van zijn ontdekking en hij schakelt pastoor Braqui, een collega uit de Mâconnais, in. Deze was tevens opgeleid in archeologisch onderzoek. Vervolgens komen al snel alle muurschilderingen naar boven.  In 1893 wordt de kapel al geclasseerd als ‘monument historique’.

Berzé-la-Ville

palet van kleuren

Het rijke palet van kleuren die oorspronkelijk gebruikt zijn voor deze muurschilderingen: bestaat uit de volgende kleuren: wit, gele oker en rode oker, minium, vermiljoen, aardegroen, lapis lazuli blauw en tot slot carbon black.
Deze 12e eeuwse muurschilderingen zijn uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Het gebruik van minerale kleurstoffen zoals het azuurblauwe lapis lazuli, het gele oker en rode menie heeft zeer tot de instandhouding van de fresco’s bijgedragen. 

lapis lazulli

Lapis lazuli is een ondoorzichtig gesteente met een intense azuurblauwe kleur. Het wordt voornamelijk gewonnen in Afghanistan. Via de Zijderoute kwam het naar West-Europa. Het is zeldzaam en erg duur.
Om pigment te verkrijgen, worden de stenen vergruisd en vermengd met hars, was, gom en lijnzaadolie. Het slijpen van het lapis lazulli is zorgvuldiger en duidt op een bijzondere vaardigheid van de kunstenaar en perfecte technische kennis.

Lapis lazuli is van een uiterst zuivere en fijne kwaliteit, hetzelfde materiaal dat in het voorschip van de abdij Saint-Philibert in de stad Tournus is gebruikt. In het château van Cormatin kom je deze diepblauwe kleurstof op een indrukwekkende manier tegen.

wie maakten deze muurschilderingen?

Op de fresco’s zijn veel Byzantijnse invloeden te zien, het vermoeden is dan ook dat ze door schilders uit Italië zijn gemaakt, waarschijnlijk dezelfde kunstenaars die ook in de abdij van Cluny hebben gewerkt. Deze Italiaanse kunstenaars waren rondreizende gezelschappen. De abten van Cluny maakten geregeld een reis naar Italië en deden daar hun inspiratie en contacten op. Zo reisde abt Hugues al zeker zes keer naar Rome.
Daarnaast had Hugues een grote bewondering voor Byzantium, wat in de muurschilderingen goed is terug te vinden.

De kunstenaars die deze fresco’s gemaakt hebben moeten ongelooflijk getalenteerd zijn geweest en veel technische kennis met zich hebben meegedragen .

Deze muurschilderingen vertonen qua stijl en techniek grote overeenkomsten met de miniaturen van het lectionarium van Cluny, een manuscript dat tegelijkertijd in het scriptorium van de naburige abdij werd vervaardigd.

techniek van de muurschilderingen

De techniek die de schilders gebruikt hebben voor Berzé-la-Ville is een gemengde techniek. Allereerst brachten ze op een vochtige kalklaag een basis ‘a fresco’ aan, daarna schilderden ze de details ‘a secco’, hiervoor hadden ze een droge ondergrond nodig.

Onderzoek wijst uit dat de schilders een vettige substantie aan de verfmelk toevoegden om glans te verkrijgen.

Wat is er te zien op de muurschilderingen in Berzé-la-Ville?

Wanneer je de kapel binnenkomt, word je onmiddellijk getroffen door de fresco’s van de apsis.
De fresco’s in het schip zijn bijna onzichtbaar, maar de beschilderingen van de apsis zijn adembenemend.

Het palet van kleuren van Berzé-la-Ville bevat veel blauw en groen. Er is bij deze muurschilderingen overvloedig gebruikt gemaakt van het mineraal lapis lazuli, een intens azuurblauwe kleur. Het in Berzé-la-ville gebruikte lapis lazulli was van extreem zuivere kwaliteit.
Lapis lazuli is eeduur pigment dat via de Zijderoute uit het Oosten werd geïmporteerd. 

Berzé-la-Ville

in de apsis

Traditio legis et clavium

Deze prachtige muurschilderingen verbeelden scènes uit het Nieuwe Testament, evenals afbeeldingen van heiligen en engelen. Op de muurschildering van de apsis zijn meer dan veertig figuren te zien.

Het thema van de schilderingen is de Traditio legis et clavium, de overdracht  door Christus van de Sleutels aan Petrus en de Wet aan Paulus, wat een zeldzaam thema in een Romaanse muurschildering is.

Christus in Majesteit

In het midden zie je een tronende ‘Christus in Majesteit’ (Maiestas Domini) in een mandorla.
Deze imposante Christusfiguur domineert de ruimte door zijn positie en zijn grootte van bijna vier meter hoog, geheel volgens de vroegchristelijke traditie. Om de Christus-figuur nog indrukwekkender te maken steken zijn hoofd, voeten en handen uit de mandorla, met sterren bezaaide mandorla. In de voeten van Christus zijn de spijkergaten van het kruis zichtbaar.

De Christus-figuur was oorspronkelijk in de romaanse periode gekleed in een felgele jas, in de gotische periode wordt deze rood geverfd, een kleur die onderstreept volgens exegeten uit de Middeleeuwen de schittering van de goddelijkheid van Christus en het verblindende licht van de opstanding op Paasmorgen. De opgeheven en open rechterhand van Christus symboliseert zijn overwinning op de dood: ‘Sol invictus’, Christus is opgestaan, de onoverwonnen zon. 

Met zijn rechterhand zegent Christus de wereld en met zijn linkerhand  overhandigt Hij de Wet en de Sleutels aan Petrus en Paulus.
Wet en Sleutels zijn de fundamenten van de Kerk. Petrus zal zijn ambt doorgeven aan al zijn opvolgers én aan de abten van Cluny.
Op de wetsrol die Christus aan Petrus geeft, heeft een tekst gestaan, mogelijk was dit: “Zie, ik bereid voor jullie een koninkrijk, zoals mijn Vader dit voor Mij heeft gedaan”, aldus enkele onderzoeken.

Wanneer je goed naar het voorhoofd van Christus kijkt, zie je twee rimpels getekend. De onderste rimpel toont een omgekeerde Omega (“Ik ben de Alpha en de Omega”).

Berzé-la-Ville


Vader, Zoon en Heilige Geest

Boven de figuur van Christus zie je de Hand van de Vader die een kroon vasthoudt, de Vader die zegt “Jij bent mijn Geliefde Zoon“. Daarboven vind je een het Paaslam (gedragen door twee engelen), symbool voor de Zoon, en vervolgens een ocules, oog, waardoor het licht van de Geest binnenvalt. Het Lam is helaas niet meer heel helder te zien.

Berzé-la-Ville
Vader, Zoon en Geest


De magische symboliek van getallen

Wanneer de sterren begint te tellen, zie je twee sterren tussen de voeten van Christus, tegen de richting van de klok in, vind je dan een groepje van drie, van vier, van vijf, terug naar beneden tel je dan zes sterren, en dan gebeurt er iets vreemds. Het volgende groepje bestaat uit acht sterren, gevolgd door een groepje van zeven sterren. Zouden de kunstenaars bedoeld hebben om met de zeven te eindigen, aangezien dat het getal van de volheid, van de perfectie is?

Onder de zetel van Christus zien we zeven en twee en drie, dit zijn 12 sterren.
Onder de armen van Christus acht en vier sterren, tezamen ook 12.
Boven Christus zijn zes en vijf sterren geschilderd, één te weinig voor 12. De kunstenaar heeft hier Christus als ontbrekende stralende ster bedoeld.

Christus en de apostelen

Aan weerszijden van Christus zie je twee groepen van zes apostelen, rechts rond Petrus en links rond Paulus. De apostelen hebben hun hoofd iets gebogen, een open rechterhand en met hun voeten op de grond.

Petrus en Paulus staan in een wandelende houding en hun fysieke grootte onderscheidt hen van de andere apostelen, die meer ineengedoken zitten. Paulus, die een gebedsrol vasthoudt, is herkenbaar aan het karakteristieke kale hoofd.

Naast Paulus zie je de apostel Philippus, een mooie jongeman met prachtig krullend haar. Men vermoedt dat dit bedoeld was als eerbetoon aan Philips I, in de tweede helft van de 11e eeuw de koning van Frankrijk.

Aan de voeten van de Christusfiguur zie je rechts in een kleinere afbeelding de diakenen Vincent en Laurent en twee abten van Cluny

Berzé-la-Ville
de apostelen Petrus, Johannes en Jakobus. Mattheüs, Filippus en Paulus
Berzé-la-Ville
de apostelen aan de linkerhand van Christus


de wijze maagden

In de basis vind je zes opvallend mooi geklede vrouwen, meer lijkend op keizerinnen en prinsessen, dan op nonnen. 
Van enkelen van hen is de naam te herkennen door een inscriptie, het zijn vrouwelijke heiligen waaronder Agatha, Consorce en Laurence.

Deze voorstelling doet denken aan de parabel van de wijze en dwaze maagden uit het evangelie van Mattheüs, die wachten op de komst van de bruidegom, Christus.

Vijf van deze vrouwen dragen een lamp, Consorce aan de rechterkant draagt echter een kruis. Het is een kruis met speren, een soortgelijk kruis wordt ook gevonden in het evangelieboek van Passau uit de 12e eeuw. Ook draagt zij een diakenstola, hiermee wordt zij voorgesteld als abdis.

De heilige Consorce werd in Cluny vereerd, zelfs zozeer dat haar relikwieën op het hoofdaltaar stonden. Nog steeds worden relikwieën van Consorce bewaard in de abdij van Cluny. We weten weinig over haar leven, wel dat op haar naamdag in Cluny een speciale mis werd gevierd met de gelijkenis van de wijze maagden.

"Wees waakzaam, want jullie weten niet wanneer die tijd zal komen".

Berzé-la-Ville


De kronen op het hoofd van deze vrouwen kunnen herinneren aan de kronen van de Byzantijnse keizerinnen
zoals verbeeld in de mozaïeken van Ravenna.
Deze Italiaanse stad is tot in de achtste eeuw overheerst door het Byzantijnse Rijk
die Ravenna haar wereldberoemde mozaïeken gegeven heeft.

de martelaren

Aan weerszijden, op het niveau van de arcaturen vind je de martelaren.
Aan de zuidzijde (rechts) de heilige 
Saint-Vincent uit Zaragoza die in het jaar 304 door soldaten in het vuur wordt gegooid en uitgestrekt op een rooster ligt.

Aan de noordzijde is de heilige Saint-Blaise, zijn gevangenschap (een vrouw brengt hem als voedsel een varkenskop) en onthoofding. 
Deze twee heiligen verkregen in de abdij van Cluny grote verering. In de dorpskerk van Berzé-la-Ville vind je Saint-Blais ook terug.

Saint-Blaise was een Armeense bisschop uit de 3e eeuw. Volgens de legende verdedigde hij een arme weduwe van wie het varken werd aangevallen door een wolf. Blaise stuurt de wolf terug naar zijn hol en zo blijft het varken van de vrouw in leven. Vanwege de toen heersende vervolgingen van christenen werd Blaise gevangen gezet en daarna zoals te zien, onthoofd. In zijn gevangenschap brengt de weduwe hem een varkenskop (afbeelding 1). De ontcijferde tekst zou betekenen: “neem dit biggetje dat je van de wolf weggerukt hebt”.

Berzé-la-Ville
een varkenskop voor Saint-Blaise
Berzé-la-Ville
onthoofding van Saint-Blaise
Berzé-la-Ville
Saint-Vincent op een rooster in het vuur

acht heiligen

Op het onderste register kun je negen heiligen ontwaren, niet alle namen zijn meer goed leesbaar, het zijn van links naar rechts:
Abdon, Sennen, Dorotheus, Gorgon, Sebastianus, Sergius, Bacchus, Dionysus en Quintus. Het zijn oosterse en westerse heiligen die voorkomen op de liturgische kalender van Cluny. Hun relikwieën worden bewaard in de schatkamer van Cluny. Er zijn verschillende verklaringen voor de aanwezigheid van deze relatief onbekende heiligen.

Abdon en Senne waren Perzische prinsen uit de 3e eeuw die door de christelijke kerk vereerd werden. Dorotheus draagt de palm van het martelaarschap in zijn hand. Sebastiaan werd met pijlen gemarteld (in het jaar 288). Hij is de beschermheer van de gemeente Berzé-le-Châtel, zijn linkerhand draagt een kroon.

Berzé-la-Ville


Benedictus en Benedictus?

Op de pilasters van de inkomboog staan twee monniken met een kruisstaf, een staf van een abt. Cluny had van Rome het privilege van het dragen van mijter en staf door de abt gekregen.

We kennene deze abten niet bij name, wel zijn er verschillende veronderstellingen. In Berzé-la-Ville gaat men er vanuit dat het Benedictus van Nursia uit de zesde eeuw, de stichter van de Regel van Benedictus en Benedictus van Aniane, uit de achtste eeuw zijn. De laatste Benedictus is kloosterhervormer en schreef de Regel van de monniken van Cluny. Deze twee figuren worden gesymboliseerd als pijlers van het kloosterleven en waren belangrijk voor abt Hugues.

Andere veronderstellingen gaan uit van de abten Bernon en Hugues, de eerste en de huidige abt (ten tijde van de schilderingen) van Cluny. Anderen den ken meer aan de abten Odilon en Mayeul.

Deze iconografie plaatst de abten van Cluny in de rechtstreekse lijn van de apostelen, alsof de abten hier hun macht mee willen aantonen en vergroten.

Berzé-la-Ville
Berzé-la-Ville

De kerk verbeeld

Wanneer je alles in ogenschouw neemt, kun je je voorstellen dat abt Hugues de hele kerk heeft laten verbeelden:
de Vader, Zoon en Geest, de apostelen, de diakenen en de martelaren, de gelovige vrouwen. en tot slot de abten van Cluny. Opvallend is dan de afwezigheid van Maria.

Het schip en de achterzijde van de kapel

De apsis is niet de enige plek waar muurschilderingen te vinden zijn, al zijn deze wel het best bewaard gebleven.
In het schip en op de achterzijde van de kapel ontwaar je delen van oude muurschilderingen. Deze zijn iets later aangebracht en dateren uit het begin van de veertiende eeuw, net als die van de lage kapel.

Vaag kun je de verbeelding onderscheiden van het laatste Avondmaal en de intocht van Jezus in Jeruzalem.

Berzé-la-Ville
Berzé-la-Ville
Berzé-la-Ville

het schip van de kapel

Mogelijk zijn deze latere muurschilderingen aangebracht bij een opfrisbeurt van de kapel vanwege het bezoek van paus Bonifatius VIII en van negen kardinalen van Philips de Schone aan Berzé-la-Ville. Zij waren voor een bezoek van vijf dagen in de abdij van Cluny en bezochten ook omliggende priorijen van de abdij.

De motieven zijn  niet allemaal goed bewaard gebleven, plantmotieven en de ornamenten op de figuren waren oorspronkelijk veel kleurrijker en levendiger.

bronnen

https://bourgognemedievale.com/
https://www.chapelle-des-moines.fr
www.wikipedia.fr
Les peintures murales à la Chapelle des Moins de Berzé-la-Ville; Académie de Mâcon
Sites clunisiens en Europe
Saône-et-Loire; Philippe Ménager

Enkele foto’s zijn met toestemming uit het archief van Cees van Halderen.

huis in bourgogne

Huis huren?

Geïnteresseerd in een vakantiehuis in deze omgeving?