Wat de Chapelle des Moines bijzonder maakt, zijn de prachtige muurschilderingen uit de 12e eeuw.
De schilderingen zijn opvallend goed bewaard gebleven
en verbeelden scènes uit het Nieuwe Testament en uit de levens van heiligen.
Een verborgen juweel in de geschiedenis van de abdij van Cluny,
dat tevens de macht en rijkdom van Cluny in die tijd toont.
De kapel met de romaanse fresco’s hoorde bij de abdij van Cluny.
Deze muurschilderingen worden beschouwd als een van de belangrijkste overgebleven werken van romaanse kunst in Europa.
Ze bieden een zeldzaam inzicht in de religieuze kunst en symboliek van de Middeleeuwen.
Berzé-la-Ville: een historische parel in het zuiden van de Bourgogne
Op een rotsachtige uitloper van de Mâconnais ligt tussen de glooiende heuvels en uitgestrekte wijngaarden het kleine dorp Berzé-la-Ville.
Dit pittoreske dorp draagt een grote culture en historische betekenis met zich mee, want lange tijd maakte een middeleeuwse priorij deel uit van Berzé-la-Ville. De kapel is het enige zichtbare overblijfsel van deze priorij.
Vanuit Berzé-la-Ville was Cluny goed te bereiken, er loopt een pad langs de heuvel, eerst omhoog richting Barzé-le-Châtel, dan de bergkam overstekend om vervolgens af te dalen naar de vallei van de rivier de Grosne.
Kleine geschiedenis van Berzé-la-Ville
Berzé-la-Ville kent een lange geschiedenis die teruggaat tot in de Middeleeuwen. Het dorp ontstaat in de 10e eeuw als een klein agrarisch centrum, maar groeit al snel uit tot een belangrijk religieus en cultureel knooppunt dankzij de nabijheid van de abdij van Cluny. In de Middeleeuwen is Cluny een van de grootste en meest invloedrijke kloosters in Europa.
De naam Berzé-la-Ville komt in 1042 al voor in tekstbronnen van de abdij, een kleine nederzetting in de vallei van de Saône.
Het is in het midden van de 11e eeuw, 1062, dat de heren van Montmerle uit Lyon een deel van hun land aan de abdij van Cluny schenken. Hugues de Semur is in deze tijd de abt van Cluny. Dit land lag in de ‘Villa de Berziaco’ en op de weg van Mâcon naar de abdij van Cluny. Een weg waarop het in de Middeleeuwen van belang is een controlepunt te hebben voor het transport van goederen.
Aanvankelijk maakt de kapel van Berzé-la-Ville deel uit van de priorij van de slotzusters van Marcigny-en-Brionnais. een priorij in 1055 opgericht door Hugues de Semur. Deze vrouwenpriorij, vooral voor dames van adel of met koninklijk bloed, is de enige priorij van Cluny met nonnen geweest. Abt Hugues installeert zijn zus als eerste priorin.
In 1100 verwerft de abdij van Cluny na talrijke uitwisselingen, de volledige eigendom van de priorij in Berzé-la-Ville. Abt Hugues is sterk betrokken bij de onderhandelingen. Vervolgens worden de priorij en de beroemde Chapelle des Moines (kapel van de monniken) gebouwd.
Het dekenaat Berzé-la-Ville speelt van de 11e eeuw tot aan de Revolutie samen met het dekenaat van Mazille een belangrijke rol in de heerschappij van Cluny over de Mâconais. Het kleine decanaat van Berzé-la-Ville geniet een bijzondere status, het wordt rechtstreeks bestuurd door de abdij.
Vanaf de tweede helft van de 11e eeuw kopen en krijgen de monniken van Cluny veel grond rondom de abdij, om hier priorijen, obedientias en doyennes te stichten. Zo ontstaat er een heel netwerk rondom Cluny. Veel van deze ‘nederzettingen’ doen dienst als voedselvoorziening voor de monniken en dienen voor bescherming van de abdij.
Hugues de Semur, abt van Cluny van 1049 - 1109
Hugues de Semur was als zesde abt van de abdij van Cluny een van de meest bekende en invloedrijke abten in de Middeleeuwen.
In zijn drukke bestaan heeft abt Hugues behoefte aan een plek van stilte en afzondering. Berzé-la-Ville wordt een belangrijke plek voor hem, Hugues trekt zich hier vaak terug om even uit het intensieve leven als abt in Cluny te kunnen stappen. Historische bronnen uit 1103 verhalen over ‘de abt die hier rust en contemplatie zoekt.’
Deze plek dient tevens voor de ontvangst van voorname religieuze en lekengasten, zo ontvangt hij in 1106 paus Paschalis II, en voor gerechtelijke vergaderingen.
Aan het eind van zijn leven is deze abt bijna altijd in Berzé-la-Ville te vinden. Hugues blijft tot aan zijn dood abt van Cluny.
Wanneer Hugues de Semur in 1109 sterft, zijn de muurschilderingen in de kapel nog niet voltooid, hij heeft dit meesterwerk dus nooit in definitieve versie gezien. Het is onder zijn opvolger, Ponce de Melgueil, dat de schilderingen worden voltooid.
Spiritueel testament van Hugues de Semur
Tijdens de vastentijd van 1109 schrijft abt Hugues de Semur zijn ‘spiritueel testament’. Hierin komt zijn gehechtheid aan Berzé-la-Ville duidelijk naar voren.
"In mijn onwetendheid over het moment van mijn dood, heb ik gekozen voor een kleine 'obedience', genaamd Berzé, zodat daar, wanneer het einde van mijn sterfelijke loop is aangebroken, overvloedig eten en voldoende drinken zal worden uitgedeeld in eeuwigheid, volgens de actualiteit van de tijden, op mijn verjaardag, aan al mijn broeders die in het klooster van Cluny wonen en die mij, een arme visser, herinneren ..."
Hugues de Semur
Abt Hugues bepaalde dat na zijn dood
2024: 1000 jaar geleden geboren op 13 mei 1024
Dit jaar wordt er op verschillende plekken in en rond Cluny aandacht besteed aan de 1000e geboortedag van Hugues de Semur.
Zo is er in het Palais de Jean de Bourbon, vlakbij de abdij, tot 29 september 2024 een tentoonstelling over de abten van Cluny vanaf Hugues de Semur.
Stormen en brand in Berzé-la-Ville
De priorij wordt een aantal malen zwaar beschadigd door hevige stormen en in 1104 wordt de kapel door de bliksem getroffen met als gevolg een grote uitslaande brand.
Twee tijdgenoten en biografen van abt Hugues de Semur, de monnik Gilon en Hidebert de Lavardin, vertellen over een gedenkwaardige brand die tussen 1105 en 1108 in Berzé-la-Ville plaatsvond.
Het verslag van Gilon (geschreven tussen 1113 en 1114) vertelt de feiten als volgt:
“De pater (Hugues) lag te slapen in een kamer naast de kapel toen de storm plotseling zo hevig opstak, met het geluid van donder, stenen en hagel, dat het kapelgebouw leek te willen instorten. Te midden van het lawaai slaat een angstaanjagende bliksemflits in, de vlammen likken de kapel, de muren kraken… en de heilige rust midden in het vuur.
Het vuur groeide, omsingelde het bed en bijna het hele huis ging in vlammen op.”
Het verslag van Hildebert de Lavardin (1056-1113) geeft minder details, maar de overeenstemming tussen de teksten blijkt duidelijk:
“Toen hij in Berzé in slaap was gevallen, stak de storm plotseling met zo’n woede op dat hagel en stenen tegen het huis sloegen, de bliksem door de hemel trok en de bliksem de kamer waar de Vader sliep, grenzend aan de kerk, niet spaarde…”
(bron: https://www.chapelle-des-moines.fr)
poortgebouw met twee torens
In de 15e eeuw laat Antoine de Rochebaron bij de ingang van het dorp het poortgebouw met de twee ronde torens bouwen. Hiermee krijgt Berzé-la-Ville een monumentale toegang.
Chateau des moines
Het ‘chateau des moines’ dateert uit de 16e eeuw en omsluit met haar bouw de al bestaande kapel.
De monniken worden tijdens de Franse Revolutie uit het château verjaagd. De ‘hoge kapel’ (bovenkapel) wordt omgevormd tot schuur en de ‘lage kapel’ (benedenkapel gaat dienst doen als wijnkelder. In 1791 wordt de kapel een woonhuis voor een familie. De fresco’s zijn toen overschilderd, iets wat vaker voorkomt in deze tijd, de historische waarde van fresco’s wordt nog niet zo gezien.
Na de Franse Revolutie wordt het geheel verkocht als nationaal bezit en de bovenkapel omgebouwd tot schuur voor een boerderij en de benedenkapel gebruikt als opslagruimte.
Na de Tweede Wereldoorlog komen alle gebouwen van het Château des Moines, inclusief de kapel, te koop.
Het is aan de Britse archeologe Joan Evans te danken dat het château de tijd heeft doorstaan. Zij koopt de kapel met eigen geld en schenkt deze vervolgens aan de Académie Mâcon.
Joan Evans is de (half)zus van Arthur John Evans, de Engelse archeoloog die bekend is van de opgraving van het paleis van Knossos en het onderzoek dat hij deed naar de Minoïsche beschaving.
In 2016 komt het Château des Moines in bezit van het ‘Centre des Monuments Nationaux’ en die de kapel opengestelt voor het publiek.
Chapelle des Moines
Deze bijzondere kapel bestaat uit twee verdiepingen, in de bovenste verdieping vind je de beroemde muurschilderingen. Mogelijk is deze kapel in twee verdiepingen verdeeld omdat zij op een oplopende rots is gebouwd.
De kapel wordt tegen de noordenwind beschermd door de hoogten van de Roche-Coche en de Mont de la Fa.
Omdat de kapel op een rots ligt, is er op deze plek een fantastisch uitzicht. Dit in tegenstelling tot de abdij van Cluny die geheel ingesloten in een vallei ligt.
de bovenkapel
Via de westelijke geven van de oude priorij kom je de ‘hoge kapel’ binnen. Je staat dan direct oog in oog met de muurschilderingen van de apsis. Deze bovenkapel was een plaats voor meditatie voor de abt en de monniken. De prachtige muurschilderingen maken deze kleine kapel indrukwekkend en geven haar een bekendheid tot ver in Europa en over de wereld.
de benedenkapel
Deze kapel binnenlopen geeft je een aparte ervaring, je waant je terug in de tijd van de monniken. Er valt weinig licht binnen in dit deel van de kapel. Het gewelf gevormd door een halve koepel van de apsis, vertoont nog sporen van 14e eeuwse muurschilderingen in verschillende kleuren, de zogenaamde polychromie.
Je ziet onder andere een fries en een regelmatig motief van okerrode ‘schijnvoegen’ waarbij de tekeningen een steenverband suggereren. De vloer lijkt nooit betegeld te zijn.
De functies van deze kapel blijven nog onduidelijk, vermoed wordt door sommigen dat dit het deel was waar de ‘eenvoudige gelovigen’ van naburige boerderijen en pelgrims mochten komen en de monniken en abten naar de bovenste verdieping kwamen.
De begane grond werd mogelijk ook als crypte gebruikt, onder de crypte is waarschijnlijk een stelsel van schuilgangen.
Muurschilderingen van Berzé-la-Ville
Wanneer je de kapel binnenkomt, word je onmiddellijk getroffen door de twaalf fresco’s van de apsis. De fresco’s in het schip zijn bijna onzichtbaar, maar de beschilderingen van de apsis zijn adembenemend.
De stijl van de schilderingen is kenmerkend voor de Cluniacenzer architectuur en kunst, met een sterke nadruk op symmetrie, harmonie en spirituele symboliek.
Als we Berzé-la-Ville zien, krijgen we een idee hoe rijkelijk versierd de ‘Maior ecclesi’ van Cluny moet zijn geweest.
herontdekking van de fresco's
Nadat de fresco’s lange tijd verborgen zijn geweest onder de kalklaag, ontdekt de nieuwe priester van Berzé-la-Ville, Philibert Jolivet (1886-1923) in 1887 bij toeval een fragment van de muurschilderingen in de kapel. Gelukkig realiseert deze priester zich de waarde van zijn ontdekking en hij schakelt pastoor Braqui, een collega uit de Mâconnais, in. Deze was tevens opgeleid in archeologisch onderzoek. Vervolgens komen al snel alle muurschilderingen naar boven. In 1893 wordt de kapel al geclasseerd als ‘monument historique’.
Deze 12e eeuwse muurschilderingen zijn uitzonderlijk goed bewaard gebleven.
Het gebruik van minerale kleurstoffen zoals het azuurblauwe lapis lazuli, het gele oker en rode menie heeft zeer tot de instandhouding van de fresco’s bijgedragen.
wie maakten deze muurschilderingen?
Op de fresco’s zijn veel Byzantijnse invloeden te zien, het vermoeden is dan ook dat ze door schilders uit Italië zijn gemaakt, waarschijnlijk dezelfde kunstenaars die ook in de abdij van Cluny hebben gewerkt. Deze Italiaanse kunstenaars waren rondreizende gezelschappen. De abten van Cluny maakten geregeld een reis naar Italië en deden daar hun inspiratie en contacten op. Zo reisde abt Hugues al zeker zes keer naar Rome.
Daarnaast had Hugues een grote bewondering voor Byzantium, wat in de muurschilderingen goed is terug te vinden.
De kunstenaars die deze fresco’s gemaakt hebben moeten ongelooflijk getalenteerd zijn geweest en veel technische kennis met zich hebben meegedragen .
Deze muurschilderingen vertonen qua stijl en techniek grote overeenkomsten met de miniaturen van het lectionarium van Cluny, een manuscript dat tegelijkertijd in het scriptorium van de naburige abdij werd vervaardigd.
techniek van de muurschilderingen
De techniek die de schilders gebruikt hebben voor Berzé-la-Ville is een gemengde techniek. Allereerst brachten ze op een vochtige kalklaag een basis ‘a fresco’ aan, daarna schilderden ze de details ‘a secco’, hiervoor hadden ze een droge ondergrond nodig.
Onderzoek wijst uit dat de schilders een vettige substantie aan de verfmelk toevoegden om glans te verkrijgen.
Wat is er te zien op de muurschilderingen in Berzé-la-Ville?
Wanneer je de kapel binnenkomt, word je onmiddellijk getroffen door de fresco’s van de apsis.
De fresco’s in het schip zijn bijna onzichtbaar, maar de beschilderingen van de apsis zijn adembenemend.
Het palet van kleuren van Berzé-la-Ville bevat veel blauw en groen. Er is bij deze muurschilderingen overvloedig gebruikt gemaakt van lapis lazuli, een intens azuurblauwe kleur. Het in Berzé-la-ville gebruikte lapis lazulli was van extreem zuivere kwaliteit.
Lapis lazuli is een duur pigment dat via de Zijderoute uit het Oosten werd geïmporteerd.
in de apsis
Traditio legis et clavium
Deze prachtige muurschilderingen verbeelden scènes uit het Nieuwe Testament, evenals afbeeldingen van heiligen en engelen. Op de muurschildering van de apsis zijn meer dan veertig figuren te zien.
Het thema van de schilderingen is de Traditio legis et clavium, de overdracht door Christus van de Sleutels aan Petrus en de Wet aan Paulus, wat een zeldzaam thema in een Romaanse muurschildering is.
Christus in Majesteit
In het midden zie je een tronende ‘Christus in Majesteit’ (Maiestas Domini) in een mandorla.
Deze imposante Christusfiguur domineert de ruimte door zijn positie en zijn grootte van bijna vier meter hoog, geheel volgens de vroegchristelijke traditie. Om de Christus-figuur nog indrukwekkender te maken steken zijn hoofd, voeten en handen uit de mandorla, met sterren bezaaide mandorla.
Met zijn rechterhand zegent Christus de wereld en met zijn linkerhand overhandigt Hij de Wet en de Sleutels aan Petrus en Paulus.
Wet en Sleutels zijn de fundamenten van de Kerk. Petrus zal zijn ambt doorgeven aan al zijn opvolgers én aan de abten van Cluny.
Deze iconografie plaatst de abten van Cluny in de rechtstreekse lijn van de apostelen, alsof de abten hier hun macht mee willen aantonen en vergroten.
De opgeheven en open rechterhand van Christus symboliseert ook zijn overwinning op de dood: ‘Sol invictus’, Christus is opgestaan, de onoverwonnen zon. De linkerhand is naar Petrus gericht.
Wanneer je goed naar het voorhoofd van Christus kijkt, zie je twee rimpels getekend. De onderste rimpel toont een omgekeerde Omega (“Ik ben de Alpha en de Omega”).
Verticaal maakt de Christusfiguur deel uit van de drie-eenheid vader, Zoon en Geest. De Vader.
Vader, Zoon en Heilige Geest
Boven de figuur van Christus zie je de Hand van de Vader die een kroon vasthoudt, de Vader die zegt “Jij bent mijn Geliefde Zoon“. Daarboven vind je een ocules, oog, waardoor het licht van de Geest binnenvalt.
De magische symboliek van getallen
Wanneer de sterren begint te tellen, zie je twee sterren tussen de voeten van Christus, tegen de richting van de klok in, vind je dan een groepje van drie, van vier, van vijf, terug naar beneden tel je dan zes sterren, en dan gebeurt er iets vreemds. Het volgende groepje bestaat uit acht sterren, gevolgd door een groepje van zeven sterren. Zouden de kunstenaars bedoeld hebben om met de zeven te eindigen, aangezien dat het getal van de volheid, van de perfectie is?
Onder de zetel van Christus zien we zeven en twee en drie, dit zijn 12 sterren.
Onder de armen van Christus acht en vier sterren, tezamen ook 12.
Boven Christus zijn zes en vijf sterren geschilderd, één te weinig voor 12. De kunstenaar heeft hier Christus als ontbrekende stralende ster bedoeld.
Christus en de apostelen
Aan weerszijden van Christus zie je twee groepen van zes apostelen, rechts rond Petrus en links rond Paulus. De apostelen hebben hun hoofd iets gebogen, een open rechterhand en met hun voeten op de grond.
Petrus en Paulus staan in een wandelende houding en hun fysieke grootte onderscheidt hen van de andere apostelen, die meer ineengedoken zitten. Paulus is herkenbaar aan het karakteristieke kale hoofd.
Aan de voeten van de Christusfiguur zie je rechts in een kleinere afbeelding de diakenen Vincent en Laurent en links twee abten van Cluny van wie we de naam niet kennen.
de wijze maagden
In de basis vind je zes opvallend mooi geklede vrouwen, van enkelen van hen is de naam te herkennen door een inscriptie, het zijn de vrouwelijke heiligen Agatha, Consorce en Laurence. Vijf van de zes vrouwen dragen een lamp, behalve Consorce rechts, zij draagt een kruis.
Deze voorstelling doet denken aan de parabel van de wijze en dwaze maagden uit het evangelie van Mattheüs, die wachten op de komst van de bruidegom, Christus.
Relikwieën van de heilige Consorce worden bewaard in de abdij van Cluny.
De kronen op het hoofd van deze vrouwen kunnen herinneren aan de kronen van de Byzantijnse keizerinnen zoals verbeeld in de mozaïeken van Ravenna. Deze Italiaanse stad is tot in de achtste eeuw overheerst door het Byzantijnse Rijk die Ravenna haar wereldberoemde mozaïeken gegeven heeft.
de martelaren
Aan weerszijden, op het niveau van de arcaturen vind je de martelaren.
Aan de zuidzijde (rechts) de heilige Saint-Vincent uit Zaragoza die in het jaar 304 door soldaten in het vuur wordt gegooid en uitgestrekt op een rooster ligt.
Aan de noordzijde is de heilige Saint-Blaise, zijn gevangenschap (een vrouw brengt hem als voedsel een varkenskop) en onthoofding.
Deze twee heiligen verkregen in de abdij van Cluny grote verering. In de dorpskerk van Berzé-la-Ville vind je Saint-Blais ook terug.
Saint-Blaise was een Armeense bisschop uit de 3e eeuw. Volgens de legende verdedigde hij een arme weduwe van wie het varken werd aangevallen door een wolf. Blaise stuurt de wolf terug naar zijn hol en zo blijft het varken van de vrouw in leven. Vanwege de toen heersende vervolgingen van christenen werd Blaise gevangen gezet en daarna zoals te zien, onthoofd. In zijn gevangenschap brengt de weduwe hem een varkenskop (afbeelding 1). De ontcijferde tekst zou betekenen: “neem dit biggetje dat je van de wolf weggerukt hebt”.
acht heiligen
Op het onderste register kun je negen heiligen ontwaren, Abdon, Sennen, Dorotheus, Gorgon, Sebastiaan, Sergius, Bacchus, Dionysus en Quintus. Het zijn oosterse en westerse heiligen die voorkomen op de liturgische kalender van Cluny. Hun relikwieën worden bewaard in de schatkamer van Cluny. Er zijn verschillende verklaringen voor de aanwezigheid van deze relatief onbekende heiligen.
Abdon en Senne waren Perzische prinsen uit de 3e eeuw die door de christelijke kerk vereerd werden. Dorotheus draagt de palm van het martelaarschap in zijn hand. Sebastiaan werd met pijlen gemarteld (in het jaar 288). Hij is de beschermheer van Berzé-le-Châtel, zijn linkerhand draagt een kroon.
Benedictus en Benedictus
Op de pilasters van de inkomboog staan twee monniken met een abtstaf. Deze kennen we bij name, het zijn Benedictus van Nursia uit de zesde eeuw, de stichter van de Regel van Benedictus en Benedictus van Aniane, uit de achtste eeuw. De laatste Benedictus is kloosterhervormer en schreef de Regel van de monniken van Cluny. Deze twee figuren worden gesymboliseerd als pijlers van het kloosterleven en waren belangrijk voor abt Hugues.
Het schip en de achterzijde van de kapel
De apsis is niet de enige plek waar muurschilderingen te vinden zijn, al zijn deze wel het best bewaard gebleven.
In het schip en op de achterzijde van de kapel ontwaar je delen van oude muurschilderingen. Deze zijn iets later aangebracht en dateren uit het begin van de veertiende eeuw, net als die van de lage kapel.
het schip van de kapel
Mogelijk zijn deze latere muurschilderingen aangebracht bij een opfrisbeurt van de kapel vanwege het bezoek van paus Bonifatius VIII en van negen kardinalen van Philips de Schone aan Berzé-la-Ville. Zij waren voor een bezoek van vijf dagen in de abdij van Cluny en bezochten ook omliggende priorijen van de abdij.
De motieven zijn niet allemaal goed bewaard gebleven, plantmotieven en de ornamenten op de figuren waren oorspronkelijk veel kleurrijker en levendiger.
bronnen
https://bourgognemedievale.com/
https://www.chapelle-des-moines.fr
www.wikipedia.fr
Les peintures murales à la Chapelle des Moins de Berzé-la-Ville; Académie de Mâcon
Sites clunisiens en Europe
Saône-et-Loire; Philippe Ménager
Enkele foto’s zijn met toestemming uit het archief van Cees van Halderen.