Château de Saint-Point wordt ook wel château de Lamartine genoemd,
gezien het feit dat de Franse schrijver, dichter en staatsman Alphonse de Lamartine de meest bekende bewoner van het château is geweest. Saint-Point ligt ten zuiden van Cluny en als je geïnteresseerd bent in het leven van Alphonse de Lamartine is het zeker de moeite waard om het te bezoeken.
Geschiedenis van château Saint-Point
Een middeleeuws kasteel
De geschiedenis vertelt niet wanneer dit château gebouwd is, maar in de 11e eeuw zijn er al ‘seigneurs de Saint-Point’.
Volgens de archieven van de abdij van Cluny is het een van de versterkte kastelen geweest die de abdij tegen zijn vijanden moet beschermen. Zoals zoveel kastelen en priorijen in die tijd, bijvoorbeeld château de Lourdon en de priorij Saint-Hippolyte, deze taak hebben. Château de Saint-Point moet de wegen van Saint-Point naar Cluny verdedigen.
Een legende vertelt dat er een tunnel onder de twee gebouwen van Saint-Point zou zijn om deze met elkaar te verbinden. Een andere versie van het verhaal beschrijft dat de geheime tunnel van Saint-Point naar de abdij van Cluny loopt. Deze zou dan 13 km lang zijn.
Château de Saint-Point kent een roerige geschiedenis en verandert in de loop der eeuwen nogal eens van eigenaar. Ook dit château ontkomt niet aan bezetting en verwoesting. In 1471 wordt het kasteel belegerd en ingenomen door de Fransen. Het is de tijd dat Karel de Stoute, koning Johannes II van Aragon (Joan el Grande) en koning Ferdinand van Sicilië strijden tegen Lodewijk XI van Frankrijk.
Guillaume de Saint-Point
Tijdens de godsdienstoorlogen (midden 16e eeuw) is Guillaume de Saint-Point, seigneur van Saint-Point, de gouverneur van Mâcon.
Guillaume de Saint-Point is een van de meest gewelddadige en wrede seigneurs de Saint-Point. Hij is fel gekant tegen alle personen die beschuldigd of verdacht worden van het protestantisme. Guillaume laat de gevangenen genomen Hugenoten vanaf de bruggen in de Saône springen. Voor hem is het de attractie geworden die hij aan het einde van de maaltijden laat plaatsvinden. Hij nodigt de dames van de stad uit voor de maaltijd en vraagt hen om te beoordelen welke van de Hugenoten de lichtste en meest alerte is tijdens zijn val.
De Franse Revolutie
Op 30 juli 1789, we zitten dan midden in de Franse Revolutie, verwoesten de bewoners zelf het château. Het is net twee weken na de bestorming van de Bastille in Parijs. De gewone bevolking is woedend op koning Lodewijk XVI en op de aristocratie. De bevolking is fel gekant tegen de bevoorrechte positie van de adel en de hoge geestelijkheid. De adel op zijn beurt vindt de koning niet legitiem, de boeren zijn in opstand gekomen tegen de feodale rechten en de staat is bankroet. De extreem hoge graanprijzen leiden tot hongersnood onder de bevolking. Kortom, een land in extreme crisis. De koning sterft in 1793 wegens hoogverraad onder de guillotine.
Het château van Saint-Point is tijdens de Franse Revolutie grotendeels verwoest. Daken, deuren en ramen worden zwaar beschadigd en het meubilair is grotendeels geplunderd.
1801
De burggraaf van Castellane, Esprit-Boniface-Henri de Castellane, is de erfgenaam van Saint-Point.
Castellane is een Huis in de Provence en in het bezit van een adelijke familie. Esprit-Boniface-Henri is de jongste zoon van deze familie.
Esprit-Boniface-Henri de Castellane heeft nogal wat schulden en is niet in staat het château te onderhouden. Hij staat het in 1801 af aan Pierre de Lamartine, voormalig cavaleriekapitein in het Dauphin-regiment en ridder in de orde van Sint Louis.
Pierre de Prat de Lamartine, le chevalier de Pratz, verwerft dit château met zijn landbouwgronden in zeer verwaarloosde staat. De daken zijn beschadigd, de deuren en ramen gebroken en van het meubilair is door de plunderingen weinig over. Volgens het dagboek van Alix des Roys, de moeder van Alphonse de Lamartine, verkeert het kasteel in een staat van verlatenheid:
Le château est fort dévasté, tous les murs sont nus, les écussons et les cheminées sont brisés à coups de barre de fer par des paysans venus de loin, dans les journées des brigands en 1789. Rien ne peut y flatter l’amour-propre ».
Alix des Roys, 16 juin 1801
Familiehuis van de Lamartine
Deze Pierre de Prat de Lamartine is de vader van Alphonse de Lamartine en hij maakt het huis tot familiehuis van de Lamartines.
Alphonse ontmoet op de bruiloft van zijn zus in Chambéry de Engelse aristocratische Mary-Ann Birch. Zij wordt Marianne de Lamartine. Marianne is een getalenteerd en veelzijdig kunstenaar.
Wanneer Alphonse in 1820 met Marianne trouwt, schenkt zijn vader het landgoed met château van Saint-Point aan zijn zoon als huwelijkscadeau.
Alphonse is op dat moment 30 jaar en al een gevierd dichter. Hij heeft net zijn Méditations gepubliceerd dat lovend is ontvangen en mede dankzij dit grote succes verdient de dichter een fortuin en is hij in staat zijn kasteel te restaureren.
De Lamartine begint direct met de restauratie en transformeert het château in een Angelsaksisch gotisch kasteel, een stijl die hij tijdens een reis door Engeland ontdekt. Deze stijl is in die tijd in Engeland razend populair en spreekt Alphonse en Mary-Ann erg aan.
Voor veel van zijn tijdgenoten zijn deze veranderingen geen verbetering, zij vinden dat de Lamartine te veel zijn persoonlijke smaak heeft laten prevaleren. De gotische toevoegingen zijn “te licht voor dit robuuste château”.
Om het château en de voormalige stal met elkaar te verbinden, laat de Lamartine een orangerie bouwen. Deze wordt versierd met neogotische ramen en afgesloten met een klokkentoren, de Tour de l’horloge, in de stijl van een Saraceense toren.
Neogotisch portiek
Marianne ontwerpt voor het château een neogotisch portiek dat voorafgaand aan de toegangsdeur naar het kasteel geplaatst wordt.
Het portiek wordt bekroond door een klaver, het embleem van de Lamartine. Dit embleem ga je overal tegenkomen in het château. Ook het embleem van Marianne, de ‘fleur de lys’ vind je terug op deze entree.
Werkkamer van de schrijver
In dit middeleeuwse château heeft de dichter zijn werkkamer. De Lamartine noemt de kamer zijn kloostercel. Op deze geïsoleerde plek kan de schrijver zich in afzondering concentreren op zijn schrijven, hij doet inspiratie op in stilte en rust.
Op Saint-Point schrijft de Lamartine een groot deel van zijn oevre, zo komen les Harmonies poétiques et religieuses hier tot leven en veroveren in 1830 het grote publiek.
In zijn werkkamer omringd de dichter zich door persoonlijke familie voorwerpen en portretten.
Tijdens een bezoek aan het château, zie je deze werkkamer nog in originele staat, compleet met alle voorwerpen en portretten die Alphonse hier verzameld heeft.
Tuin
Samen met Marianne legt Alphonse de tuin aan volgens de principes van de Engelse tuinarchitectuur. Enkele jaren later laten deze château eigenaren de grond rond het château egaliseren en de greppels opvullen. De ophaalbrug wordt verwijderd en dit alles om de tuin op een park in Engelse stijl te laten gelijken.
Uitbreiding van het château, 1852-1855
Een paar jaar later voltooit de Lamartine de restauratie van het château met een donjon, een kerker, een galerij en kantelen. Alphonse laat in het oosten tussen de twee torens een galerij met terras aanleggen en een gotische veranda met kleine zuilen.
Het château krijgt in 1853 een neogotisch paviljoen grenzend aan de zuidvleugel. Een smalle traptoren leidt naar dit nieuwe deel van het château. Vanaf 1857 heeft Alphonse zijn slaapkamer in het nieuwe paviljoen.
op deze foto kun je goed het later aangebouwde neogotische paviljoen zien
Slaapkamer van de Lamartine
De slaapkamer is voor die tijd luxueus ingericht en de muren zijn bekleed met Cordovan verguld leer. Deze kamer is nog in originele staat te bewonderen, zelfs het oorspronkelijke parket is nog aanwezig.
Marianne schildert afbeeldingen van de favoriete dichters van haar man op de open haard in de slaapkamer: Homerus, Dante, Shakespeare, Petrarca, Ariosto, Sapho, Vittorio Colonna, Cornelius en Racine.
Op de muur van de schoorsteenmantel hangen portretten van zijn vader Pierre en van zijn zo geliefde dochter Julia.
Belangrijke gasten
De Lamartine ontvangt geregeld in die tijd al beroemde componisten, schrijvers en vrienden als Franz List, Fréderique Chopin, Alexandre Dumas en Victor Hugo in Saint-Point. De Lamartine ontvangt zijn gasten in de eetkamer die zich in het middeleeuwse deel van het château bevindt.
Victor Hugo neemt in 1825 op een van zijn bezoeken aan het château, twee bijzondere vazen mee als cadeau voor de gastheer. Deze vazen kun je zien op de schoorsteenmantel in de werkkamer van de Lamartine.
Ook ontvangen Alphonse en Marianne graag familieleden in hun kasteel.
François Mitterrand
Het is in Saint-Point dat François Mitterrand discreet zijn jaarlijkse pelgrimstocht naar Roche de Solutré beëindigt.
In 1990, het jaar van de viering van de tweehonderdste verjaardag van de geboorte van Lamartine, wordt hij op het kasteel verwelkomd door de familie van Noblet, afstammeling van een zus van de dichter.
François Mitterrand komt graag op château de Saint Point en is er een graag geziene gast.
Laatste levensjaren van Alphonse de Lamartine
Alphonse brengt zijn laatste levensjaren door op het château van Saint-Point en wil hier tot aan zijn dood blijven. Hij heeft echter tijdens zijn periode als Frans staatshoofd veel schulden gemaakt. Daarnaast heeft hij zichzelf verplicht zijn zussen een hoge huur te betalen als compensatie voor het feit dat hij als oudste zoon de enige erfgenaam is van het château. Alphonse kan het financieel niet meer redden en in 1860 moet hij het domein met château van Saint-Point verlaten. Voor hem een bijna niet te dragen verlies.
Het gedicht La Vigne et la Maison gaat over dit gedwongen vertrek en de pijn die hij hierbij voelt.
Noodgedwongen vertrekt de Lamartine naar Parijs, hij kan zichzelf niet meer in leven houden en hij moet hulp aanvaarden van het regime waar hij zo’n tegenstander van is. Dit valt hem zwaar. Hij krijgt een klein chalet aan de Avenue de l’Empereur om in te wonen. In 1861 krijgt de Lamartine een beroerte waardoor hij verlamd raakt. Het leven wordt steeds moeilijker en eenzamer voor hem.
Hij houdt zichzelf in leven door het schrijven van gedichten, maar de inspiratie is weg. Ook schrijft hij over historische en politieke onderwerpen, onder andere over de geschiedenis van Rusland en Turkije. Vanaf 1856 (en tot aan zijn dood) verschijnen maandelijkse afleveringen van zijn Cours familier de littérature, waarin ook La Vigne et la Maison wordt gepubliceerd. Het is een van de eerste tijdschriften in die tijd waarvoor een abonnement kon worden afgesloten.
De Lamartine noemt het schrijven van poëzie om in leven te blijven nu ‘literaire dwangarbeid‘.
Dood en begrafenis van de Lamartine
Alphonse de Lamartine sterft op 28 februari 1869 in Passy, Parijs, hij is dan 78 jaar. Zijn dood wordt op 2 maart 1869 door de pers aangekondigd.
De familie van de Lamartine weigert het keizerlijke aanbod om een staatsbegrafenis voor hem te organiseren.
Op 4 maart om 7.00 uur arriveert de kist met het lichaam van de Lamartine per trein in Mâcon en wordt naar de kathedraal Saint-Vincent gebracht. Een enorme menigte verzamelt zich in de kerk en op de voorliggende Place d’Armes.
Rond 9.00 uur vertrekt de lange stoet naar Saint-Point, hier wilde de schrijver begraven worden. Om half twaalf komt de begrafenisstoet aan bij Saint-Point en wordt de Lamartine bijgezet in het familiegraf. Dicht bij zijn geliefd château en ver weg van de publieke eer waar de schrijver niet meer in geloofde.
Er zijn weinig ‘officiële personen’ op de begrafenis, daarentegen zijn bijna alle boeren en wijnboeren uit de wijde omgeving aanwezig.
Begraven op Saint-Point
Wanneer zijn moeder sterft, bouwt de Lamartine aan het eind van zijn tuin een groot familiegrafkapel. Het ligt tegen de muur van het château en naast de Romaanse kerk. Deze grafkapel bewaart het lichaam van zijn schoonmoeder mevrouw Birch, zijn vrouw Marianne, zijn zoon Alphonse en zijn dochter Julia.
Ook Alphonse wordt begraven in deze tombeau. Na de dood van de Lamartine wordt zijn nicht Valentine de Cessiat hier als laatste begraven.
De tombeau is zichtbaar vanuit het dorp. Als je naar de kerk loopt, zie je het links van de kerk liggen.
Het is een grafkapel in neogotische stijl, met in het fronton in gotische letters de inscriptie: Speravit anima mea, ‘mijn ziel vertrouwt’. Binnen is op een stenen altaar een buste van de dichter geplaatst en ervoor het liggende beeld van madame de Lamartine, in 1864 gebeeldhouwd door Adam Salomon.
Op de basis van het altaar is de volgende inscriptie te lezen:
<< Il est plus doux de s'associer aux deuils des grands hommes qu'à leurs gloires. Leurs douleurs sont à ceux qui les aiment, leurs gloires appartiennent à tous ».
Het is zoeter zich te associëren met de rouw van grote mannen dan met hun glorie.
Hun verdriet behoort toe aan degenen die van hen houden, hun glories zijn van iedereen.
Het château na de dood van de Lamartine
Na de dood van de Lamartine erft zijn nicht Valentine de Cessiat het château de Saint-Point.
Valentine maakt van het château een plek ter herinnering aan Alphonse de Lamartine. Er komen bezoekers die graag de werkkamer en slaapkamer van de beroemde schrijver willen bekijken. In de kamer op de begane grond van het paviljoen is tegenwoordig een museum gevestigd. Je ziet er veel persoonlijke voorwerpen en herinneringen aan de schrijver. Veel van deze voorwerpen zijn door Valentine verzameld.
Als op 16 mei 1894 ook Valentine de Cessiat als de laatste bewoner van het château sterft, gaat het kasteel naar de drie nichtjes van de Lamartine: Mlle de Belleroche, Mme Violot en Mlle de Senevier. Deze nichtjes willen niet zelf gaan wonen in Saint-Point en zij verkopen het op 19 november 1894 aan Pierre-Jean-Charles de Montherot Saint-Point. Later wordt het eigendom van de graaf van Noblet d’Anglure, kleinzoon van de Montherot Saint-Point.
Tot in 2003 blijft het château in bezit van nakomelingen van de Lamartine.
In 2006 wordt het kasteel door Mignot, die later burgemeester van de stad wordt, aangekocht. Hij zorgt voor het onderhoud, het behoud van de historische sfeer en rondleidingen.
Eglise de Saint-Point
De kerk Saint-Donat, voorheen église Saint-Point (Saint-Ponce) is in de 11e eeuw een ‘une obédience clunisienne, een ‘gehoorzaamheid’ aan Cluny.
Het is een Romaanse parochiekerk die ook dienst deed als kasteelkapel. Deze kerk is waarschijnlijk ouder dan de algemeen aanvaarde datering van de 11e eeuw.
Opvallend zijn de externe steunberen van de apsis.
Het portaal van de nieuwe gevel werd gefinancierd door Alphonse de Lamartine, als eigenaar van het naburige kasteel. De Lamartine laat een gotische ingang toevoegen aan deze Romaanse kerk. Ook dit werd niet door al zijn tijdgenoten gewaardeerd.
De kerk en het graf worden in 1948 geklasseerd als ‘ Monument Historique’.
Bezoek aan het château
Het château Saint-Point is nog steeds te bezoeken, je komt in de nog originele werkkamer waar de dichter zijn poëzie en proza schreef. En je bezoekt zijn slaapkamer en komt in het museum Lamartine.
Château Saint-Point is nu geclassificeerd als ‘Maison des Illustres’.
Online reserveren is wel aan te bevelen, anders loop je het risico dat de rondleiding al vol is als je bij het kasteel je toegangsticket wilt kopen: https://chateaudelamartine.fr/reservation