Saône et Loire
De rivieren Saône en Loire vormen de oost- en de westgrens van het gelijknamige departement Saône-et-Loire.
In deze regio stromen naast de twee grote rivieren de Saône en de Loire ook veel kleinere rivieren, zoals de zijrivieren van de Saône, als de Doubs (452 km) en de Grosne (96 km). De Guye (weer een zijrivier van de Grosne) en de nog kleinere riviertjes als Fré en Gande.
De Saône is altijd de meest bevaarbare van de Franse rivieren geweest, hoewel zij geregeld te kampen heeft met grote overstromingen.
Waar komt de naam Saône vandaan?
Over de etymologische oorsprong van de naam Saône hebben de geschiedenisschrijvers geen eenduidige opvattingen.
Aan het begin van onze jaartelling draagt de rivier de naam Arar.
De naam Saône is mogelijk gestoeld op de naam van de godin Sauconna van het Gallische volk dat deze streek destijds bewoont of op de naam van de Keltische stam Séquanes. Of, volgens een andere verklaring, de naam is afkomstig van een heilige bron, Sauc-Onna, in Chalon-sur-Saône. Waarna Romeinse legionairs of de koptische monniken uiteindelijk de naam aan de rivier gegeven hebben.
Steden-sur-Saône
Veel dorpen en steden in Frankrijk hebben als laatste deel de naam van de rivier toegevoegd gekregen. ‘Sur’ betekent in deze namen ‘gelegen aan’.
Vandaar bijvoorbeeld de naam van de stad Chalon-sur-Saône.
Rivière of fleuve?
De Saône is een rivière. Het verschil tussen fleuve en rivière in het Frans zit in de uitmonding van de rivier. Fleuves stromen uit in zee of oceaan, rivières monden uit in een andere rivière of in een fleuve.
De loop van de rivier Saône
De Saône ontspringt aan de voet van de Ménamont in de Vogezen op een hoogte van 405 meter en stroomt met een lengte van 480 km in Lyon de Rhône in. De meeste rivieren in Frankrijk stromen naar het westen, de Saône, en later de Rhône stromen naar het zuiden.
De rivier is verdeeld in drie secties: Haute Saône, Petite Saône, dit is het deel voor Verdun-sur-le Doubs, tussen Corre en Auxonne, en Grande Saône vanaf de plaats waar de Doubs bij Verdun-sur-le-Doubs in de Saône vloeit, van Auxonne tot aan Lyon. Vanaf Auxonne wordt de rivier breder en krijgt zij een ander karakter.
De Petite Saône krijgt veel water door regen en sneeuw uit de Vogezen. De bodem is hier snel verzadigd waardoor de stroom hier versnelt. Zeker als de rivier de Lanterne haar water bij Conflandey (ten noorden van Vesoul) toevoegt aan de Saône.
De Saône is door de grootte van haar stroomgebied met 30.000 km. de grootste rivier van Frankrijk, weliswaar niet de langste rivier, dat blijft de Loire met ruim 1000 km lengte.
De Saône is een meanderende rivier, dus met veel lussen en bochten, die meestal traag stroomt en door de afwezigheid van dijken en sluizen regelmatig buiten haar oevers treedt, zoals de laatste jaren tijdens de overstromingen herhaaldelijk gebeurd is.
Door het trage stromen is niet altijd duidelijk welke kant het water op stroomt, of bijvoorbeeld de Doubs in de Saône stroomt of omgekeerd. Al is de Doubs met 452 km toch echt een zijrivier van de Saône.
De Saône stroomt zo langzaam dat je niet kunt zien welke kant hij op stroomt.
Julius Ceasar
De Saône als belangrijke waterweg
In de 19e eeuw ontwikkelt het riviertransport in de Bourgogne zich snel, dit maakt het mogelijk om onder andere de Mâconnais wijnen naar andere Franse provincies te verschepen. De route over water wordt eveneens gebruikt om de steenkool uit de mijnen van Blanzy (ten noorden van Montceau-les-Mines) te transporteren. Ook voor het vervoer van hout gebruikt men de rivier. Het hout wordt vaak naar Parijs vervoerd, onder andere voor de bouw van de Notre-Dame.
Om de kanalen te voorzien van het benodigde water als ook om de stroming van de rivier te kunnen beïnvloeden, worden meren en reservoirs aangelegd. Hierdoor verbetert ook het transport over de rivier.
In 1839 varen hier de eerste twee ijzeren boten, deze zijn gemaakt in de staalfabriek van Chalon-sur-Saône. Rond 1840 wordt de Saône jaarlijks bevaren door zo’n tienduizend vrachtboten. Deze periode gaat gepaard met technologische ontwikkelingen: de houten boten die de rivier oversteken worden vervangen; stoomnavigatie gaat wijdverbreid worden.
Ook het reizen per passagiersboten wordt populair. Er varen al zeventien passagiersboten op de Saône, die bijna 450.000 passagiers per jaar vervoeren. De komst van de spoorlijn maakt een einde aan het grootschalig gebruik van de passagiersboten (bron: Bourgogne Magazine 1996).
Crapet de roche, een maanvis in de Saône
De crapet de roche, een roodbaars, is een vis uit de familie Centrarchidae.
Oorspronkelijk komt deze soort voor in het oosten van Noord-Amerika, maar wordt aan het begin van de 20e eeuw in Frankrijk geïntroduceerd in de rivieren van het departement Saône-et-Loire, Saône, Loire, Grosne, Sornin en Arconce, Arroux.
In de Loire zwemt hij vooral tussen Roanne en Gien. Tegenwoordig ook te vinden in de Grosne, een zijrivier van de Saône.
Overstromingen van de Saône
De rivier Saône stroomt geregeld buiten haar oevers. Vreemd genoeg kan dit op hetzelfde moment op verschillende plaatsen in de Saône een heel verschillende situatie zijn. Een overstroming in het ene deel van de rivier hoeft geen overstroming voor een ander gedeelte van de rivier te betekenen.
Een overstroomde Saône kan een breedte van wel 3 km. krijgen.
Overstromingen van de Saône zijn al in de verre geschiedenis bekend. Zo was er in de herfst van 580 in Lyon een grote overstroming waarover Grégoire de Tours (destijds de bisschop van Tours) schrijft: « au commencement d’octobre, après deux jours de pluies continuelles, le Rhône et la Saône entrèrent en crue. Chose qui ne s’était jamais produite, les deux rivières vinrent se rejoindre au milieu de la presqu’île et formèrent un courant si violent qu’une partie des murs de la ville fut renversée, d’où l’on peut juger du nombre de maisons qui durent être entraînées par les eaux. »
In Mâcon spoelt een overstromende Saône in 1423 een boog van de pont Saint-Laurent weg en moeten verschillende palen de brug ondersteunen.
In de tweede helft van de 15e eeuw wordt de Saint-Laurent verlengd met zes nieuwe bogen om de loop van de Saône naar Bresse om te leiden, dit om de overstromingen die de stad teisteren te verminderen. De brug krijgt een lengte van 215 meter en het is nu mogelijk geworden de gehele rivier over te steken.
Lyon is vaak het toneel van overstromingen geweest, dit gezien het feit dat de Saône en de Rhône hier samenkomen.
De overstroming van 1602 tijdens de equinox (wanneer dag en nacht even lang zijn) wordt alleen door de Saône veroorzaakt, de grootste overstroming in 1711 door beide rivieren.
In 1840 leidt een andere overstroming tot een grote ramp, talloze huizen langs de oevers worden verwoest en veel mensen komen om door het water. De rivier stroomt met een snelheid van bijna 4000 m/s door haar bedding en heeft veel meer ruimte nodig dan zij van nature heeft, de Saône-vallei stroomt vol water. In dorpen en steden zijn nog steeds plaquettes te vinden van de hoogste waterstand destijds gemeten. Zo meet een inwoner van Mâcon 8.05 meter (6 meter boven het normale niveau) en een bewoner van een huis in Chalon-sur-Saône 7.28 meter (5.5 meter boven het normale niveau) .
Ook in onze tijd zijn er nog geregeld overstromingen van de Saône en komt het water over de kades van verschillende steden of stroomt het water in het landschap buiten haar oevers. In Tournus wil met name de wijk Place de la Cité nog wel eens onder water lopen. Ook hier markeren sommige bewoners het hoge waterpeil op de muur van hun huis (bijvoorbeeld het huis aan de kade op nummer 3 bis).
Steden aan de Saône
Aan de Saône liggen veel grote en minder grote steden zoals Chalon-sur-Saône, Tournus, Mâcon en Lyon.
De Romeinen stichten aan deze rivier verschillende nederzettingen, zoals Natisco, het latere Mâcon.
Steden als Lyon, Mâcon, Tournus , Chalon-sur-Saône en Dijon liggen aan de Via Agrippa, aan de rivier de Sâone, op gelijkmatige afstanden van elkaar. Romeinse legers trokken hierlangs naar het noorden. Een soldaat kon per dag ongeveer 25 km marcheren. Dus elke 25 km bouwden de Romeinen een legerplaats, een versterkt fort, een Castrum Romanum. Op strategische plaatsen, waar later moderne steden verrijzen.
Chalon-sur-Saône
In de 18e eeuw is Chalon-sur-Saône vanwege zijn ligging in het uiterste noorden van de nog bevaarbare rivier, een drukke havenstad.
Door de toenemende scheepvaart is het nodig kades om aan te leggen waar schepen kunnen lossen en laden.
Lyon aan de Saône
Historische verschrikkingen
Tijdens de godsdienstoorlogen (midden 16e eeuw) vinden bij de Saône verschrikkelijke gebeurtenissen plaats. De gouverneur van Mâcon, Guillaume de Saint-Point, jaagt gevangen genomen Hugenoten de rivier in en velen van hen verdrinken.
Guillaume de Saint-Point is een gewelddadige en wrede ‘seigneur’ van Saint-Point. Hij is fel gekant tegen alle personen die beschuldigd of verdacht worden van het protestantisme. Guillaume laat de gevangenen genomen Hugenoten vanaf de brug in Mâcon de Saône in springen. Voor hem is het de attractie geworden die hij aan het einde van de maaltijden laat plaatsvinden. Hij nodigt dames van de stad uit en vraagt hen om te beoordelen welke van de Hugenoten de lichtste en meest alert is tijdens zijn val.
Canal du Centre en Canal de Bourgogne
Geïnspireerd door het enorme netwerk van kanalen in Engeland, raakt Émiland Gauthey ervan overtuigd dat een dergelijk netwerk ook een grote stimulans voor de economische vooruitgang in Frankrijk kan worden.
Om de rivieren de Saône, de Loire en de Yonne met elkaar te verbinden, zijn in de achttiende eeuw het Canal de Bourgogne en het Canal du Centre aangelegd; kanalen met veel bruggen en talloze sluizen om hoogteverschillen te overbruggen. Zo ontstaat er een waterweg van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan. De Loire stroomt immers de Atlantische Oceaan in zoals de Rhône in de Middellandse Zee uitmondt. Hier kun je het hele levensverhaal van Émiland Gauthey lezen.
Canal du Centre
Het Canal du Centre is de waterweg tussen Chalon-sur-Saône en Digoin waarmee de rivieren de Saône en de Loire met elkaar verbonden worden. Het werd eerst Canal du Charolais, genoemd.
Dit kanaal is een meesterwerk van de Franse ingenieur, wiskundige en architect Émiland Gauthey. Deze veelzijdige ingenieur is afkomstig uit Chalon-sur-Saône. Bruggen, kerken, de kades van zijn geboortestad, stadhuizen, herenhuizen, bijna oneindig zijn de kunstwerken die Gauthey ontworpen heeft.
In 1767 maakt Émiland Gauthey al plannen voor een kanaal tussen rivieren de Loire en de Saône. Tien jaar is er nodig voor de constructie van dit kanaal, het wordt geconstrueerd tussen 1783 en 1793 en is het oudste kanaal van de Charolais.
Canal du Centre verbindt het parallelkanaal van de Loire, Canal latéral à la Loire, in de stad Digoin met de Saône in Chalon-sur-Saône.
Hiermee ontstaat een open verbinding met de Rhône en de Atlantische Oceaan en daarmee een belangrijke waterweg tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.
Door het creëren van transportmogelijkheden zowel in kanalen als door bruggen, heeft Gauthey een belangrijke bijdrage geleverd aan de industriële revolutie van het 19e-eeuwse Bourgondië. De naam van Émiland Gauthey is voor altijd verbonden aan het Canal du Centre.
Canal de Bourgogne
Émiland Gauthey werkt mee aan de bouw van een kanaal dat de rivieren de Yonne en de Saône verbindt, het Canal de Bourgogne. In 1775 begint men met de bouw van het kanaal, het wordt pas ruim vijftig jaar later, in 1832 geopend. Het kanaal is 242 kilometer lang, heeft 189 sluizen en verschillende aquaducten. Op het hoogste punt van het kanaal, op 378 meter hoogte, komt bij Pouilly-en-Auxois een tunnel met een lengte van 3333 meter. Canal de Bourgogne is het hoogst gelegen kanaal van Frankrijk.
Door de geringe breedte van het kanaal is er alleen nog maar pleziervaart mogelijk. Langs het kanaal loopt een mooie fietsroute, over het oude jaagpad is nu de Voie Verte gerealiseerd.
Tunnel Saint-Albin
Bij het kleine dorp Saint-Albin is iets groots verricht: een grote meander (lus) in de rivier de Saône is afgesneden door de aanleg van een 681 meter lange tunnel. Dit ondergrondse kanaal is aangelegd om de Saône beter bevaarbaar te maken. Het is ontworpen door ingenieur Philippe Lacordaire. In 1843 is men onder toezicht van hoofdingenieur Frecot begonnen met dit immense werk. De tunnel was in 1882 klaar.
Tegenwoordig wordt de tunnel nog veel door de pleziervaart gebruikt. Dit ondergrondse kanaal is sinds 1990 geklasseerd als ‘monument historique’.
Recreatie aan de rivier
Aan het einde van de 19e eeuw hebben nog maar weinig Bourgondiërs de zee gezien. Voor recreatie wenden zij zich tot hun meren en rivieren. In hun vrije tijd wandelen of flaneren de mensen graag langs de oevers van de Saône.
Op een enkele plek wordt aan de rivieroever een klein strandje aangelegd zodat de mensen kunnen baden in het water. Nog niet veel mensen wagen zich hieraan.
Populairder zijn de viswedstrijden die worden georganiseerd. Uitzonderlijke vangsten worden vermeld in de plaatselijke kranten.
Voie bleue
Frankrijk heeft naast de Voie verte een prachtige Voie bleue aangelegd van vele honderden kilometers. De Voie bleue loopt van Luxembourg naar Lyon en volgt 697 km de rivieren Moselle (Moezel) en Saône.
Deze fietsroute gaat voornamelijk over oude jaagpaden en oevers van de rivier. Soms wordt er een deel gebruik gemaakt van de Voie verte, indien nodig gaat de route gedeeltelijk over een autoluwe weg.
In het zuiden van de Bourgogne loopt de Voie bleue van Chalon-sur-Saône naar Mâcon.
Belangrijke bruggen over de Saône
Chalon-sur-Saône
Chalon-sur-Saône heeft iets uitzonderlijks in de Saône, een klein eiland midden in de rivier dat je bijna aan Parijs doet denken. Over de brug Saint-Laurent loop je naar het eiland Saint-Laurent. Toch is de sfeer er heel anders, maar Île-Saint-Laurent is zeker een bezoek waard. Neem de tijd voor dit bijzondere eiland, je kunt op veel verschillende plaatsen heerlijk lunchen en het zo uitgebreid maken als je zelf wilt.
Het eiland van tien hectare maakt onderdeel uit van het historisch centrum van de stad.
In 1783 voltooit Gauthey de renovatie van deze middeleeuwse brug ‘pont Saint-Laurent’. De brug heeft zeven bogen van dertien meter.
De brug is tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest, in 1944, een paar uur voor de bevrijding, blazen door Duitse troepen de brug op. De brug houdt redelijk stand en wordt slechts gedeeltelijk verwoest, in 1950 wordt de brug volledig herbouwd.
Tournus
In Tournus hebben de bruggen over de Saône een belangrijke functie. Ze verbinden Tournus met het achterland van Louhans en de Jura. Tot het eind van de 18e eeuw is de overzijde van de stad alleen te bereiken met een veerboot. Deze wordt door monniken beheerd, wat hen een extra inkomen oplevert. De eerste stenen brug met vijf overspanningen wordt in het jaar 1801 geopend. Bijna veertig jaar later vervangt men de brug door een hangbrug. Deze brug verkeert in 1867 echter in zo’n slechte staat, dat hij vervangen moet worden door een stenen brug. De tram van Tournus naar Louhans kan door deze brug de Saône oversteken en het achterland van Tournus ontsluiten.
Tol voor de reizgers en handelaren
De Saône was vanwege haar goede bevaarbaarheid een aantrekkelijke rivier voor handelaren, kooplieden en reizigers. Hier zagen andere een winstgevende onderneming in. Op veel plaatsen worden kettingen over de rivier gelegd zodat men er tol kan gaan heffen aan een ieder die voorbij de kettingen wil komen.
In Mâcon worden tot in de 17e eeuw tolgelden geheven, deze worden gebruikt voor het onderhoud van de brug. IJzeren kettingen tussen de bogen gespannen verhinderen de doorvaart van schepen die het tolgeld niet betalen. Deze tolgelden werden ‘droit de chaînes’ genoemd, ‘het recht van de kettingen’.
Op de nieuwe brug van Tournus wordt tol geheven voor de reizigers die naar de overzijde willen.
Jean-Baptiste Colbert (1619-1683), ministre d’État en lid van het ‘Conseil royal des Finances’ heeft deze tolgelden terug gebracht en zelfs geprobeerd ze af te schaffen. In 1664 verklaart Colbert dat het heffen van tolgeld niet toegestaan is volgens de Franse wet. Wat niet direct betekende dat er een einde kwam aan deze handelswijze.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog vallen Duitse troepen op 18 juni 1940 Tournus binnen. De stad ligt een paar kilometer ten zuiden van de demarcatielijn die Frankrijk in tweeën deelt. Tournus wordt op 2 september 1944 bevrijd. Een dag later verwoesten terugtrekkende Duitsers de brug. Hierna krijgt de stad een tijdelijke houten loopbrug. Vervolgens vervangt mende brug door een nieuwe hangbrug. Deze blijkt kwetsbaar te zijn en krijgt in 1988 worden vervanging door een nieuwe stenen brug. Tournus heeft zijn definitieve brug! In 2012 is deze brug omgedoopt tot pont Roger-Gautheron, genoemd naar de burgemeester van de stad van 1977 tot 1991.
Mâcon
Lang voordat de stad de naam Mâcon krijgt, is op deze plaats al een doorwaadbare plaats in de Saône.
Tijdens de verovering van Gallië bouwen de Romeinse legioenen een houten brug. Deze brug wordt pas in de 11e eeuw vervangen door een stenen brug met zes bogen. Het vermoeden is dat de eerste brug loopt tot het midden van de rivier en men vervolgens de Saône verder moet doorwaden. De eerste vermelding van de brug stamt uit 1077.
In 1221 laat bisschop Aymond de brug versterken en plaatst deze onder bescherming van Saint-Nicolas, de patroonheilige van de schippers. In het midden van de brug was een kleine kapel, gewijd aan Saint-Nicolas.
Een overstroming in 1423 spoelt de derde boog weg en moeten verschillende palen de brug ondersteunen. In de tweede helft van de 15e eeuw wordt de Saint-Laurent verlengd met zes nieuwe bogen om de loop van de Saône naar Bresse om te leiden, dit om de overstromingen die de stad teisteren te verminderen. De brug heeft nu een lengte van 215 meter en men kan de gehele rivier oversteken.
Het lukt in de Tweede Wereldoorlog niet om deze brug op te blazen, alleen een van de pijlkers is opgeblazen waardoor een van de bogen beschadigd raakt.
Deze pont Saint-Laurent verbindt nu de stad Mâcon met het stadje Saint-Laurent-sur-Saône en het departement Ain.
Lyon
Lyon heeft meerdere bruggen over de Saône, onderstaande foto toont de modernste brug.
bronnen
Bourgogne Magazine 1996
Saône-et-Loire; Philippe Ménager
La Bourgogne d’Antan; Thérèse et Daniel Dubuisson
Notre-Dame, De ziel van Parijs; Agnès Poirier
www.wikipedia.fr
www-histoire–locale-fr.
www.tourisme-scey-valdesaone.fr