Alphonse de Lamartine

Grote passies van Alphonse de Lamartine zijn poëzie en politiek.

Deze beroemd geworden dichter en schrijver van romans en toneelstukken wordt gezien als de vader van de Franse Romantiek.
Ook als staatsman heeft hij een belangrijke rol gespeeld, de Lamartine was een van de grondleggers van de Eerste Republiek.
Hij zet zich in voor de afschaffing van de slavernij en de doodstraf..

De heuvels van het zuidelijk deel van de Bourgogne met haar bijzondere landschap, hebben de Lamartine vaak geïnspireerd in zijn werk.
Daarnaast waren zijn verschillende liefdesrelaties met vrouwen een grote inspiratiebron voor zijn poëzie. 
Ook in het katholieke geloof en de Romantiek vindt Alphonse de Lamartine zijn inspiratie.

De Lamartine is een graag geziene gast op château Cormatin.

Wanneer Alphonse de Lamartine in het huwelijk treedt met Mary Ann Birch ontvangt hij van zijn vader château de Saint-Point als huwelijksgeschenk. Alphonse en Mary Ann zullen dit château geheel restaureren.

Alphonse de Lamartine est "Le plus grand musicien de la langue française"

Alphonse de Lamartine

Je suis de la couleur de ceux qu’on persécute


Mâcon 1790 - 1869 Parijs

Alphonse Marie Louis de Prat de Lamartine wordt op 21 oktober 1790 in Mâcon geboren als zoon van Pierre de Lamartine en Francoise Alix des Roys. Alphonse is de oudste van de zes kinderen, hij is de enige zoon. Het is een katholieke, royalistische en adellijke familie waarin hij geboren wordt. Het huis waarin hij geboren wordt, ligt tegenover het couvent des Ursulines.

Alphonse brengt zijn jeugd door in Milly, een dorp aan de Saône tussen Cluny en MâconHij woont met zijn ouders in het huis dat al vier generaties van de familie is. Zijn betovergrootvader bouwt dit huis aan het begin van de 18e eeuw om dichtbij zijn wijngaarden te wonen. Later zal Alphonse dit huis van zijn ouders kopen om er zelf in te wonen.

Alphonse heeft hier een zorgeloze jeugd en speelt veel met de kinderen van de wijnboeren. Op andere dagen trekt hij de natuur in en maakt lange wandelingen in de omgeving. Uit deze tijd houdt Alphonse zijn liefde voor de natuur over, in zijn poëzie is deze natuur vaak het onderwerp. Alphonse is bevriend met Guillaume van het château Pierreclos, in de buurt van Milly en zodanig speelt hij vaak in Pierreclos. Later zal deze vriendschap op een nare manier eindigen (zie ‘château Cormatin’).

In deze tijd heeft Alphonse vrienden met veel verschillende achtergronden, hier ligt het begin van zijn politieke gedrevenheid.

Milly krijgt aan het begin van de 20e eeuw, als eerbetoon aan deze schrijver, de naam Lamartine aan de naam toegevoegd en heet vanaf dan Milly-Lamartine.

Maison de Lamartine in Milly-Lamartine
Maison de Lamartine in Milly-Lamartine
standbeeld van de Lamartine in Milly-Lamartine

La maison Lamartine in Milly-Lamartine is van 1 mei tot 30 september om 16.00 uur te bezoeken op zondagen en Franse feestdagen. 

De vader van Alphonse, Pierre de Lamartine, is tijdens de ‘2e Terreur’ gevangen genomen. Hij weet echter te ontsnappen en ontloopt daarmee de guillotine. De ‘Terreur’ bestaat uit twee gewelddadige periodes in de Franse Revolutie. De tweede periode van 1793 tot 1794 staat bekend als de ‘Terreur Rouge’. 

Zijn middelbare schooltijd brengt Alphonse door op het internaat van de Jezuïeten, les Pères de la Foi, in Belley. Dit is een moeilijke tijd voor hem. Vervolgens studeert Alphonse aan de universiteit van Lyon. Terug in de Mâconnais leidt hij een vrij en vrolijk leven.

De Lamartine reist graag en bezoekt in zijn leven een aantal keren Italië en Zwitserland. In Italië verblijft hij twee jaar en ontmoet er Antoniella, een meisje uit Napels. Alphonse raakt diep onder de indruk van haar. In zijn latere werk Confidences komt Antoniella voor onder de naam Graziella. 

Alphonse de Lamartine wil in de tijd van Napoleon dienst nemen in het leger of het diplomatieke korps, maar dit wordt hem door zijn ouders verboden. Zij vinden dat Napoleon niet rechtmatig aan de macht is gekomen. De ouders van Alphonse behoren tot een royalistische familie.
De Lamartine neemt tijdens de Honderd Dagen van Napoleon in 1814 dienst in de lijfwacht van de teruggekeerde koning Lodewijk XVIII.
Wanneer in Frankrijk na de nederlaag van Napoleon het huis Bourbon op de Franse troon komt met Lodewijk XVIII als koning, sluit de Lamartine zich aan bij de Garde du Corps vergezelt de koning tijdens de Honderd Dagen.

Hij leest veel van de schrijver, mysticus en historicus François-René de Chateaubriandeen van de grote namen uit de Franse literatuur. 

Burgemeester van Milly

In 1812 wordt de Lamartine burgemeester van het dorp van zijn jeugd. Zijn vader benoemt hem tot burgemeester van Milly. De Lamartine is dan pas 21 jaar.

De Lamartine

Château de Cormatin

Rond 1812 is Alphonse de Lamartine vaak te gast op het château van Cormatin. Hij wordt hier uitgenodigd door Anne Joséphine (Nina) Dezoteux de Cormatin. Nina is de dochter van Sophie Verne, ‘dame de Cormatin’, de erfgename van het château en Pierre Dezoteux, seigneur van Cormatin’ (onderscheiden met de Chevallier de Saint-Louis).

Nina “est célèbre par sa beauté et par ses talents dans tout le pays” (beroemd om haar schoonheid en haar talenten in het hele land).

Nina is getrouwd met Guillaume de Pierreclos, heer en eigenaar van het château de Pierreclos. Guillaume is een goede vriend van Alphonse. Toch krijgen Nina en Alphonse een verhouding. Uit deze relatie wordt Jean-Baptiste-Léon Michon de Pierreclos geboren. Deze jongen lijkt in het opgroeien zoveel op Alphonse dat het een openbaar geheim wordt wie zijn vader is. Alphonse heeft veel contact met deze zoon. Tot zijn groot verdriet sterft Léon al op 26-jarige leeftijd aan tuberculose.

château Cormatin

Van 1843 tot het einde van zijn leven komt de dichter Alphonse de Lamartine opnieuw vaak naar Cormatin, nu bij zijn vriend Pierre-Henri de Lacretelle. 
Pierre-Henri is dichter, schrijver van romans en toneelstukken en de grootvader van de Jacques de Lacretelle. Jacques zou een groot Frans schrijver worden, onder andere door zijn meesterwerk Silbermann.
Hier kun je verder lezen over het leven en werk van Jacques de Lacretelle.

Alphonse de Lamartine heeft nu een eigen kamer in het château van Cormatin. Deze kamer gaat alleen voor hem open. Het mahoniehouten bed in deze kamer stamt uit de Empire-periode en is overgenomen van de vorige eigenaar, generaal Maynaud de Lavaux. Het hout van het bed is uitgesneden met bloemen en maanzaad, “ongetwijfeld ter inspiratie van de dichter”.

De Lamartine beschrijft zijn herinneringen aan zijn verblijven op château de Cormatin als volgt:

J'y ai connu des heures de jeunesse qui ont rendu cette belle demeure à la fois chère et triste à mon souvenir."

Ik heb daar uren jeugd beleefd die deze prachtige residentie zowel dierbaar als verdrietig maakten in mijn herinnering.

Lamartine
tekst op de herdenkingsplaat aan de buitenmuur van het château de Cormatin


Julie Charles

Wanneer Alphonse In oktober 1816 voor een gezondheidskuur in Aix-les-Bains is, ontmoet hij daar een jonge, getrouwde vrouw, Julie Charles. Zij is de vrouw van de beroemde fysicus Jaques Charles, de uitvinder van de gasballon en in 1783 de eerste ballonvaarder die een solovlucht maakt.

Alphonse beleeft een kortstondige liefde met Julie. Samen brengen ze vele uren door aan de voet van een grot met uitzicht op het meer Lac du Bouget. Wanneer Alphonse een jaar later opnieuw naar Aix-les-Bains reist, vindt hij Julie daar niet. Zij lijdt aan tuberculose en is te ziek om te kunnen reizen. Tot ontzetting van Alphonse sterft Julie ruim in december van dat jaar. 

Alphonse schrijft gedichten over zijn grote verdriet om dit verlies, zo schrijft hij Le Lac en L’ImmortalitéVooral in het L’Isolation is Julie het onderwerp van zijn passie.

Onder de naam Elvire heeft zij een belangrijke plaats in zijn eerste dichtbundel Méditations poétiques, een verzameld werk van zijn poëzie.
De poëziebundel komt in maart 1820 uit en is direct een groot succes. Het maakt de Lamartine een bekend dichter.

"Un seul être vous manque et tout est dépeuplé "

De Lamartine speelt met klanken en ritmes, hij weet muzikaliteit in zijn werken te laten doorklinken. Hij wordt een groot dichter die enthousiast door het lezerspubliek wordt ontvangen.

De Lamartine

L' Isolement, gedicht uit Méditations poétiques

Het bekendste en meest karakteristieke gedicht uit de bundel Méditatons poétique is het gedicht L’Isolement.

Souvent sur la montagne, à l’ombre du vieux chêne,
Au coucher du soleil, tristement je m’assieds ;
Je promène au hasard mes regards sur la plaine,
Dont le tableau changeant se déroule à mes pieds.


Mais à ces doux tableaux mon âme indifférente
N’éprouve devant eux ni charme ni transports ;
Je contemple la terre ainsi qu’une ombre errante
Le soleil des vivants n’échauffe plus les morts.


om het hele gedicht te lezen, klik hier

Grotte de Lamartine

Deze grot ligt aan de voet van de Mont du Chat in de Jura, aan de westelijke oever van het Lac du Bourget.
De grot dankt zijn naam aan de dichter Alphonse de Lamartine die vele uren aan de voet van deze grot heeft doorgebracht, eerst met Julie en het jaar daarop tot zijn verdriet alleen.

“  Kijk! Ik kom alleen om op deze steen te zitten waar je haar zag zitten!  “
« Regarde ! je viens seul m’asseoir sur cette pierre où tu la vis s’asseoir ! »


Eén van de bekendste gedichten van Alphonse de Lamartine: Le Lac

Ook het gedicht Le Lac staat in de bundel Méditations poétiques.
Het is een klaagzang vol verdriet over het verlies van Julie. Het is gebaseerd op zijn verhouding met Julie en haar overlijden. Het verdriet en de rouw worden hier prachtig verwoord. In Le Lac vraagt de Lamartine ‘de tijd om zijn passie voor eeuwig te bewaren’. 

Le Lac is een van de meest bekend geworden gedichten van Alphons de Lamartine. 


Toch een huwelijk voor Alphonse

Le Figaro schrijft over dat huwelijk dat Alphonse koste wat kost wilde trouwen. Wanneer hij Mary-Ann ontmoet en er serieuze plannen ontstaan, is de Anglicaanse familie Birch niet enthousiast. Deze katholieke poëet zonder geld en vaste baan voldoet niet aan hun beeld van ideale schoonzoon.
In maart van hetzelfde jaar publiceert Alphonse Les Meditations, wat direct een doorslaand succes is. De Lamartine ontvangt hier een bedrag van 10.000 frank per jaar voor.

De toestemming voor het huwelijk volgt spoedig.

Marianne-Elisa Birch (1790-1863)

Op de bruiloft van zijn zus in Chambéry ontmoet Alphonse de Engelse aristocratische Mary-Ann Birch,  de dochter van een rijke Engelse majoor. Uit de ontmoeting tussen Mary An en Alphonse volgt een grote liefde. Zij wordt Marianne de Lamartine. Op 6 juni 1820 geven Mary An en Alphonse elkaar in de kerk van Saint-Pierre de Maché te Chambéry het ja-woord.

Marianne de Lamartine is een getalenteerd en veelzijdig kunstenaar, zij is schilder en beeldhouwer. Veel van de schilderijen die zij gemaakt heeft in het château zijn samen met persoonlijke herinneringen te zien bij een bezoek aan Saint-Point. Ander werk van haar is te bewonderen in het Muséé des Ursulines te Mâcon.

Château Saint-Point

De vader van Alphonse schenkt hem het landgoed met château van Saint-Point als huwelijkscadeau. Deze schenking mocht gezien worden als een voorschot op de erfenis. De bijbehorende voorwaarde lag in de restauratie van het château die door Alphonse en Marianne gedaan moest worden.
Pierre de Prat de Lamartine is le chevalier de Pratz en verwerft dit château in 1801 in zeer verwaarloosde staat. Het château is tijdens de Franse Revolutie grotendeels verwoest. Daken, deuren en ramen waren zwaar beschadigd en  het meubilair was geplunderd.

Samen met Marianne-Elisa restaureert de Lamartine het 12e eeuwse château. Hij transformeert het in een Angelsaksisch gotisch kasteel, een stijl die hij tijdens een reis door Engeland ontdekt en hem erg aanspreekt. 
Hij laat een galerij aanleggen en een gotische veranda met kleine zuilen. Van 1852 tot 1855 voltooit de Lamartine de restauratie van het château met een donjon, een galerij en kantelen. 

Alphonse en Marianne leggen de tuin aan volgens de principes van de Engelse tuinarchitectuur.

Op Saint-Point schrijft de Lamartine een deel van zijn oevre, met name les Harmonies poétiques et religieuses (1830) is hier ontstaan. Ook ontvangt hij geregeld gasten als Franz List, Fréderique Chopin en Victor Hugo in Saint-Point. 

Het château Saint-Point is nog steeds te bezoeken, je komt dan onder andere in de nog originele de woon- en werkkamer waar de dichter zijn poëzie en proza schreef. En je ziet zijn slaapkamer en de studeerkamer van zijn privé secretaris. Château Saint-Point is nu geclassificeerd als ‘Maison des Illustres’. 
Online reserveren is wel aan te bevelen, anders loop je het risico dat de rondleiding al vol is als je bij het kasteel je toegansticket wilt kopen.

Hier kun je op zuidbourgogne.nl meer lezen over château Saint-Point.

château de Saint Point, in de zomermaanden te bezoeken


Een zoon en een dochter

Alphonse en Marianne krijgen twee kinderen, tot hun groot verdriet sterven beide kinderen op jonge leeftijd.

Félix Marie Emilius Alphonse de Lamartine, die de roepnaam Alphonse krijgt. Deze Alphonse wordt in 1821 in Italië geboren waar zijn vader in Rome op de Franse ambassade werkt. 

Een jaar later wordt in 1822 dochter Marie Louise Julie de Lamartine geboren, haar roepnaam wordt Julia. Genoemd naar Julie uit Aix-les-Bains?
Het gezin woont dan inmiddels in Mâcon.

Nog in hetzelfde jaar sterft Alphonse in december op eenjarige leeftijd. Marianne en Alphonse zijn diep verdrietig.

Julia sterft tien jaar later in Beiroet tijdens een familiereis door het Midden-Oosten, die onder andere naar Libanon, Syrië en het Heilige Land ging.
Alphonse verliest in zijn leven drie kinderen, allemaal op jonge leeftijd overleden, wat zijn leven uiteraard getekend heeft.

Château Monceau

Alphonse de Lamartine is ook erfgenaam van het château Monceau, nabij Prisse.
Nadat hij zijn dochter Julia in Saint-Point heeft begraven, vestigt de dichter zich voor lange tijd in Monceau. Hij kan het niet langer verdragen om op Saint-Point te wonen, daar waar zijn zo geliefde dochter Julia opgroeide.

Op Monceau schrijft hij veel van zijn werken, zoals Le Voyage en Orient en werkte hij aan de geschiedenis van de Girondins en Jocelyn. De Lamartine zoekt om te kunnen schrijven vaak de eenzaamheid op. In Monceau heeft hij een klein paviljoen te midden van de wijnstokken waar hij graag werkt. Het ontvangen van de gasten laat hij dan ook vaak aan zijn vrouw Marianne over.

Ook ontvangt hij hier zijn collega’s van de Conseil Général. Monceau wordt het hoofdkwartier van zijn politieke acties.

Andere graag geziene gasten op Monceau zijn de schrijfster George Sand (Amantine Dupin) en de romantische schrijvers Honoré de Balzac, Alexandre Dumas en Eugene Sue. 

In de tijd van mijn grootvader in Montceau waren er grote wijngaarden, grote huizen met een zijderupsenplantage, een mooi theater waar komedie werd gespeeld, grote salons vol bezoekers en paardenstallen voor meesters en buitenlanders. Het uitzicht is majestueus"

De Lamartine Marseille
standbeeld van Alphonse de Lamartine in Marseille

Gebaseerd op zijn reizen door het Nabije- en Midden-Oosten schrijft de Lamartine Voyage en Orient.
Het is tevens een afscheid van Marseille en van Frankrijk.


Politieke carrière voor de Lamartine

In deze tijd begint de Lamartine ook aan zijn politieke carrière met een aanstelling op de Franse ambassade in Italië.

Ter gelegenheid van de kroning van Karel X in 1824 schrijft de Lamartine een gedicht. De koning beloont hem hiervoor met een benoeming in het Ordre national de la Légion d’honneur. Het ‘Legioen van Eer’ is de hoogste en belangrijkste Franse nationale onderscheiding. 

Het château van Monceau, in het plaatsje Prissé, wordt het hoofdkwartier van de politieke acties van de Lamartine. In de wijngaarden bouwt hij een paviljoen tussen de wijngaarden, dat nu bekendstaat als Pavillon de la Solitude. Hier schrijft hij in 1847 een deel van zijn boek Histoire des Girondins.

In druk verschenen versie van Histoire des Girondins (1866) te bezichtigen in het Musée des Ursulines in Mâcon
De Lamartine
In druk verschenen versie van Harmonies


Harmonies poétiques et religieuses

In 1830 publiceert de Lamartine zijn bundel Harmonies poétiques et religieuses.

De Lamartine in het Franse parlement

In 1832 wordt de Lamartine deel van het Franse parlement. 

In de tijd dat de Lamartine nog door het Midden-Oosten reist, wordt hij in Frankrijk verkozen tot volksvertegenwoordiger in het departement Nord. Via Turkije en Duitsland gaat hij terug naar Frankrijk en houdt in 1834 zijn eerste politieke toespraak.

Van 1833 tot 1851 is de Lamartine lid van het ‘La Chambre’ en vertegenwoordigt hij de stroming van het liberale en sociale christendom.

PLOVDIV, BULGARIJE - Dit herenhuis heeft een speciale plaats in de harten van Plovdiv als de locatie waar de Franse dichter Alphonse de Lamartine in 1833 verbleef tijdens zijn reis door het Oosten

Anne-Marie Javouhey

Anne-Marie Javouhey is in deze tijd, net als de Lamartine, een bekend voorvechter van de bevrijding van de slaven in de Franse koloniën. Anne-Marie reist naar Afrika en Latijns-Amerika. Onder de tekst van de profeet Jesaja “om de onrechtvaardige ketenen te doorbreken en onderdrukten vrijheid te geven”, wil zij de Franse regering laten zien dat “de mannen en vrouwen die tot slavernij zijn teruggebracht, in staat zijn om harmonieus te re-integreren in de samenleving.” Anne-Marie Jahouvey is bijna een kwart eeuw adviseur van de Franse regering voor onderwijs in de koloniën en de emancipatie van de slaven.

Op 21 juni 1835 brengt Alphonse de Lamartine gunstig verslag uit aan het ‘ministère de la Marine’, dat is belast met de Franse koloniën, over haar werk. De Lamartine is zelf ook een vurig voorstander van afschaffing van de slavernij. Alphonse de Lamartine is dan al een bekend dichter en lid van het Franse parlement.

In de Notre-Dame van Cluny vind je een houten beeldsnijwerk van deze bijzondere vrouw.
In het artikel
 Anne-Marie Javouhey, een sterke vrouw, lees je meer over haar leven en verre reizen.

Château Cormatin

De Lamartine haalt in 1847 zijn politieke vrienden bijeen op het château van Cormatin om zijn ‘republikeinse en socialistische’ programma op te stellen. Deze tekst wordt gedrukt in Mâcon en heeft in Europa een grote impact. Zijn idealisme kent twee pijlers: democratie en pacifisme

Twee van zijn belangrijke strijdpunten komen steeds terug: afschaffing van de slavernij en van de doodstraf.

De Lamartine speelt een belangrijke rol tijdens de Februari Revolutie van 1848 en roept de Tweede Republiek uit, hij wordt de president van de voorlopige regering, ‘le Gouvernement provisoire‘. In deze regering krijgt de Lamartine de post ‘minister van buitenlandse zaken’, hij heeft deze functie bijna drie maanden vervuld.

Decreet van de Gouvernement provisoire
'Membres du Gouvernement provisoire', lithographie van Auguste Legrand, te zien in Musée des Ursulines te Mâcon

 

Om de herinnering aan de gebeurtenis in gedachten te houden, wordt in 1849 een standbeeld van de Tweede Franse Republiek op de binnenplaats opgericht. Het is een ode aan het politieke programma van de Lamartine. Het beeld heeft de Franse Revolutie overleefd, helaas wel onthoofd. 
In de tuinen van het château van Cormatin is dit beeld, nog steeds zonder hoofd, terug te vinden.

Lang duurt zijn politieke carrière niet. De Lamartine verliest in december 1848 de presidentsverkiezingen tegen Louis-Napoléon Bonaparte. Hij haalt slechts 17.910 stemmen, tegenover 5,5 miljoen stemmen voor de latere keizer Napoleon III. De staatsgreep van Napoleon III is voor de Lamartine het eind van zijn politieke carrière en laat hem verbitterd achter.

Le décret abolit définitivement l'esclavage en France

Met zijn regering ondertekende Alphonse de Lamartine op 27 april 1848 Le décret abolit définitivement l’esclavage en France waarmee meer dan 250.000 slaven uit de Franse koloniën worden vrijgelaten. Voorafgaand houdt de Lamartine veel toespraken in de  Assemblée Nationale waarin hij vurig pleit voor de afschaffing van de slavernij n de Franse koloniën.

De Lamartine is in deze politieke houding diep beïnvloed door de uit de Bourgogne afkomstige Etienne Maynaud de Lavaux.
Deze generaal en gouveneur heeft zich sterk ingezet voor de afschaffing van de slavernij.
Van 1809 tot aan zijn dood in 1828 was Etienne de Lavaux eigenaar en bewoner van het château van Cormatin.  


Poème Toussaint Louverture

Alphonse de Lamartine raakt diep onder de indruk van  Toussaint Louverture
Toussaint Louverture is de zwarte leider in Haïti die door generaal de Lavaux gesteund wordt. Toussaint is in 1743 als slaaf is geboren in San Domingo en wordt een van de leiders van de Haïtiaanse Revolutie, waarbij afschaffing van de slavernij inzet is.

De Lamartine schrijft een gedicht vol dramatiek over hem en geeft dit gedicht de naam van zijn held: Toussaint Louverture.
Deze Louverture wordt symbool van de abolitionistische beweging.

Lees hier het hele verhaal van generaal de Lavaux en de zwarte leider Toussaint Louverture.

Alphonse de Lamartine
In druk verschenen Poème Toussaint Louverture 1850
buste van de Lamartine gebeeldhouwd door Francois Jouffroy (1843)


10 mei 2006 nationale herdenkingsdag in Frankrijk

Op 10 mei 2006 herdenkt Frankrijk voor het eerst de afschaffing van de slavernij in 1848. 

President Chirac en Christiane Taubira, parlementslid voor Frans Guyana, houden een toespraak in Parijs. Christiane Taubira heeft enkele jaren eerder een wetsontwerp ingediend dat slavenhandel als misdaad tegen de mensheid erkent, dit wetsontwerp wordt op 10 mei 2001 aangenomen.
In Bordeaux, dat rijk geworden is dankzij de slavenhandel, gooien raadsleden tijdens de eerste herdenking witte bloemen in de Garonne. 

Sindsdien is 10 mei de dag voor de herinnering aan de slavenhandel, de slavernij en de afschaffing daarvan.

La Marseillaise de la paix

Op 28 mei 1841 publiceert Alphonse in Revue des Deux Mondes zijn herschreven versie van de Marseillaise. Hij schrijft dit op het château van Saint-Point. Het is als een ode aan het pacifisme.

Het is een reactie op de in 1792 geschreven Marseillaise, die in 1795 het nationale volkslied werd.

Alphonse de Lamartine

bron: Wikisource

Laatste toespraak van de Lamartine op het château van Cormatin

Net voor het ontstaan van het Tweede Keizerrijk houdt Alphonse de Lamartine zijn laatste politieke toespraak. Hij doet dit op de trappen van het château van Cormatin.

De Lamartine


Opnieuw château Saint-Point

Alphonse brengt zijn laatste levensjaren door op het château van Saint-Point en wil hier tot aan zijn dood blijven. Hij heeft echter tijdens zijn periode als Frans staatshoofd veel schulden gemaakt. Daarnaast heeft hij zichzelf verplicht zijn zussen een hoge huur te betalen als compensatie voor het feit dat hij als oudste zoon de enige erfgenaam was van het château. Alphonse kan het financieel niet meer reden en in 1860 moet hij het domein met château van Saint-Point verlaten. Voor hem een bijna niet te dragen verlies.
Het gedicht
La Vigne et la Maison gaat over dit gedwongen vertrek en de pijn die hem dit doet.

Noodgedwongen vertrekt de Lamartine naar Parijs, hij kan zichzelf niet meer in leven houden en hij moet hulp aanvaarden van het regime waar hij zo’n tegenstander van is. Dit valt hem zwaar. Hij krijgt een klein chalet aan de Avenue de l’Empereur om in te wonen. In 1861 krijgt de Lamartine een beroerte waardoor hij verlamd raakt. Het leven wordt steeds moeilijker en eenzamer voor hem.

Hij houdt zichzelf in leven door het schrijven van gedichten, maar de inspiratie is weg. Ook schrijft hij over historische en politieke onderwerpen, onder andere over de geschiedenis van Rusland en Turkije. Vanaf 1856 (en tot aan zijn dood) verschijnen maandelijkse afleveringen ook zijn Cours familier de littérature, waarin ook  La Vigne et la Maison wordt gepubliceerd. Het is een van de eerste tijdschriften in die tijd waarvoor een abonnement kon worden afgesloten.

In deze periode noemt hij het schrijven van poëzie ‘literaire dwangarbeid‘.

De Lamartine


Dood en begrafenis van de Lamartine

Marianne de Lamartine sterft op 24 mei 1863, Alphonse de Lamartine sterft zes jaar later op 28 februari in het chalet ‘la Petite Muette’ aan de 135 Avenue de l’Empereur te Passy, Parijs. 

Zijn dood wordt op 2 maart 1869 door de pers aangekondigd.

De familie van de Lamartine weigert het keizerlijke aanbod om een staatsbegrafenis voor hem te organiseren. Op 4 maart om 7.00 uur arriveert de kist met het lichaam van de Lamartine per trein in Mâcon en wordt naar de kathedraal Saint-Vincent gebracht. Een enorme menigte verzamelt zich in de kerk en op de Place d’Armes. 

Onder deze menigte bevinden zich Alexandre Dumas fils, Jules Sandeau, Émile Augier, Émile Ollivier, Xavier de Montépin en een delegatie van de Republiek Haïti. Verder zijn er weinig officiële afgevaardigden. Onder de aanwezigen is geen enkele republikeinse functionaris van 1848, met uitzondering van Émile Ollivier, die als zijn geestelijke zoon wordt beschouwd en hem ook opvolgt aan de Franse Academie. Het zijn vooral de boeren en wijnboeren uit de wijde omgeving die hier aanwezig zijn.

Rond 9 uur vertrekt de lange stoet naar Saint-Point, waar ze om half twaalf aankomt en de bijzetting zal plaats vinden.

standbeeld van de Lamartine op de Quai de Saône, naast de Esplanade de Lamartine

Begraafplaats van de Lamartine

Wanneer zijn moeder sterft, bouwt de Lamartine aan het eind van zijn tuin een groot familiegrafkapel. Het ligt tegen de muur van het château en naast de Romaanse kerk. Deze grafkapel bewaart ook het lichaam van zijn schoonmoeder mevrouw Birch, zijn vrouw Mary-Ann, zijn zoon Alphonse en zijn dochter Julia, 

Ook Alphonse ligt hier begraven in deze tombeau, hij wilde begraven worden bij zijn geliefde château Saint-Point. Dicht bij zijn geliefd château en ver weg van de publieke eer waar de schrijver niet meer in geloofde.
Na de dood van de Lamartine wordt zijn nicht Valentine de Cessiat hier als laatste begraven.

De tombeau is zichtbaar vanuit het dorp. Als je naar de kerk loopt, zie je het links van de kerk liggen.

Het is een grafkapel in neogotische stijl, met in het fronton in gotische letters de enigszins dubbelzinnige inscriptie: 
Speravit anima mea, ‘mijn ziel verwacht’. Binnen, op een stenen altaar, is de buste van de dichter geplaatst, en ervoor het liggende beeld van Madame de Lamartine, in 1864 gebeeldhouwd door Adam Salomon.

Op de basis van het altaar is de volgende inscriptie te lezen:

<< Il est plus doux de s'associer aux deuils des grands hommes qu'à leurs gloires. Leurs douleurs sont à ceux qui les aiment, leurs gloires appartiennent à tous ».

Het is zoeter zich te associëren met de rouw van grote mannen dan met hun glorie.
Hun verdriet behoort toe aan degenen die van hen houden, hun glories zijn van iedereen.

Église de Saint-Point

De kerk Saint-Donat, voorheen Saint-Ponce, is een Romaanse parochiekerk die ook dienst deed als kasteelkapel. Deze kerk is waarschijnlijk ouder dan de algemeen aanvaarde datering van de 11e eeuw.

Het portaal van de nieuwe gevel werd gefinancierd door de dichter Alphonse de Lamartine, eigenaar van het naburige kasteel. 
De kerk en het graf worden in 1948 geklasseerd als ‘ Monument Historique’.

Citaten van Alphonse de Lamartine

Le jour du bonheur n’a pas de lendemain.
Een dag van geluk kent geen morgen.

La vie est brève, un peu d’amour, un peu de rève, et puis bonjour.
Het leven is kort. Een beetje liefde, een beetje droom, en dan: vaarwel.

L’homme est un dieu tombé qui se souvient des cieux.
De mens is een gevallen god die zich de hemel herinnert.

L’univers est le temple, et la terre est l’autel.
Het universum is de tempel en de aarde is het altaar.

Standbeeld voor de Lamartine in Mâcon

De stad Mâcon wil een monument oprichten ‘dat waardig is de soevereiniteit van deze man voort te laten bestaan’. Er wordt hiervoor een open inschrijving gelanceerd. In eerste instanties was de Place d’Armes (tegenwoordig Square de la Paix) uitgekozen om dit beeld een plaats te geven. Vier jaar later krijgt de Quai de Saône de voorkeur. Het duurt tot 18 augustus 1878 dat het monument aan het publiek onthuld wordt: de oorspronkelijk uit Toulouse komende kunstenaar Alexandre Falguiere heeft met zijn imposante standbeeld de wedstrijd gewonnen.

Roche de Solutré

Alphonse de Lamartine schrijft over Roche de Solutré en Roche de Vergisson:

«Deux navires pétrifiés surplombant une mer de vignes» twee versteende schepen met uitzicht op een zee van wijngaarden

Als je aan komt rijden bij de Roche de Solutré en je ziet de contouren van deze rots, kun je je goed voorstellen hoe de Lamartine tot deze beschrijving komt.


Alphonse de Lamartine als vegetariër

"We hebben niet twee harten, een voor mensen en een voor dieren. We hebben een hart, of niet."

Alphonse groeit op in een gezin waar geen vlees gegeten wordt. Hij schrijft hierover: “Mijn moeder was ervan overtuigd, en in dit opzicht heb ik vastgehouden aan haar vaste overtuiging, dat het doden van dieren met het doel zich te voeden met hun vlees een van de meest betreurenswaardige en beschamende zwakheden van de menselijke toestand is.” Tot zijn twaalfde krijgt Alphonse alleen brood, melkproducten groenten en fruit te eten. Zelf denkt hij dit dit hem tot een zachtaardig en gevoelig persoon gemaakt heeft.

Een korte periode in zijn leven heeft de Lamartine vlees en vis gegeten, maar al snel keerde hij terug naar de vegetarische overtuiging.

Over het leven van Alphonse de Lamartine

De historicus Henri Guillemin vertelt over de mens Alphonse de Lamartine, over belangrijke en ingrijpende gebeurtenissen in zijn leven; een opname uit 1959:

In deze opname, eveneens uit 1959, vertelt Henri Guillemin over de Lamartine als politiek figuur:


In de voetsporen van Alphonse de Lamartine

Ter ere van zijn 150e verjaardag is de Route Lamartine ontstaan. Je loopt ‘in de voetsporen’ van deze dichter en staatsman en doet de volgende plaatsen aan: Mâcon, zijn geboortestad, via Prissé, Berzé-le-Châtel, Milly, Saint-Point, Pierreclos naar Bussières. Het is een route van 60 km. 

Wil je de Lamartine lopend ontdekken? Kies dan voor de stadswandeling in Mâcon, die je langs veel voor de Lamartine belangrijke plaatsen voert en je meeneemt in zijn geschiedenis.

Alphonse de Lamartine

Musée des Ursulines

In het hart van de stad Mâcon is in het voormalig klooster van de zusters Ursulinen het musée des Ursulines gevestigd. De Ursulinen werden in 1615 door bisschop Gaspard Dinet naar Mâcon geroepen. Zij leidden de opvoeding van de plaatselijke adel en bourgeoisie.

Nu is hier een museum gevestigd dat de moeite waard is om te bezoeken.
Het museum heeft een permanente collectie van kunstwerken van de oudheid tot aan moderne kunst. Ook vind je hier Hollandse en Vlaamse meesters. Minder bekend zijn waarschijnlijk de schilders uit de Bourgogne, maar hun schilderijen zijn inspirerend.

Sinds de sluiting in 2016 van het museum Lamartine in Mâcon bewaart het Musée des Ursulines de collectie.
Het geeft een permanente expositie over het leven en werken van Alphonse de Lamartine, met veel uitleg over zijn leven en zijn belang voor Frankrijk, zowel als dichter als politicus.

Een bezoek aan het museum kost €4,50 voor een volwassenen. Voor een tijdelijke tentoonstelling moet je iets bij betalen. Je loopt ongeveer 2 uur rond om alles te kunnen bekijken.

Musée des Ursulines
5 Rue de la Préfecture
71000 Mâcon
musée des Ursulines

Musée des Ursulines Mâcon

bronnen

Overal in de regio kun je plekken tegenkomen waar gememoreerd wordt dat de dichter op die plaats geweest is.
Zoals hier bij het ‘hôtel de Bourgogne’ in Cluny.

huis in bourgogne

Huis huren?

Geïnteresseerd in een vakantiehuis in deze omgeving?