Brancio

Brancion en haar château

Tussen Cluny en Tournus ligt het hooggelegen Brancion. Vanuit de verte zie je deze oude middeleeuwse vestingstad al liggen. Brancion ligt met een hoogte van 354 meter op de Col de Brancion.

Brancion wordt vergeleken met een hoog gelegen arendsnest.
Een prachtig dorp om te bezoeken.
Je vindt er overblijfselen van een oud versterkt kasteel uit de 12e eeuw, een vesting die nog steeds te bezichtigen is. 
Het is één van de oudste en best bewaarde versterkte vestingen in het zuiden van de Bourgogne. 

Aan de rand van het dorp ligt de Romaanse kerk Saint-Pierre met bijzondere muurschilderingen, eveneens uit de 12e eeuw. 
Midden in het dorp staat de mooie, oude markthal uit de 16e eeuw.

Een heerlijk en (bijna) autovrij dorp om doorheen te slenteren. Het dorp ligt tussen het château en de kerk en heeft van die typische Franse straatjes en steegjes en natuurlijk een dorpsplein, met een goed bewaarde 16e eeuwse markthal.

Dit blog gaat specifiek over het château de Brancion,
hier lees je meer over het dorp van Bancion,
of over de kerk van Brancion: église Saint Pierre.

Brancion
menhir bij Nobles, Brancion


De heuvel op en poort door naar de geschiedenis

Brancion, een dorp met veel geschiedenis. 
Zodra je door de kleine 13e eeuwse stadspoort ‘Porte de la ville’ het dorp in loopt, waan je je terug in de Middeleeuwen. 

Neem de tijd om hier rond te lopen, vesting, kerk en markthal te bezichtigen, door het dorp te dwalen,
wat te eten in een van de auberges en een (uitgezette) route rondom de vesting te lopen.
Onderweg ontdek je dan de geschiedenis van Brancion en lees je over de restauratieplannen die het dorp heeft.

Brancion
Porte de la ville Brancion

Het Beauforthuis

Vanaf de 12e eeuw is de versterkte poort aan de voet van het kasteel de enige toegang tot Brancion. Het is destijds nog een eenvoudige stenen boog. In de daaropvolgende eeuw wordt deze toegangspoort voorzien van een rechthoekig gebouw. Van hieruit werd de valpoort bediend om de toegang tot Brancion af te kunnen sluiten in gevaarlijke tijden.
Als je de stadspoort door bent, zie je aan de rechterkant het rechthoekige Beauforthuis en zijn twee torens uit de 12e-13e eeuw. De Beaufort-toren en de Chaul-toren werden in deze tijd toegevoegd om de toegang tot het dorp te verdedigen. 

Een hoge, vierkante donjon uit de 12e eeuw domineert de tweede omheining. Deze donjon heeft een hoogte van 23 meter en drie niveaus. Beneden liggen de opslagruimten van het château, op de eerste verdieping bevond zich ‘la salle de retrait’, een kamer die gereserveerd was voor de heer van Brancion.
Op de tweede verdieping was de wachtkamer. Tot de 16e eeuw werd de donjon bekroond door kantelen en een puntdak dat in de 19e eeuw werd vervangen.

Brancion
uitzicht op de heuvels van Brancion vanaf het château
Saint-Pierre Brancion
zicht op het dorp vanaf het château

Vanaf de top van de vesting heb je een prachtig uitzicht op het dorp van Brancion met zijn Romaanse kerk. Bij helder weer kun je ver over de omgeving uitkijken en zie je het heuvellandschap dat zo kenmerkend is voor dit deel van de Bourgogne.

De overblijfselen van het kasteel van Brancion, inclusief die van de omheining en de aangrenzende stadspoort, zijn in 1977 als ‘Monument Historique’ van Frankrijk geklasseerd.

Opus spicatum

Brancion

Als je de trap naar de toren oploopt, zie je een muur met een Romeinse metseltechniek die kenmerkend is voor de 9e en 10e eeuw: ‘opus spicatum’. Ook op andere delen van de oude buitenmuur kun je dit aantreffen. Opus spicatum is een steenverband als een visgraatmotief.
Onder andere op deze bewijslast is het vroege ontstaan van Brancion gevestigd. Waarschijnlijk is het dorp in deze tijd door de Karolingers versterkt. Ook opgravingen hebben aangetoond dat er al een Gallisch fort op deze plek gestaan heeft.

Brancion
Brancion


Chapelle de Sainte Catharina

De kapel van het château Brancion staat onder de bescherming van de heilige Chatarina/Chaterine. Deze kapel bewaarde kostbare relikwieën. De pastoor van Brancion mocht hier ook aflaten geven. Als je het kasteel bezoekt, kom je door Chapelle de Sainte Catharina.

Waar komt de naam Brancion vandaan?

In 927 is de eerste vermelding op schrift van de plaats geschreven als Brancidunum.
Dunum is een Gallische woord dat hoogte, versterkte hoogte, burcht betekent.

Van het eerste gedeelte staat de naam niet vast, maar het is niet onwaarschijnlijk dat dit verwant is aan Briançon in zuidoosten van Frankrijk. Dan komt het van het eveneens Gallische briga, dat ongeveer dezelfde betekenis heeft als dunum, maar niet in dezelfde periode en dezelfde context gebruikt wordt. De naam is dus wellicht een beetje dubbelop.

Brancion betekent dan ‘versterking/burcht op een heuvel’ of ‘de versterkte heuvel’. Gezien de locatie en haar geschiedenis een aannemelijke verklaring (bron: Jeroen Sweijen).

Geschiedenis van Brancion

Oppidum

Brancion was een Gallo-Romeins oppidum, een op een heuvel of plateau gelegen plaats met een natuurlijke verdediging. De vesting lag ingesloten tussen de bezittingen behorend bij de abdij van Cluny en de abdij van Tournus. Teruggevonden graven bij de kerk bevestigen dat in de 6e eeuw de Merovingers al op deze plek woonden. Brancion is in deze tijd de belangrijkste vestingplaats van het zuiden van de Bourgogne.

De Merovingers zijn een dynastie die na de ineenstorting van het Romeinse Rijk ongeveer 300 jaar over het grootste deel van Frankrijk regeerde. Merovingers in de Bourgogne (560-700) hebben opvallende necropolissen in de regio nagelaten (iedere Romeinse stad had een necropolis, begraafplaats, buiten haar muren liggen). Deze vind je bijvoorbeeld bij Bonnay en Curtil-sous-Burnand.

Les seigneurs de Brancion

Een eerste vermelding van het château dateert al uit 926 en staat in een Chartre de Cluny. De burcht wordt hier toegeschreven aan de familie Garoux.
De stichter van Brancion is waarschijnlijk Warulphe de Brancion geweest. Warulphe, bijgenaamd ‘Le Loup’ is geboren aan het einde van de 9e eeuw.

Twee eeuwen later komt Brancion in handen van de familie Gros. De seigneurs (heren) van Brancion zij zo machtig dat ze ‘les Gros’ worden genoemd (de dikkerds). Zij maken van Brancion een versterkt kasteel.

Deze tijd kent meerdere belangrijke seigneurs in deze streek, zoals de seigneurs van Berzé en van La Buissière. De concurrentie tussen de seigneurs is vaak groot.

Brancion

les seigneurs de Brancion

  • Warulphe I ‘le Loup’ de Brancion et Uxelles, seigneur de Brancion, X e eeuw
  • Warulphe II de Brancion, seigneur de Brancion, X e eeuw
  • Josserand I de Brancion, seigneur de Brancion, XI e eeuw
  • Bernard I Gros de Brancion, seigneur de Brancion et d’Uxelles, XI e eeuw
  • Landric I Gros de Brancion, seigneur d’Uxelles, XII e eeuw
  • Bernard III Gros de Brancion, seigneur de Brancion, XII e eeuw
  • Josserand II Gros de Brancion, seigneur de Brancion, XII e eeuw
  • Josserand III Gros de Brancion, seigneur de Brancion, XII e eeuw
  • Henri II Gros de Brancion, seigneur de Brancion, XII e eeuw
  • Jocerand IV Gros de Brancion, seigneur de Brancion, XIII e eeuw
  • Henri III Gros de Brancion, seigneur de Brancion, XIII e eeuw

Tijdperken voor het château

Voor het château zijn drie belangrijke tijdperken te onderscheiden:

  • Le ‘Logis’ (het Huis) rond het jaar 1000.
  • Le ‘château seigneurial’ (het heerlijke kasteel) van de 12e en 13e eeuw.
  • Le ‘château ducal’ (het hertogelijke kasteel) aan het begin van de 14e eeuw.
Winkels werden iets verder naar het noorden gebouwd, maar nog steeds binnen de stadsmuren.
Brancion
Brancion vanuit de lucht


Wereldlijke macht van Brancion

Zoals Cluny in deze tijd de geestelijke macht vertegenwoordigt, zo staat Brancion voor de wereldlijke macht. Eeuwenlang zijn er conflicten tussen de seigneurs van Brancion en de monniken van Cluny.  Deze monniken waren, ondanks de grote macht van de Benedictijnen, niet altijd bestand tegen de seigneurs van Brancion, die voortdurend een aanval doen op de bezittingen van de abdij.

De seigneurs van Brancion trekken geregeld plunderend door het grondgebied van de abdij van Cluny.

Toch is er ook een heel andere relatie met de abdij van Cluny. Tussen 999 en 1027 vermeldt een charter van Cluny dat Josserand I le Gros van Brancion op zijn sterfbed een schenking verricht aan abt Odilon: een kerk toegewijd aan de heilige Hippolyte. Begin 1105 staat Saint-Hippolyte in een charter van Cluny vermeld als priorij ‘obedentia de Sancto Ypolito’.

Bernard l Gros de Brancion

Bernard l Gros de Brancion, de vierde seigneur van Brancion, is één van de meest meedogenloze tegenstanders van Cluny.
Rond 1050 bouwt hij de versterkte vesting van Uxelles, ‘Castro Uscela’. Uxelles ligt in de gemeente Chapaize. Bernard vergroot hiermee zijn macht over de regio. Vanuit Uxelles vertrekken veel manschappen om in de wijde omgeving verwoestend toe te slaan. Vervolgens plunderen zij de domeinen van Cluny. 
Pelgrims en reizigers die door de vallei van de Grosne reizen, zijn vol angst voor deze Bernard Gros.

Wanneer Bernard zich zorgen begint te maken over zijn ‘zieleheil’, smeekt hij abt Hugues van Cluny om vergeving. Hugues is bereid Bernard zijn wandaden te vergeven. Wanneer Bernard vervolgens verder gaat met zijn schrikbewind en Bernard abt Hugues voor de tweede keer om vergiffenis komt vragen, wil Hugues hem deze vergiffenis niet opnieuw schenken.
Hugues stuurt Bernard voor absolutie naar Rome, “omdat alleen de paus zulke grote zonden kan vergeven.” De abt hoopt eigenlijk dat Bernard deze reis niet zal overleven. Op de terugreis sterft Bernard inderdaad, in Sutri, Italië (1070/1072). Cluny raakt hierdoor een machtige tegenstander kwijt. De verborgen agenda van de abt dat Bernard niet levend terug zou komen, komt uit. 

Legende d' Elsene

Enkele jaren na de dood van Bernard Gros komt abt Hugues op een tocht door het bos van Elsene plotseling deze Bernard tegen. Bernard rijdt op een ezel door de bossen.
Volgens de legende wordt Bernard in het hiernamaals nog steeds gekweld door de bouw van het château van Uxelles. Bernard geeft toe dat hij verschrikkelijke dingen heeft gedaan en vraagt de abt om gratie

Deze legende komt uit een boek vol wonderverhalen, geschreven door Petrus Venerabilis, abt van Cluny. Petrus heeft dit wonderverhaal beschreven in zijn Livre des merveilles de Dieu.

Uxelles en Brancion

De familie Gros verenigt de heerlijkheden van Uxelles en Brancion met elkaar. Zo vormen zij zo één groot gebied. De châteaus van Brancion en Uxelles, aangevuld met enkele andere châteaus, hebben nu de volledige heerschappij over de regio.
De familie Gros herbouwt in deze tijd ook de Saint-Pierre, de kerk van Brancion.

Au plus fort de la mêlée

In de 12e en 13e eeuw is Brancion welvarend. Met hun strategische positie zijn de seigneurs van Brancion de machtigsten in de regio. Hierdoor hebben ze o]vaak conflicten met de abdij van Cluny.
Ze gaan op kruistocht en schenken de abt van Cluny cadeaus om vergeving voor hun gewelddadige optredens te ontvangen.

De wapenspreuk van de familie Gros ’Au plus fort de la mêlée’ (‘Op het hoogtepunt van de strijd’) geeft hun bereidheid om steeds weer te strijden goed weer.

Brancion
Brancion
foto: Wikipedia


Josserand I de Brancion

Josserand I de Brancion gaat zo ver in zijn wandaden dat paus Eugenius II hem in 1147 excommuniceert. Josserand vraagt om vergeving en schenkt de monniken een bos ter compensatie. Helaas, dit weerhoudt hem er niet van om opnieuw de strijd aan te gaan. In 1180 grijpt koning Philippe Auguste in om een eind te maken aan de terreur van Josserand. Als boetedoening moet Josserand, samen met zijn bondgenoot de graaf van Chalon, met de koning mee op kruistocht tegen Saladin die Jeruzalem bedreigt. Josserand sterft in 1190.

Guerre de Brancion

Dieptepunt in de relatie tussen ‘Brancion’ en ‘Cluny’ is in 1205 de guerre de Brancion. De monniken en de bourgeois van Cluny klagen bij de bisschop en bij de graaf van Chalon over de misdragingen, zoals plunderingen en veldslagen, van de seigneurs van Brancion. Gewapende conflicten konden lang vermeden worden dankzij financiële compensatie, kerkelijke straffen en opgelegde boeten.

Rond 1205 breekt er uiteindelijk een gewapend conflict uit. Brancion komt in handen van Alix, dochter van de graaf van Chalon en weduwe van Jocerand IV. De twee zonen van Alix, Guillaume en Bernard Grosm blijven strijden tegen ‘Cluny’. De bourgeois staat aan de kant van Cluny, want zij lijdt ook onder de macht van Brancion.

Volgens historische geschriften zijn er in deze strijd geen dodelijke slachtoffers gevallen, wel worden mannen, paarden en wapens buit gemaakt. Om de vrede te herstellen is de tussenkomst van de bisschop en de gravin van Chalon noodzakelijk. Onder ede beloven beide partijen de strijd te staken en alles aan de oorspronkelijke eigenaren terug te geven. De gravin van Chalon staat borg voor de zijde van Brancion, “zij verbindt zich ertoe het onrecht dat Cluny is aangedaan te herstellen, mocht de Vrouwe van Brancion de vrede niet respecteren”. De bisschop van Chalon en de aartsbisschop van Lyon zien toe op het naleven van haar belofte.

Brancion


Jocerand III de Brancion

De zoon van seigneur Henri I Gros von Brancion en Beatrix von Vignory krijgt de naam Jocerand, hij wordt Jocerand III. Jocerand erft de heerschappij van Brancion en Uxelles van zijn vader. 

In 1214 tekent deze Jocerand een vredesverdrag met de abdij van Cluny over de priorij Saint-Hippolyte. Hij maakt hiermee een eind aan een eeuwenlang geschil tussen zijn familie en Cluny over betwiste eigendomsrechten. Jocerand doet afstand van alle rechten op Saint-Hippolyte en erkent Cluny als enige eigenaar van dit domein. In ditzelfde jaar erkent ook de Franse koning Cluny als exclusieve eigenaar van Saint-Hippolyte.
Hierdoor krijgt Cluny een versterkte positie ten opzichte van de seigneurs van Uxelles en Brancion.

Jocerand III op Kruistocht naar Jeruzalem

Ook deze beroemdste heer van Brancion gaat op kruistocht. Hij neemt deel aan de zevende kruistocht met koning Louis IX, bijgenaamd ‘le Saint’ en Alfonso de Poitiers. Jocerand, Louis IX en drie broers van de koning vertrekken naar Egypte. Ze gaan met de instemming en steun van paus Innocentius IV. Hun doel is om Jeruzalem te heroveren op de beruchte Saracenen. 

De moslims nemen de koning echter gevangen. De Franse schatkist moet losgeld betalen voor zijn vrijlating. Het loopt echter niet goed af voor Jocerand.
Tijdens het beleg van Al-Mansura op 11 februari 1250 ontstaat er buiten de stad een gevecht en wordt Jocerand omsingeld door de vijand. De hertog van Bourgondië probeert hem te hulp te schieten maar kan het leven van Jocerand niet redden. 

Kroniekschrijver Jean de Joinville, neef en tegenstander van Jocerand, beschrijft hem als “een van de beste ridders in het leger die hij ooit heeft ontmoet“.
Saracenen zijn een Noord-Arabisch volk dat zich lange tijd verzette tegen de Oost-Romeinse keizers en zich al in de 8e eeuw bekeerde tot de islam. 
In de loop van de Middeleeuwen werd de term Saracenen uitgebreid naar alle moslims en later alle tegenstanders van de christenen, of ze nu Arabisch, Perzisch of Turks waren. De Saracenen waren in de Middeleeuwen in Europa  berucht als piraten en plunderaars. Vele stadswallen rond steden langs de Middellandse Zee werden gebouwd om de inwoners van die steden tegen de aanvallen van de Saracenen te beschermen. 

De Zevende Kruistocht (1248-1254) werd georganiseerd door Lodewijk IX van Frankrijk  om Jeruzalem te heroveren op de Saracenen, die de stad in 1244 op de kruisvaarders veroverd hadden en daarna geplunderd (bron: Wikipedia).

Terug in Brancion

Henri II Gros de Brancion, de zoon van Jocerand III, overleeft de kruistocht en brengt het stoffelijk overschot van zijn vader terug naar Brancion. Jocerand wordt begraven in Uxelles, een beeltenis van hem ligt sinds 1959 in de église Saint-Pierre in Brancion.

Henri schenkt nieuwe landerijen als zoenoffer aan de abdij van Cluny. Dit gebaar geeft goed weer hoe de oorlogen en opeenvolgende ‘verzoeningen’ steeds weer terugkomen in de strijd tussen ‘Brancion’ en ‘Cluny’.  

De beeltenis van Jocerand III is nog steeds te vinden in de église Saint-Pierre van Brancion

Jocerand Brancion


Financiële problemen voor Jocerand

Door al deze kruistochten, schenkingen en schulden van seigneur Jocerand III komt de familie Gros de Brancion in financiële problemen en moet Henri in 1259 het château van Brancion en het château van Uxelles verkopen.

Hij verkoopt het château aan Hugues IV, de hertog van Bourgondië. Deze betaalt hier 9.000 livres (oude Franse franks) voor én een levenslang pensioen voor de verkopers. Deze Hugues IV koopt meerdere forten in de omgeving. Hiermee komt een einde aan de machtspositie van deze eens zo machtige familie Gros.

Hertogen van Bourgondië in Brancion

Brancion is nu een hertogelijk kasteel en een symbool van de macht van de hertogen van Bourgondië. In de hierop volgende twee eeuwen versterken de hertogen het kasteel en verhogen zij het comfort van het kasteel.
De hertogen bouwen aan het begin van de 14
e eeuw tussen de donjon en de Romaanse torens (Tour du Préau) het opmerkelijke ‘Logis de Beaujeu’. Het is een groot gebouw van 25 m bij 12 m met twee niveaus. Op de 1e verdieping laten de boogramen met klaverblad zien dat dit de belangrijkste kamer van het huis is. De muren en een buitenkoepel van het Logis de Beaujeu zijn bewaard gebleven.

Brancion
overblijfselen van le Logis de Beaujeu
Brancion
overblijfselen van le Logis de Beaujeu

Veel dorpen in de omgeving behoren tot de heerschappij van Brancion. Zo ook La Chapelle-sous-Brancion, Chissey en Prayes.
Aan het hoofd van het hertogdom komt nu een ‘capitaine-châtelain’ die de hertog van Bourgondië vertegenwoordigt. Deze capitaine-châtelain krijgt de steun en hulp van een geestelijk jurylid van het Hof van Brancion en een meester-boswachter, die belast is met de exploitatie van bossen en vijvers.

Een nieuw tijdperk: vrede

De oorlogen zijn voorbij en Brancion heeft in de 14e eeuw een bloeiend economisch leven. Er worden weekmarkten en jaarmarkten gehouden. De markthallen zijn daarvoor van groot belang.

Latere invloedrijke Bourgondische hertogen zijn Philippe II le Hardi (Filips de Stoute), Jean sans Peur (Jan zonder Vrees) en Philippe le Bon) Filips de Goede).

Brancion
zicht op het château vanuit een straatje in het dorp Brancion


Oorlog tussen Bourgondiërs (Bourguignons) en Armagnacs

Aan het begin van de 15e eeuw teisteren burgeroorlogen tussen de Bourgondiërs en de Armagnacs grote delen van Frankrijk. Deze oorlog moet een eind maken aan de macht van de Bourgondiërs. De oorlog duurt meer als vijfentwintig jaar. De Bourgondiërs zijn de aanhangers van bovenvermelde Bourgondische hertogen. De Armagnacs zijn aanhangers van Louis I, hertog van Orléans.

Jean sans Peur, hertog van Bourgondië, laat zijn neef Louis I van Orléans, de jongere broer van de koning, vermoorden. Louis I is de vader van vader van Charles d’Orléans. Deze moord is de aanleiding voor de burgeroorlog. Na de dood van zijn vader komt Charles aan het hoofd van de Armagnacs. De partij van de Armagnacs  bestaat uit edelen die zich verzetten tegen de Engelse en Bourgondische overheersing van Frankrijk. De oorlog gaat onder andere om de Franse troon.

Garnizoen in Brancion

Brancion krijgt vanaf 1409 een permanent garnizoen. Het fort krijgt steeds opnieuw te maken met ernstige bedreigingen, zoals in 1423 en opnieuw in 1431.
Le Traité d’Arras (Het Verdrag van Arras/De vrede van Atrecht) in 1435 maakt een einde aan de oorlog tussen de Bourgondiërs en de Armagnacs. Dit Verdrag is een overeenkomst tussen Philippe le Bon en de Franse koning Charles VII (Karel VII). Bourgondië blijft onafhankelijk, en de hertog van Bourgondië erkent Charles VII als koning van Frankrijk.

Ondanks le Traité d'Arras geen vrede

Helaas, ondanks de ondertekende vrede keert de rust niet terug. De huursoldaten die tijdens de oorlog waren gerekruteerd, organiseren zich in bendes en plunderen Bourgondië.

Koninklijk domein Brancion

In 1477 sterft bij de Slag van Nancy, Charles le Téméraire (Karel de Stoute ), hij is de laatste hertog van Bourgondië. Lodewijk XI verenigt nu het hertogdom Bourgondië met de ‘Kroon van Frankrijk’, het koninklijk domein van Frankrijk. Het hertogelijke graafschap van Brancion krijgt dan de status van een koninklijk kasteel en graafschap. 

Katholieken versus protestanten

De abdij in Tournus wint in deze tijd aan macht in Frankrijk. Iets wat de protestanten niet kunnen aanzien. In 1562 vallen de Hugenoten de abdij Saint-Philibert in Tournus aan. De monniken slaan op de vlucht en vinden onderdak in Brancion. De toren uit de 12e eeuw heeft sinds dat jaar geen klokken meer, deze zijn tijdens de strijd met de Hugenoten weggehaald.

Rond 1580 is het kasteel één van de sterkste bolwerken van verzet in La Ligue catholique. Deze katholieke Liga heeft tot doel de katholieke religie te verdedigen tegen de protestanten.

Drie maanden na de inname van Brancion (eind juni 1594) bezetten de troepen van kolonel Alphonse d’Ornano de vesting. Alphonse d’Ornano is de luitenant van de koning. Brancion heeft eerst nog dapper weerstand geboden, maar moet zich, voor de eerste keer in zijn geschiedenis, gewonnen geven. De troepen van de koning plunderen het château en het château raakt in verval. Tijdens de Franse Revolutie is het château verkocht als nationaal bezit.

In 1860 koopt graaf Victor de Murard de Saint-Romain de ruïnes en begint met het eerste herstel van het château.

Brancion in de 20e eeuw

Het château blijft in bezit van de familie de Murard de Saint-Romain. In 1959 begint Marie Antoinette Morierre-Bernadotte-de Murard de Saint-Romain, achterkleindochter van de graaf de Murard en eigenaar van het château, met de restauratie van het château. Zij doet dit met haar echtgenoot, Jean Morierre-Bernadotte. 
Marie-Antoinette  begint met het herstel van de tuinen, gevolgd door het herstel van de vestingwerken en de omringende muur in het noorden. Enkele jaren later volgt de restauratie van de rechtszaal van de hertogen van Bourgondië, van de donjon en van de daken. Zo krijgt het château een deel van zijn vestingswerken terug.

Op dit moment worden de ramen van de donjon gerestaureerd. Klik hier om dit proces te bekijken.

Het kasteel blijft privé bezit met François de Murard de Saint-Romain als huidige eigenaar.

Opgravingen

In 2005 worden opgravingen gedaan om een deel van het oude kasteel en de ommuring zichtbaar te maken. Ook het verloop van de slotgracht en de begraafplaats naast de kerk worden in kaart gebracht.

In de buurt van de église Saint-Pierre zijn fundamenten gevonden van een van een gebouw dat te maken had met begrafenissen of de begraafplaats. Het gebruik van het’ opus spicatum’ (de stenen zijn gerangschikt in visgraten) en andere aanduidingen doen vermoeden dat ook dit bouwwerk uit de negende of begin van de 10e eeuw stamt.

Bezoek aan Brancion

Om het dorp niet te belasten en in goede staat te houden, worden alleen de auto’s van bewoners toegelaten. Voor het dorp ligt een grote parkeerplaats. Van daaruit loop je zo naar het dorp.

Brancion


Informatie

Je kunt het dorp Brancion vrij bezoeken. Ook kun je wandelroutes met een thema lopen, al dan niet met informatie die je in de winkel kunt  krijgen.

Het château bezoek je zonder gids. Als je alleen wilt rondlopen, kun je een audiotour meenemen. Deze is ook in het Nederlands verkrijgbaar. Hiervoor betaal je €2. Een audiotour duurt ongeveer 50 minuten, maar je mag zolang je wilt in het kasteel rondlopen.

Als je het leuk vindt, kun je passend gekleed door het château dwalen. Kinderen én ouders kunnen kleding uit de tijd van de kasteelheren krijgen.

En wil je het spannend maken voor je kinderen, dan kun je mee in het verhaal:
Inderdaad, er is een groot ongeluk in Brancion gebeurd! Bij Josserand, meester van het fort, is een kist vol munten en juwelen gestolen.
Nu hij afwezig is, vertrouwt hij op bezoekers om getuigen van de diefstal te ontmoeten en de dader te ontmaskeren. 
Durf jij de uitdaging aan?

Entreeprijzen voor het château:
volwassenen: €6
kinderen: €3 (tot 16 jaar)
voor kinderen onder de 5 jaar betaal je geen entreegeld


Boeken om te lezen

 

Ben je geïnteresseerd in de herkomst van de namen van Franse steden en dorpen? Lees dan het boek Waarom Lyon geen Dijon heet.

Heb je je, op reis door Frankrijk, wel eens afgevraagd waar al die plaatsnamen die je onderweg tegenkomt vandaan komen? De meeste plaatsnamen houden hun herkomst goed verborgen; ze zijn het geheugen van het landschap, stille getuigen van de lokale geschiedenis. Voor elke plaatsnaam geldt dat er ooit iemand is geweest die een goede reden had om die plaats zo te noemen.

Jeroen Sweijen loodst je in zijn boek Waarom Lyon geen Dijon heet door een wirwar van talen, tijdperken en thema’s. Hij neemt je mee op reis door de rijkdom van de toponymie en laat zien wat plaatsnamen ons vertellen over de geschiedenis van dorpen, steden, buurtschappen en streken. 



bronnen

www.chateau-de-brancion.fr
www.brancion.fr
bourgogneromane.com
https://bourgognemedievale.com
www.wikipedia.fr
Bourgondiërs
; Bart van Loo
Le livre des mystère de Saone & Loire; Roger Jay
Mystiek in Frankrijk deel XVIII; F.M.C. Rosier
L’ ordre de Cluny à la fin du moyen âge: le vieux pays clunisien; Denyse Riche
Contes et Légendes de Bourgogne; Maurice Chervet
huis in bourgogne

Huis huren?

Geïnteresseerd in een vakantiehuis in deze omgeving?