Merovingische necropolis uit de VI-VIIe eeuw

In de heuvels tussen Cluny en Chalon-sur-Saône ligt het kleine dorp Curtil-sous-Burnand,
hier wordt in 1948 bij la Croix de Munot een opmerkelijke ontdekking gedaan.

Archeologen ontdekken een Merovingische begraafplaats uit de VI en VII eeuw.

Bij de Merovingische necropolis van de la Croix de Munot vind je nog steeds twee stenen sarcofagen.
Je kunt deze plek nog steeds bekijken,
informatieborden vertellen je over deze historische plek.

La Croix de Munot bij Curtil-sous-Burnand

In de Vroege Middeleeuwen woont in de buurt van Le Petit Munot een groep van zo’n honderd mensen van Gallo-Romeinse afkomst. Het is de tijd dat het oude Romeinse Rijk ineenstort en de Bourgondiërs het gebied bezetten. Het kleine volk van Le Petit Munot leeft eerst onder het bewind van de Bourgondiërs en vervolgens, na de veroveringen van Chlotarius de Eerste (zoon van Clovis I en Chlotilde van Bourgondië), onder de Franken.

Bij de necropolis van Le Petit Munot is de invloed van de culturen van de Bourgondiërs en de Franken gevonden. Zo getuigen de gevonden gespplaten bijvoorbeeld van de invloed van de Bourgondische cultuur.

oude necropolis bij Curtil-sous-Burnand


Archeologen aan het werk

November 1948 ontdekt de archeoloog Marcel Lafond bij la Croix de Munot een eerste gewelf in het landschap, het is gemarkeerd door stenen aan het grondoppervlak met daaronder een perfect bewaard gebleven skelet. Bij dit skelet lagen voorwerpen die kenmerkend zijn voor het Merovingische tijdperk: een mes, een scramaasaxe (een mes als alledaags gereedschap of als wapen) en een gespplaat.

Van 1948 tot 1959 voeren Marcel Lafond en zijn team van archeologen een systematische zoektocht uit, zij gebruiken hiervoor onderzoeksmethoden die voor hun tijd opmerkelijk waren. Tientallen jaren zouden deze methoden als model dienen voor de grafarcheologie.
In deze jaren heeft het team een necropolis van 125 meter lang en 50 meter breed opgegraven en meer dan 400 graven ontdekt.
Geschat wordt dat er 700 graven aanwezig waren in deze grafheuvel, tussen 1948 en 1959 worden er 402 geïnventariseerd.

De ontdekking van Lafond onthult een van de belangrijkste series voorwerpen uit een Merovingische vindplaats in het departement Saône-et-Loire.

Deze opgravingen geven de archeologen veel materiaal om over na te denken, wat hebben ze allemaal gevonden, hoe moet dit alles geïnterpreteerd worden…. “de opgravingen hebben ons meer kennis gegeven van de oorsprong, begrafenisgewoonten en manier van leven van een Romeins-Bourgondische plattelandsbevolking uit de 6e en 7e eeuw.” 

Studie onthult een verandering van begrafenisrituelen vanaf het eind van de 6e eeuw. Lichamen worden vanaf dat moment gekleed en vergezeld van voorwerpen begraven. Ook in de mode dringt de Frankische cultuur door, bronzen gespen en plaquettes die in graven zijn ontdekt, zijn afkomstig uit Frankische werkplaatsen gelegen tussen de Seine en de Rijn.

Uit het onderzoek komen ook sporen naar voren van een handelsrelatie met het zuidwesten van Gallië, zoals de Garonne-vallei.

gevonden voorwerpen bij de opgravingen

aanduiding van gevonden graven, sarcofagen en skeletten en opgegraven voorwerpen (bron en foto: informatiebord bij de necropolis)

Begrafenisrituelen van de Merovingers

De Merovingers begroeven hun doden volledig gekleed, ze gaven hen vaak allerlei voorwerpen mee, spelden, werktuigen, sieraden, wapens…, de zogenaamde grafgiften. Het kon goud zijn, zilver of brons. Mannen kregen wapens mee, vrouwen sieraden. In aardewerk en glazen voorwerpen kregen ze voedsel en drinken mee voor onderweg. 
In een latere periode werden de lichamen naar het westen gericht begraven, gericht op de ondergaande zon. Zoals je op bovenstaande illustratie kunt zien, is dat in Curtil-sous-Burnand nog niet zo.

Vaak ook vertoonden de schedel een gaatje, een ritueel waarbij het vertrek van de ziel uit het lichaam wordt vergemakkelijkt, de zogenaamde trepanatie. Het is niet mij bekend of dit bij deze opgravingen ook zo was.

Wat wordt er allemaal gevonden?

De opgravingen leveren behalve grafmonumenten ook veel materiaal uit de 6e-7e eeuw op. Zo worden er naast vele botten en schedels, gebruikte werktuigen en sieraden gevonden, maar ook damastplaten (wonderen van goudsmeden), sieraden, wapens (scramasaxen), kortom, een imposante verzameling als een weerspiegeling van de wereld van de de doden en de levenden van de Romeins-Bourgondische Bourgondië.

locatie van de necropolis


Waar zijn deze voorwerpen nu?

De voorwerpen die in 159 graven zijn gevonden, worden bewaard in het Denon-museum in Chalon-sur-Saône (Plce de l’Hôtel de Ville).

Al vroeg belangstelling voor de opgravingen

In de Annales de Bourgogne van 1951 wordt over deze opgravingen geschreven.


Andere sporen van de Merovingers in de regio

De Merovingers hebben veel sporen achter gelaten in deze regio.
Ze vestigden zich in de vallei van Grosne en Guye door de grote landgoederen uit de Gallo-Romeinse tijd in beslag te nemen. Ze hebben hun naam nagelaten aan dorpen waarvan het voorvoegsel Latijn is (cortem = domein) en hun naam als achtervoegsel, zoals in de namen Confrançon: domein van Francionis, Cortambert: domein van Ambert, Cormatin domein van Martin enz.

In het nabij gelegen Bonnay zijn eveneens overblijfselen uit deze periode gevonden:
begraafplaatsen uit de Merovingische tijd werden ontdekt bij de zuidelijke ingang van Besanceuil (Le Mouillot)
en nabij de kerk van Saint-Hippolyte (nu een ruïne) werd een trapeziumvormige Merovingische sarcofaag gebruikt als waterbak, men keek destijds nog iets anders tegen geschiedenis aan dan wij nu doen, alles was goed om als waterbak te gebruiken.
Ook in het gehucht Saint-Léger, vlakbij Château, werd een Merovingische sarcofaag hergebruikt als drinkbak.

De Gallo-Romeinse begraafplaats van Mont (Cortevaix) wordt in de 6e eeuw hergebruikt door de Merovingers.
In 1952 brengen opgravingen ten zuiden van de Grand Creux deze Gallo-Romeinse en Merovingische begraafplaats aan het licht, evenals een crematiekuil. Crematiegraven dateren uit het midden van de 2e eeuw onder het Hoge Romeinse Rijk.

Ook in Blanot is er tijdens de Merovingische periode al bewoning, in de buurt van de kerk is een necropolis met graven uit de 6e-7e eeuw gevonden. 
In Brancion bevestigen teruggevonden graven bij de kerk dat in de 6e eeuw de Merovingers al op deze plek woonden.
De oudste delen van het château Pierreclos staan op de plaats van een oude heidense necropolis, die omsloten was door een stenen muur.

Tenslotte zijn ook in Suin opgravingen gedaan die getuigen van de aanwezigheid van Merovingers. 
Oorspronkelijk is de naam van Suin ‘Sedunum’, een Keltisch woord voor ‘versterkte heuvel’. Onder de Merovingers behoort Suin tot Pagus Cabillonensis (Pays de Chalon).

necropolis Curtil-sous-Burnand


Wie waren de Merovingers?

De Merovingers zijn een dynastie die na de ineenstorting van het Romeinse Rijk ongeveer 300 jaar over het grootste deel van Frankrijk regeren.

De Franken, een volk oorspronkelijk gevestigd in Nord-Pas-de-Calais, België, Nederland en het Rijnland, beginnen aan het einde van de 3e eeuw hun expansie. Ze vestigen zich in Bourgondië na hun overwinning in 534 bij Autun op de Bourgondiërs. Chalon-sur-Saône, hoofdstad van het koninkrijk Bourgondië, wordt samen met Parijs en Metz een van de drie hoofdsteden van het Frankische rijk. 

De eerste dynastie van de Salische Franken zijn de Merovingers, zij regeren van 481 tot 751 over een deel van Frankrijk van Clovis I, als een van de bekendste van de Frankische vorsten. Clovis laat zich in 496 dopen, waarna het christendom de staatsgodsdienst in het Frankische rijk wordt.

De Merovingers (560-700) hebben opvallende necropolissen in deze regio nagelaten.

kruis op de necropolis van Curtil-sous-Burnand

Kerstening van de Bourgogne

Van de Frankische vorsten (447-751) is Clovis I ongetwijfeld de meest bekende. Hij trouwt met Chlotilde van Bourgondië, die de voorwaarde stelt dat hij haar christelijk geloof zou respecteren. Wanneer Clovis zich in het jaar 496 laat dopen, wordt het christendom de godsdienst van het Frankische Rijk.

Tussen de 4e en 6e eeuw willen priesters en monniken de regio tot het christelijk geloof brengen. Op het platteland overleeft het heidendom op sommige plaatsen ondanks deze kerstening. Voorbeelden van deze kerstening zijn de menhir van Brancion die een kruis op de top krijgt.
Kerken worden gebouw op heilige bronnen, met als voorbeeld de Romaanse crypte van Tournus of op de plaats van druïdische rituele plaatsen, zoals in Mont-Saint-Vincent en Suin.

bronnen

SEHN
De Bourgondiërs; Bart van Loo
The secret vault; André Douzet
https://bourgognemedievale.com

www.persee.fr/doc
https://audio-archives71-fr
www.cortevaix.fr
huis in bourgogne

Huis huren?

Geïnteresseerd in een vakantiehuis in deze omgeving?