Blanot

Blanot, dorp van de priorij

In de heuvels van de Mâconnais ligt aan de voet van de Mont Saint Romain ligt het pittoreske dorp Blanot.
Het dorp ligt te midden van beboste heuvels, weiden en wijngaarden.
Blanot, zo’n 10 km ten noorden van Cluny, heeft prachtig erfgoed, waaronder de cluniacenzer priorij en de Romaanse kerk,
beiden gewijd aan Saint Martin.

De oude priorij ligt in het hart van dit middeleeuwse dorp.
Verder kom je in Blanot een oude wasplaats, een broodoven, lavadaken en ‘maisons à galerie’ tegen.

De Mont Saint Romain, met een oriëntatietafel op een hoogte van 580 meter, is het beklimmen waard. Je krijgt prachtig uitzicht op de Alpen, de Jura, in het westen de Charolais en de Morvan in het noorden. 

Vanuit Blanot zijn verschillende bewegwijzerde wandelingen door de heuvels, bossen en wijngaarden uitgezet.

En natuurlijk zijn er de bekende grotten van Blanot op een diepte van meer dan 80 meter.

Blanot


Blanot

Blanot op de helling van de Mont Saint Romain, is zo’n typisch Romaans stadje in het zuiden van de Bourgogne. Het is maar een klein en heeft smalle, steile straatjes. Je loopt er zo doorheen en toch zeer de moeite waard om eens door te wandelen of langs te gaan bij een van de vele kunstenaars die zich in Blanot gevestigd hebben. Pottenbakkers, sieradenmakers, schilders, houtbewerkers of beeldhouwers, je kunt ze in Blanot allemaal tegenkomen. Vaak mag je het atelier binnenlopen en werk van de kunstenaar bezichtigen of hem aan het werk zien.

Als je in dit middeleeuwse dorp rondloopt, ga dan op zoek naar de broodoven, het lavoir (de wasplaats) en de fontein met een vierkante ‘borne en pierre’ die het water verdeelt.
De wasplaats naast de oude pastorie stamt uit 1829. Op 6 september 1842 stelt de gemeenteraad van Blanot 600 frank beschikbaar om het stroomgebied van de bron van de wasplaats, die vervuild bleek, te verbeteren. 
Op het dorpsplein vind je de oude broodoven met een lavadak. Veel van deze broodovens in Frankrijk zijn verdwenen. De broodoven van Blanot is behouden en in 1990 gerestaureerd. Dorpsbewoners gebruiken de oven op feestelijke dagen nog steeds voor het bakken van brood. En natuurlijk heeft ook dit Bourgondische dorp van die typische muurtjes van gestapelde stenen, de zogenaamde murgers.

Verder bestaat dit kleine dorp voornamelijk uit boerderijen, bossen en wijngaarden.

Blanot
lavoir en fontein in Blanot
Blanot
broodoven in Blanot
Blanot
broodoven in Blanot

Hameau de Fougnières

Dit naast gelegen gehucht beschrijft zichzelf als ‘een schildwacht die waakt over stad en vallei’. In dit hameau ligt ook de ingang van de grotten van Blanot.

Wat is een priorij?

Een priorij is vooral belangrijk voor het economische leven van de abdij in Cluny, maar heeft een drievoudige rol: verdediging, bevoorrading en verblijf voor de monniken. De machtige abdij van Cluny had behoefte aan een sterke verdedigingslinie.

Andere priorijen die deze functies hadden, zijn onder andere Lourdon, Berzé-la-Ville, Mazille, Bezornay, Saint-Gengoux en Saint-Hippolyte. Deze priorijen ontstaan op het grondgebied van een château of op een gebied dat de monniken tot château transformeren.

Priorij Blanot

De oude priorij met donjon ligt in het hart van dit dorp. De versterkte priorij speelt in de Middeleeuwen een belangrijke rol op de weg tussen Brancion en Cluny.
Op deze oude Gallo-Romeinse plaats stichten de monniken van Cluny in de 11e eeuw een priorij, Blanot wordt dan een zetel van la prévôté’ van Cluny.

In de 16e eeuw versterkt men de priorij als reactie op driehonderd jaar oorlogen in deze regio: de Honderdjarige Oorlog (1337-1439), de Frans-Bourgondische oorlog (1471-1475) en de godsdienstoorlogen (1562-1594).

Verbrande balken in de twee grote salons getuigen van de brandstichting van 1594 door een groep calvinisten (zie kopje 1567). Aan het einde van de 18e eeuw wordt de priorij deels verwoest.

Delen van de kloostergebouwen van de priorij bestaan nog steeds. Fragmenten van gotische schilderijen uit de 13e en 14e eeuw zijn nog te zien in een kamer in de priorij.

De priorij is nu privé eigendom en kan slechts uitzonderlijk bezocht worden.

Blanot
ingang van de priorij
Blanot
Blanot met zicht op klokketoren


Chapelle Mont Saint Romain

Niet ver van de priorij stichten de monniken op de Mont Saint Romain een kleine hermitage. In de oudheid staat hier een heidense tempel. De  monniken maken het een plaats van aanbidding, gewijd aan Sint Romain.

In de tijd van abt van Cluny Petrus Venerabilis (12e eeuw) wordt deze cluniacenzer kapel van Mont Saint Romain vooral bezocht als rust- en meditatieplaats. Het is een zeer populair bedevaartsoord met Pasen en Pinksteren.
Zo wonen broeder Emilian en broeder Jean er in 1692 en broeder François Blanchard in 1740. Daarna neemt het belang van deze kapel af en tijdens de Revolutie wordt de kapel verkocht. 

In de 19e eeuw zijn er volgens de Annuaire de Saône et Loire 1856 nog enkele ruïnes van de kapel en hermitage te vinden. Helaas is er in onze tijd niets meer terug te vinden van deze kapel.

Église Saint Martin

Deze 11e eeuwse kerk is gewijd aan Saint Martin, de heilige bisschop van Tours, een van de populairste heiligen in de Middeleeuwen. Het is een prachtig voorbeeld van vroeg-Romaanse kunst. De kerk van Blanot bestaat uit een enkel schip, een erker onder een klokkentoren en een kleine, halfronde apsis. De apsis krijgt aan iedere kant door drie ramen licht naar binnen.
De oorspronkelijke afmeting van het schip is 
25,15 meter, dit wordt in de jaren 30 met 6 meter verkleind. Sinds de restauratie van 1981 heeft de kerk zijn zichtbare geraamte teruggekregen.

Opvallend aan deze kerk is de versiering van de fries van de kleine apsis een zaagtandband. Dit zou een aanwijzing zijn dat de kerk uit de tweede helft van de 11e eeuw stamt. De apsis heeft, zoals zoveel Romaanse kerken in deze streek, een leien dak.

Een van de oudste figuratieve voorstellingen van deze kerk en de priorij is een tekening die in 1861 wordt gemaakt door Rousselot, deze is in die tijd inspecteur van de omliggende bossen. Het boek wordt nu bewaard in de Academie van Mâcon.

Blanot
Blanot, priorij en kerk
Blanot
apsis met fries en zaagtanden


Interieur van de kerk Saint Martin

Het altaar van de église Saint Martin stamt uit het eind van de 18e eeuw, het kleine enkele schip is uitgebreid gerestaureerd in de 19e eeuw. Het meubilair van de kerk, het doopvont, de houten preekstoel (1832) en de biechtstoel stammen ook uit deze tijd.

Het hoofdaltaar stamt uit de Lodewijk XV-periode en is gemaakt van 19e eeuws eikenhout.

In de nissen van de zijaltaren vind je een beeld van Maria en van Saint Martin, de naamgever aan de kerk. Het hoofdaltaar uit de Lodewijk XV periode heeft prachtig bewerkt hout.

Blanot
interieur kerk van Blanot met links Maria en recht Saint Martin
Blanot
pierre du compagnon

In de zuidwestelijke hoek van het schip is de ‘Pierre du Compagnon’ zichtbaar, een steen van 1,76 m x 0,81 meter.
Het is een grafsteen van een arbeider die door een ongeluk sterft tijdens de bouw van de kerk. Zijn metgezellen maken deze grafsteen van kalk voor hem. Op de steen staan afbeeldingen van een kruis en werktuigen van een steenhouwer. De overlevering van dit verhaal is altijd bewaard gebleven, de steen zelf is omstreeks 1960 door Maurice Bonnefoy herontdekt op de oude begraafplaats.  

Klokkentoren van Blanot

De kerk van Blanot heeft een prachtige vierkante klokkentoren, deze hoge klokkentoren is met zijn 22 meter hoogte al van ver te zien en is bepalend voor de skyline van Blanot.
De klokkentoren heeft drie verdiepingen. 
Oorspronkelijk is de toren lager en heeft deze alleen een 12e eeuwse donjon met bogen. De bovenste verdieping dateert uit de latere Gotische periode, aan het einde van de Middeleeuwen. Deze verdieping heeft aan iedere zijde een paar dubbele ramen. Het overhangende dak stamt uit de 18e eeuw. In de 19e eeuw worden in het schip nieuwe meubels als altaren en biechtstoelen geplaatst.

Blanot

De dubbele traveeën van de toren hebben een versiering van Lombardische banden.


Lombardische banden zijn architectonische elementen die kenmerkend zijn voor de romaanse periode en meer in het bijzonder van de eerste zuidelijke Romaanse kunst. De naam laat de oorsprong van deze versiering zien: Lombardije in Noord-Italië, naar Frankrijk meegekomen met architecten en arbeiders om een kerk te bouwen.

Blanot
Blanot

 

Het overstekende dak van de klokkentoren dateert uit de 18e eeuw. De aanwezigheid en afmetingen van de klokkentoren zijn in deze tijd vaak gerelateerd aan de parochiestatus van een religieus gebouw. In 1937 wordt het leien dak van de kerktoren vernieuwd.

Geschiedenis van Blanot

Tijdens de Merovingische periode is er al bewoning in Blanot, er is in de buurt van de kerk een necropolis met graven uit de 6e-7e eeuw gevonden. 

In 927 schenkt Leotbald de Brancion, heer van Brancion, het dorp, de kerk en de landerijen aan de abdij van Cluny. Dit gaat met instemming van paus Johannes XI. De abdij is dan nog klein van omvang. Door deze schenking wordt Blanot een priorij van de abdij. In het Chartre de Cluny staat je hier al over geschreven.

De gebouwen van de priorij stammen uit de periode van de 12e tot 16e eeuw. De gebouwen worden tijdens deze eeuwen vanwege de voortdurende oorlogen steeds meer versterkt.

De priorij was de zetel van de lekenbroeder van Cluny. Een van hen is Duran de Blanot, de beheerder van het landgoed. Blanot is dan nog een afgelegen en bergachtig land. Duran komt uit Villard, zijn vrouw is erfgename van Blanot. 

Duran staat aan het hoofd van een gewapende groep mannen. Deze verdedigt de priorij in 1220 tegen Jean de Neublans die de monniken probeert landerijen in Blanot, Donzy-le-Pertuis en Varanages van de monniken af te persen. Durand en zijn mannen nemen Jean de Neublans gevangen, deze moet terecht staan in Cluny.

Uiteindelijk besluit de graaf van Châlon de priorij vanwege de vele onrusten onder zijn bescherming te nemen.

Duran de Blanot is de vader van Jean de Blanot.

Blanot

Jean de Blanot

Jean de Blanot wordt een bekende Franse juristDeze Jean de Blanot kom je geregeld tegen in de Franse geschiedenis. Jean de Blanot leeft ongeveer van 1230 tot 1281. Hij gaat in 1250 rechten studeren in Bologna.

Jean de Blanot is de auteur van het bekend geworden Libellus super Institutionum, titulum De actionibus. Dit werk wordt in 1256 uitgegeven in Bologna en daarna op grote schaal verspreid: het is te vinden in een tiental manuscripten in heel Europa.

In 1259 keert Jean terug naar de Bourgogne en treedt als juridisch adviseur in dienst van hertog Hugues IV. Vier jaar later krijgt hij van de hertog de bezittingen van Uxelles.

Op basis van het gedachtengoed van Jean de Blanot wordt in het begin van de 14e eeuw beschreven dat ‘de koning van Frankrijk keizer is in zijn koninkrijk’: Rex Franciae est imperator in regno suo.

Zijn zoon Pierre de Blanot wordt  heer van Uxelles en is tevens de baljuw van Mâcon.

1567

De godsdienstoorlogen zijn in de Maconnais in 1562 begonnen.
In 1567 staat de protestant Poncenac aan het hoofd van 6000 Hugenoten. Begin november van dat jaar marcheert hij met zijn leger van Paray naar Cluny om deze stad te belegeren. Hij handelt in opdracht van de ‘prince de Condé’ Louis de Bourbon. Cluny capituleert en Claude Ochier onderhandelt namens zijn medeburgers over het losgeld van de stad. Cluny betaalt een losgeld van 6.000 pond (in geld en allerlei soorten voedsel) aan Poncenac. Het calvinistische leger rukte vervolgens op naar Saint-Gengoux, waar het een hogere belasting heft dan in Cluny. Er werd gezegd dat “de kleine stad voor Cluny had betaald”.

De katholieken brengen de Hugenoten een bloedige nederlaag toe bij Etiveaux bij Saint-Boil, een deel van de troepen van Poncenac valt terug en richt zich op 7 november op Azé en Blanot, waar ze de priorij van de monniken in brand steekt. In de priorij zijn delen van verbrande balken in twee kamers hier nog getuigen van.

Blanot en de Tweede Wereldoorlog

Tijdens WO II is Blanot een haard van verzet tegen de Duitse bezetting. Het dorp herbergt een Maquis, een eenheid van de Franse verzetsbeweging La Résistance. Tussen 1942 en 1944 is deze ondergebracht in la ferme de Montepinet en la ferme de Cru. Degenen die zich verzetten tegen de verplichte arbeid zoeken hier hun toevlucht. Al snel worden 90 jongeren geteld; ze werden geleverd door La Résistance van Cluny.

Grotten van Blanot

De zeer oude grotten van Blanot bezoeken, is een bijzondere ervaring.
Je daalt af naar een diepte van meer dan 80 meter en je gaat een geheim van het universum tegemoet.

De grotten zijn een doolhof van galerijen (gangen) en kamers, de een nog merkwaardiger dan de ander.
Deze kamers zijn rijk aan, nog jaarlijks groeiende, stalagmieten en stalactieten. 

Grotte de Cailleverdière is de belangrijkste van de grotten in Blanot in de Mont Saint Romain, dit is ook de grot die je kunt bezoeken.
Het bezoek begint met een afdaling naar de grootste zaal, le Bateau. 
Uiteraard gaat er een gids mee, die je ook alles vertelt over het ontstaan en de geschiedenis van de grotten en de fauna die er in leeft. Zo leven er grote kolonies van verschillende soorten vleermuizen in de grotten.

Wil je meer lezen over de grotten van Blanot en je voorbereiden op een bezoek? Lees dan dit artikel op zuidbourgogne.nl: De grotten van Blanot.

Mont Saint Romain

Wanneer je in Blanot bent, is een uitstapje naar de Mont Saint Romain aan te raden. Op een hoogte van 579 m domineert deze berg het landschap van Blanot en krijg je een fascinerend uitzicht over de omgeving. De naam Saint Romain komt van een andere cluniacenzer priorij, waarvan niets meer over is.

Op de top geeft een oriëntatietafel je overzicht van de omgeving en vertelt je waar je de Alpen, de Jura, de Charollais en de Morvan kunt zien liggen. Tegenwoordig is Mont Saint Romain privé domein, maar open gesteld voor wandelaars om te beklimmen.

Oorspronkelijk was hier een Gallisch oppidum gevestigd.
Een oppidum is een verhoogde plaats als versterking, meestal op een heuvel of plateau. De natuurlijke verdediging is door de Kelten versterkt en diende als toevluchtsoord als vijandelijke legers in aantocht waren en hun omgeving binnen wilde dringen.

Op de noordoostflank van de Mont Saint Romain lag een bron die bekend stond als de ‘fontaine du plâtre, deze bron was bekend om zijn helende eigenschappen, met name voor oogziekten en was erg populair tijdens de bedevaarten.

Mont Épinet

Aan de oostkant van Blanot lopen van de Mont Épinet uit tot aan de Mont Saint Romain richels van graniet en zandsteen door het landschap. Deze zijn gunstig voor de bosbouw, zoals je ziet in de omringende bossen van Grison en Goulaine.

bronnen

Le Jour FB
De Actionibus; Jean de Blanot
Saône-et-Loire; Philippe Ménager
www.blanot.fr
www.gallica.fr
www.wikipedia.fr
www.bourgognemedievale.com
www.researchgate.net
www.petit-patrimoine.com
www.bourgondie-toerisme.com/

huis in bourgogne

Huis huren?

Geïnteresseerd in een vakantiehuis in deze omgeving?