In de vallei van de rivier de Guye zie je van verre de kenmerkende toren van Bezornay hoog op de heuvel liggen.
Je vindt hier de overblijfselen van een doyenne van de abdij van Cluny.
Bezornay is een klein dorp, un hameau, dat hoort bij de gemeente van Saint-Vincent-des-Prés.
Wat mooi dat dit kleine dorp nog zulke overblijfselen herbergt.
In de Middeleeuwen, tussen de 9e en de 12e eeuw,
heeft deze omgeving een grote rol in de verdediging en voorzieningen van de abdij van Cluny,
een van de belangrijkste abdijen van het westerse christendom.
De abdij heeft veel invloed op de lokale bevolking
en speelt een belangrijke rol in de economische en culturele ontwikkeling van de regio.
Bezornay is een van de belangrijkste voormalige priorijen van de abdij.
Als priorij is Bezornay in de late Middeleeuwen vooral belangrijk voor het economische leven van de abdij in Cluny.
Villa Besorniago
Het hameau Bezornay wordt voor het eerst genoemd in 909, in een oorkonde van de abdij van Cluny:
“In pago Matisconense, in agro Maciacense, in villa Besorniago"
Chartre de Cluny 909
In de 10e eeuw is Bezornay nog klein en van weinig betekenis. Dit verandert in de daarop volgende eeuw en Bezornay wordt van steeds groter belang voor de abdij. In het midden van de 11e eeuw krijgt Bezornay de status van ‘doyenne’ (decanaat).
Priorij van de abdij van Cluny
Aan het einde van de 10e eeuw heeft Cluny behoefte aan steeds meer landerijen en verdediging. Er komt een strategisch plan voor steeds meer grondverwerving. Zo komt in 1010 ook Bezornay tegen betaling, in handen van de abdij en ontstaat de priorij van Bezornay. De volgende eeuw zou het een van de belangrijkste doyennes van Cluny worden. Een doyenne is belangrijk voor de voedselvoorziening van een abdij en voorziet deze van landbouwproducten.
Oorspronkelijk heeft Cluny 25 priorijen. Bezornay is één van die priorijen in de Saône-et-Loire. Deze priorijen ontstaan vaak op het grondgebied van een château of op een gebied dat de monniken tot château transformeren.
Bezornay is één van de zestien priorijen in de Saône-et-Loire die naast het kloosterleven ook een verdedigingsfunctie had. Andere priorijen die beide functies hadden, zijn onder andere Lourdon, Berzé-la-Ville, Blanot, Mazille, Saint-Gengoux en Saint-Hippolyte, Chazelle en Jalogny. Deze priorijen ontstonden op het gebied van een chateau, of op een gebied dat de monniken tot chateau transformeren. ‘Castrum Lourdo’ is de eerste van deze priorijen-kastelen.

Wat is de functie van een priorij?
Naast bevoorrading van de abdij hebben priorijen ook een strategische functie. De machtige abdij van Cluny had behoefte aan een sterke verdedigingslinie.
Als priorij is Bezornay in de late Middeleeuwen vooral belangrijk voor het economische leven van de abdij in Cluny, maar heeft een drievoudige rol: verdediging, bevoorrading en verblijf voor de monniken.
1. verdediging voor de abdij
Vanuit de hooggelegen positie hebben de monniken van Bezornay een uitstekend zicht op de vallei en zijn daarmee belangrijk voor de verdediging van Cluny.
Dit hooggelegen domein kon goed verdedigd worden, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het decanaat Malay, dat op de vlakte ligt. De eerste bouw van Bezornay stamt uit het jaar.
2. bevoorrading
Pierre le Venerable (Petrus Venerabilis), abt van Cluny van 1122 tot 1156, ontwikkelt een strategisch plan voor de veiligstelling van voedsel voor de monniken van de abdij. Het mesaticum (maandelijks voedsel) werd verdeeld onder bijbehorende doyennes; iedere priorij moest per tourbeurt gedurende een bepaalde periode van het jaar voldoen aan de behoeften van de abdij. Zo moest Bezornay de bevoorrading van Cluny in de maand augustus verzorgen, met uitzondering van de laatste acht dagen.
Een voorbeeld van zo’n verplichte levering: Bezornay levert in het jaar 1321 van haver en tarwe 145 eenheden en van rogge 50 eenheden (bron: Clunypedia).
Bezornay had een aanzienlijke opbrengt graan en hout. Van de graanschuren die zo belangrijk waren voor de abdij, is helaas niets meer over.
3. verblijf voor de monniken
De monniken die op het land of in het bos werkten, konden uiteraard niet iedere dag terug naar de abdij van Cluny. Voor hen kreeg Bezornay een woonfunctie.

Béatrice, gravin van Chalon
Rond 1200 schenken de monniken van Cluny de doyenne Bezornay aan Béatrice, gravin van Chalon, zij krijgt het ‘voor haar leven’.
Béatrice de Chalon, ook bekend als Béatrice d’Auxonne, is gravin in het oude graafschap Chalon.
Zij is de dochter van Guillaume III van Chalon en van Beatrix van Hohenstaufen en volgt haar vader in 1203 op als gravin van Chalon. De gravin is afhankelijk van de hertog van Bourgondië. In 1226 trekt zij zich terug in Tournus, waar ze een jaar later overlijdt.
Opmerkelijk is dat koning Willem-Alexander ‘graaf van Chalon’ is. Dit stamt uit de verre geschiedenis, beginnend bij Jean le Sage in 1237.
De gebouwen van de priorij
Bezornay wordt omringd door een hoge muur die wordt versterkt door de twee torens. Het terrein bestond uit een vierhoekige omheining met een portiektoren op de zuidoostelijke hoek. De inrichting van het domein is voor die tijd erg vooruitstrevend. Een deel van de omheining kun je nog vinden in Bezornay.
De grote toren is rond 1100 gebouwd, in de daarop volgende eeuwen wordt deze toren verhoogd. In de 13e eeuw volgt een een ophaalbrug. Ook wordt de woning herbouwd in deze periode.
Op het einde van de 13e eeuw versterkt Yves II, abt van Cluny, de vestingwerken van Bezornay, de omheining wordt verhoogd en een poorttoren wordt toegevoegd.
Het hoofdgebouw uit de laatmiddeleeuwse stijl (de gotische periode) heeft een adellijke kamer en een wenteltrap.


de namen van de wegen in Bezornay verwijzen nog steeds naar de oorspronkelijke bestemming in Bezornay
Chapelle Saint-Pierre
In 984 wordt al geschreven over de kapel op het grondgebied van de priorij, deze zou gebouwd zijn in het jaar 983. De kapel staat op de binnenplaats van de oude priorij en is gewijd aan Saint-Pierre. Het is een mooie Romaanse kapel, eenvoudig van vorm met een schip en een apsidol, een kleine apsis. Deze apsidol rust op een halve kegel, iets wat je niet vaak ziet bij een kleinere priorij, maar wel bijvoorbeeld bij het grote Cluny III.
"Besorniaco villa… capella sancti Petri"
Chartre de Cluny 984
Chapelle Sainte-Agathe
In het midden van de 11e eeuw wordt de kapel herbouwd en gewijd aan Sainte-Agathe. Deze kapel krijgt twee vierkante verdiepingen, het schip van de bovenste kapel opent naar het oosten op een minder brede apsis. De kapel is tegenwoordig een woonhuis en alleen te bezoeken tijdens Journées du Patrimoine. De kapel staat sinds 1948 op de monumentenlijst.

De apsis heeft een bijzondere vorm,
een ‘abside en encorbellement’ oftewel een uitkragende apsis, gebaseerd op een ‘demi-cône renversée’ (omgekeerde halve kegel).
Dit is een vrij zeldzame bouwvorm, ooit eerder toegepast in een binnengalerij van Cluny III.


Geschiedenis van Bezornay
De abdij van Cluny versus de graven van Chalon
In de tweede helft van de 12e eeuw ontstaan er grote spanningen tussen de abdij en de graven van Chalon.
Guillaume I, Comte de Chalon (Willem I, graaf van Chalon) neemt met zijn bende ‘Brabancons’ (keizerlijke huurlingen) het château de Lourdon in bezit. Vervolgens belegert hij Cluny en doodt veel van de monniken en burgers die zich verzetten. Daarna plundert hij de abdij.
Guillaume I was heftig gekant tegen de abdij van Cluny door een meningsverschil over de priorij van Paray-le-Monial.
Guillaume II de Chalon moet als straf voor de plunderingen de abdij Mont Saint Vincent (Saône-et-Loire) afstaan.
Guillaume III de Chalon (zoon van Guillaume II) gaat samen met zijn moeder op verzoek van koning Louis VLL in de abdij van Vézelay boete doen voor deze gewelddadigheden. Op deze manier verwerft hij Mont Saint-Vincent terug.
Aan het einde van de 12e eeuw sluit Guillaume III een verbond met Gerald I van Mâcon om opnieuw de kloosters te plunderen. Koning Louis VII kan hen stoppen en Guillaume III moet aan de abdij beloven geen heffing op te leggen op de oogst van de akkers en andere voedingswaren.

Béatrice de Chalon (1174-1227)
In 1203 volgt Béatrice de Chalon haar vader op als gravin van Chalon. Zij is de dochter van Guillaume III en Beatrix van Hohenstaufen en dus de opvolgende gravin van Chalon. De monniken van Cluny schenken haar het decanaat van Bézornay als lijfrente. Deze schenking brengt rust tussen de beide partijen, de spanningen tussen de graven van Chalon en de abdij van Cluny nemen af.
In 1226 trekt Béatrice zich terug in Tournus, waar ze een jaar later overlijdt.
Na de dood van zijn moeder geeft de nieuwe graaf, Jean I de Chalon, echter alles terug aan de abdij.

Godsdienstoorlogen
De godsdienstoorlogen (Hugenotenoorlogen) bestaan uit een lange reeks conflicten tussen katholieken en protestanten (Hugenoten) in Frankrijk. Dit duurt voort van het midden van de 16e eeuw tot aan de afkondiging van het edict van Nantes in 1598.
In het tweede deel van de 16e eeuw winnen de Hugenoten aan macht winnen in Frankrijk. De helft van de Franse adel is inmiddels over gegaan tot het protestantisme. De Eerste Hugenotenoorlog liep van 1562 tot 1563. De Tweede Hugenotenoorlog duurde van 1567 tot 1568. Het is een bloedige periode in de Franse geschiedenis, duizenden Hugenoten zijn vermoord, de Hugenoten hebben veel kerken en abdijen geplunderd en beelden vernietigd. Ook de Bourgogne heeft veel geleden onder deze oorlogen.
In 1562 is er een aanval op de abdij Saint-Philibert in Tournus. De monniken slaan op de vlucht en vinden onderdak in de vesting Brancion. De toren uit de 12e eeuw heeft sinds dat jaar geen klokken, deze zijn tijdens de strijd met de Hugenoten weggehaald.
Tijdens de eerste godsdienstoorlogen wordt château de Lourdon in 1562 en 1565 gebruikt om de schatten van Cluny te redden.
Eind mei 1562 veroveren de protestanten de stad en de abdij van Cluny. De bevolking van Cluny is dan al voor een deel calvinistisch. Op 25 juli van dit jaar laat de grootprior van de abdij 237 pond goud uit de abdij halen en wordt in veiligheid gebracht in Lourdon. Dit château bleef in handen van de katholieke troepen. Maar het lukt Hugenoten in 1574 toch om Lourdon in te nemen, zij plunderen het en laten het twee jaar later in puin achter.
In 1572 willen de katholieken een eind maken aan de strijd met de protestanten. Ze gaan over tot een massale moordpartij op calvinistische leiders en hun volgelingen in Parijs. Het was enkele dagen na de bruiloft van Margaretha van Valois (dochter van Catharina de’ Medici en Henri II) en Hendrik van Navarra. Veel belangrijke Hugenoten waren nog in Parijs. Het zou eindigen als een ‘bloedbruiloft’. Deze massamoord kost ten minste 10.000 hugenoten het leven en gaat de geschiedenis in als de Bartholomeüsnacht.


op deze foto’s kun je zien waar oorspronkelijk de ophaalbrug van het domein in vastzat
1570
Henri I de Bourbon is de 2e ‘Prince de Condé’ en neemt het leiderschap over de Hugenoten over van zijn vader Louis I de Bourbon, 1e Prince de Condé. Samen met admiraal de de Coligny komt hij vanuit La Clayette naar Mazille. Hier veroveren zij het château en brengen ze de nacht door. Vervolgens gaat het richting Cluny, deze stad biedt veel weerstand en ze moeten de aanval opgeven.
Het gaat verder richting Salornay sur Guye waar ze onderweg een spoor van vernieling achter zich laten. Velden worden in brand gestoken en vele dorpen, zoals Bezornay, Mazille, Jalogny, Vitry, Massy, worden geplunderd. Boeren en priesters worden vermoord, priorijen en kerken verwoest.
Verkoop van Bezornay
In 1791 wordt de priorij van Bezornay als national bezit verkocht aan Pierre Panay, een inwoner van Bezornay. Panay moest hiervvor het bedrag van 49.000 pond betalen.
Monument historique
Sinds 1948 is de kapel geclasseerd als ‘monument historique’. Vanaf 2015 staan ook de andere overblijfselen van het decanaat als historisch monument beschreven. Tijdens de ‘Journées du Patrimoine’ is de kapel te bezoeken.

Restauratie
De zuidelijke helft van de omheining is het best bewaard gebleven, ook de toren van het oude poortgebouw zijn nog in goede staat. Alle gebouwen zijn tussen 2010 en 2012 grondig gerestaureerd.
In 2016 zijn de werkzaamheden aan de kapel afgerond. De Romaanse kapel is door middel van een glazen loopbrug verbonden met een moderne houten constructie.
Privé bezit
De overblijfselen van de priorij zijn vandaag verdeeld over drie eigendommen: de kapel, de toren en de verschillende bijbehorende gebouwen. Alle eigendommen zijn privébezit.

delen van de cirkelvormige omheining zijn bewaard gebleven
bronnen
Site clunisiens en Europe; fédération européene des sites clunisiens
Clunypedia
www.wiki-macon-sud-bourgogne.fr
www.gallica.fr
www.bourgognemedievale.com
www.wikipedia.fr
www.chateau-fort-manoir-chateau.eu
www.bourgogneromane.com
